Nieuwe techniek voorspelt hoeveel energie uit hout te winnen valt

Een nieuwe techniek maakt het mogelijk om de energie-inhoud van hout zeer snel in te schatten.

Al eeuwenlang is hout een belangrijke grondstof voor energie. In de toekomst zal het nog aan belang winnen nu het gebruik ervan gestimuleerd wordt door het huidige Europees energiebeleid.

Duurzame energiebron
Europa wil tegen 2020 20% van de Europese energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen, zoals hout, halen. Doordat de CO die vrijkomt bij de verbanding tijdens fotosynthese terug wordt opgenomen, beschouwt men hout als een CO2-neutrale en dus duurzame energiebron. Dat geldt echter enkel voor de verbranding en niet voor de verwerking, het transport en de exploitatie.

Hout kan worden gebruikt voor zowel verwarming als elektriciteitsopwekking. Bovendien kan het dienst doen als grondstof voor de tweede generatie biobrandstoffen. Die biobrandstoffen bieden een aantal voordelen in vergelijking met de eerste generatie die men uit voedselgewassen als maïs en suikerbiet haalt. Zo zijn biobranstoffen uit hout energie-efficiënter en ecologischer. Een bijkomend voordeel is dat hout gewonnen kan worden op gronden die niet geschikt zijn voor landbouw, zodat er geen competitie optreedt met voedselproductie.?

Houttekort

Europa kampt echter met een tekort aan hout: in 2030 zou er 1.372 miljoen m³ hout nodig zijn om de vraag naar energie te dekken, terwijl men de beschikbare hoeveelheid op 1.056 miljoen m³ schat. Daarom wil men de efficiëntie van de energiewinning uit hout verhogen. Dat kan door te gaan inschatten hoeveel energie een hoeveelheid van een bepaalde houtsoort zal opleveren.?Bio-ingenieur Hans Van Lommel (UGent) bepaalde in zijn onderzoek de hoeveelheid verkrijgbare energie uit hout aan de hand van zogenaamde “nabij-infrarood hyperspectrale beeldvorming”.

Bij die techniek wordt hout belicht met nabij-infrarood licht, waarbij de houtmoleculen een hoeveelheid licht zullen reflecteren. Op basis van die hoeveelheid kan men, in combinatie met technieken om de structurele en energetische eigenschappen van het hout te bepalen, de energie-inhoud van het hout gaan berekenen.

De chemische samenstelling van het hout speelt een grote rol in de energie-inhoud. Hout bestaat uit drie hoofdbestanddelen: cellulose, hemicellulose en lignine. Vooral dat laatste bestandsdeel kent een hoge verbrandingswaarde. Hout dat veel lignine bevat zal dus meer energie opleveren.

Snelgroeiende soorten hebben grote energie-inhoud

Van Lommel paste deze techniek toe op inheemse houtsoorten. Zijn studie toont aan dat snelgroeiende soorten zoals wilg, populier en naaldhout meer verbrandingsenergie opleveren dan traaggroeiende soorten zoals eik en es. Snelgroeiende soorten zijn dus erg geschikt om energie op te wekken omdat ze een hogere energie-inhoud hebben en sneller groeien. Traaggroeiende soorten zijn op hun beurt meer geschikt om als brandhout in houtkachels te gebruiken, vermits ze bij verbranding hun warmte trager en dus langer afgeven.

De voorspellingen bieden grote perspectieven voor de toekomst. Door de nieuwe techniek kan men sneller voorspellen hoeveel energie uit hout te winnen valt. Zo wordt het mogelijk om een selectie te maken en de beste bomen te gebruiken om boomsoorten te kweken die meer energie opleveren. (TE)

Hans Van Lommel deed vorig jaar mee aan de Vlaamse Scriptieprijs. Meer info op www.scriptieprijs.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content