Archeologen hebben in de gemeente Vrasene de fossiele resten van twee walvissen opgegraven.
De fossiele resten van de zeezoogdieren dateren uit een periode dat het gebied nog door de zee bedekt was, zo meldt het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN).
De beenderen werden ontdekt bij de opgraving van een oude Romeinse begraafplaats. Volgens de natuurwetenschappelijke instelling zijn ze afkomstig van een vinvis – van dezelfde familie als de nu voorkomende blauwe vinvis, gewone vinvis en bultrug – en van een “echte walvis”, een groep waarvan nog maar weinig fossielen bekend zijn.
Bedekt door zee
De opgegraven beenderen werden naar het Museum voor Natuurwetenschappen in Brussel gebracht, waar ze in detail bestudeerd zullen worden.
Resten van zeezoogdieren zijn niet ongewoon in de omgeving van Antwerpen: 23 tot 2,6 miljoen jaar geleden was dit gebied bedekt door zee. Heel wat walvissen (balein- en tandwalvissen, potvissen, dolfijnen …) en zeeroofdieren (zeehonden en walrussen) werden bijvoorbeeld gevonden bij het bouwen van de Antwerpse fortengordel rond 1860. (Belga/TE)
