Iemand die op latere leeftijd met ernstige lichaamsoefeningen begint, zal daar sneller mee vorderen als hij eerder in zijn leven al intens fysiek actief is geweest.
Het vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences heeft daar een verklaring voor gevonden: zelfs als ze een tijdje op een laag pitje hebben gedraaid, onthouden spieren toch dat ze ooit voor zwaardere taken hebben gestaan.
Het spiergeheugen manifesteert zich als speciale kerntjes van DNA die tijdens trainingsactiviteiten in spiercellen ontstaan. Omdat spiercellen zo groot zijn, gebruiken ze meerdere kernen met DNA dat de informatie bevat over de eiwitten die de cellen hun kracht moeten geven.
Bij muizen kon het aantal DNA-kernen in een spiercel na enkele weken oefenen met 54 procent toenemen. Na het stoppen van de oefeningen werden de cellen kleiner, maar het aantal kernen verminderde niet. Ze konden later opnieuw bijdragen tot een snel verhoogde eiwitproductie.
