Fossieljagers hebben in Peru de resten van een gigantische prehistorische pinguïn opgegraven die meer dan 36 miljoen jaar geleden op Aarde leefde.
De fossielen werden ontdekt door een Peruaanse student in het Reserva Nacional de Paracas aan de oostelijke kust van Peru. Hij kreeg de naam Inkayacu paracasensis of waterkoning.
Het 1,5 meter lange dier was twee keer zo groot als de huidige keizerspinguïn en bedekt met roodbruine veren. Hij droeg dus niet het kenmerkende smokingjasje van de hedendaagse pinguïn.
In tegenstelling tot zijn moderne erfgenamen leefde de reuzenpinguïn in de tropen waar hij in de warme zeeën zwom en met zijn lange snavel op vissen joeg.
Vooral de goed bewaarde veren bieden de onderzoekers een schat aan informatie. “Voor de ontdekking van dit fossiel hadden we geen bewijzen voor de veren, kleuren en zwemvliezen van voorhistorische pinguïns”, zegt paleontoloog Julia Clarke van de universiteit van Texas. Om de kleur van de veren te achterhalen, analyseerden de onderzoekers de melanosomen van het fossiel. Dat zijn pigmentdragende structuren in de cellen die de kleur van het haar en de veren bepalen.
Het fossiel toont aan dat de belangrijkste fysieke kenmerken van de pinguïn zich miljoenen jaren geleden ontwikkelden, maar dat de kleur van de veren vrij recent veranderde van roodbruin/grijs naar het huidige zwart en wit.
