Ook bij bewust nalezen kijk je sneller over een ‘dt’-fout

Homofoondominantie speelt een aanzienlijke rol bij het beoordelen van mogelijke spelfouten.

Homofoondominantie speelt een aanzienlijke rol bij het beoordelen van mogelijke spelfouten. Dat blijkt uit onderzoek van Ellen Danckaert (Universiteit Antwerpen). Zij onderzocht in haar masterproef het effect van homofoondominantie bij het nalezen van een tekst.

Homofonen zijn woorden die hetzelfde klinken, maar niet op dezelfde manier gespeld worden, zoals leiden en lijden of de werkwoordsvormen (ik) word en (hij) wordt. De werkwoordsvorm die het meeste voorkomt, wordt tijdens het lezen vaker als correct beoordeeld. Als een homofone werkwoordsvorm fout gespeld is, lezen we er daarom vaker overheen als het om de frequente vorm gaat, aldus het onderzoek.

De studente liet leerlingen uit het ASO, het TSO en het BSO een tekst bewust nalezen op spelfouten binnen een bepaalde tijdsperiode. “De proefpersonen lieten vaker de fout ik wordt staan dan hij word, omdat wordt een hogere frequentie heeft dan word”, verduidelijkt Danckaert.

‘We vallen allemaal ten prooi aan de homofoondominantie’

Wanneer ze een juiste werkwoordsvorm toch als fout aanduidden, was dat ook telkens het geval bij de laagfrequente, minder voorkomende vorm. Spellers en lezers die niet genoeg tijd krijgen om na te denken over de spellingsregels, vallen terug op de meest frequente homofoon die ze kennen.

Uit het onderzoek bleek ook dat studenten uit het BSO veel minder abstract kunnen omgaan met taal en de regels minder goed kennen. Toch was er geen oorzakelijk verband tussen de aan- of afwezigheid van zo’n metalinguïstisch vermogen en het bestaan van een effect van homofoondominantie. “We vallen allemaal ten prooi aan die homofoondominantie. De dt-regel vormt dan voor iedereen, weliswaar in verschillende mate, een probleem.” (Belga/INM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content