Melkweg lijkt gigantische deeltjesversneller te herbergen

© Reuters

‘De kosmos is een gevaarlijke plek’, aldus Stijn Buitink (VUB). Er vliegt van alles met hoge snelheid in het rond: van kometen tot elementaire deeltjes. Sommige van die deeltjes beschikken over een energie die een miljoen keer groter is dan in de grootste deeltjesversneller op Aarde kan worden opgewekt.

In onze Melkweg lijkt er een gigantische deeltjesversneller te zitten, wellicht in de vorm van een enorme ster. Dit zegt astronoom en astrofysicus Stijn Buitink van de Vrije Universiteit Brussel (VUB), parallel met een publicatie in het wetenschappelijke vakblad Nature.

De kosmos is een gevaarlijke plek, zegt Buitink in een communiqué van de VUB. Er vliegt van alles met hoge snelheid in het rond: van kometen tot elementaire deeltjes. Sommige van die deeltjes beschikken over een energie die een miljoen keer groter is dan in de grootste deeltjesversneller op Aarde kan worden opgewekt. Volgens gangbare theorieën zijn ze afkomstig van verre en exotische bronnen, zoals zwarte gaten in andere sterrenstelsels.

Felle radioflits

Sterrenkundigen van de Vrije Universiteit Brussel en de Radboud Universiteit Nijmegen hebben ontdekt dat ook veel dichter bij huis, in onze Melkweg, deeltjes worden geproduceerd met veel extremere energie dan gedacht.

“Wij denken dat er een zeer krachtige deeltjesversneller in ons sterrenstelsel zit, wellicht in de vorm van een enorme ster”, aldus professor Buitink. De door dit kosmisch ‘instrument’ geproduceerde deeltjes reizen aan bijna lichtsnelheid door het heelal totdat ze als een kogel inslaan op de aardatmosfeer. Daarbij spatten ze uiteen in een douche van talloze kleinere deeltjes. “Door wisselwerking met het magnetische veld van de Aarde ontstaat vervolgens een zeer korte (enkele miljardste van een seconde) maar felle radioflits”, zegt Olaf Scholten, deeltjesfysicus aan de Universiteit van Groningen.

Uitstekend voor natuurkundig onderzoek

Deze deeltjes komen gratis en voor niks uit de ruimte aanzetten – wij hoeven ze alleen maar op te vangen

Heino Falcke van de Radboud Universiteit in Nijmegen

De circa 20.000 radioantennes van de Europese radiotelescoop LOFAR zijn in staat deze flits nauwkeurig te meten. Voor het eerst is het nu gelukt om vanuit het radiosignaal terug te rekenen naar de veroorzaker van de inslag. “We kunnen de kogel nu identificeren”, zegt Heino Falcke van de Radboud Universiteit in Nijmegen. “In de meeste gevallen blijkt het om een enkele proton of een lichte atoomkern te gaan, afkomstig uit waterstof- of heliumatomen”.

Dankzij de radiotelescoop is voor het eerst heel precies de massa van deze deeltjes bepaald, aldus Buitink. “Het blijkt dat ze lichter zijn dan verwacht. Dit betekent dat er mogelijk veel sterkere bronnen van dit soort hoogenergetische deeltjes in onze eigen Melkweg aanwezig zijn dan we aanvankelijk dachten”.

Deze bronnen zijn volgens de wetenschappers te beschouwen als gigantische kosmische deeltjesversnellers. Ze zijn miljoenen keren sterker dan de Large Hadron Collider (LHC) in Genève of welke toekomstige aardse cyclotrons dan ook. Bovendien zijn ze ook uitstekend inzetbaar voor natuurkundig onderzoek. “Deze deeltjes komen gratis en voor niks uit de ruimte aanzetten – wij hoeven ze alleen maar op te vangen”, aldus Falcke. “Grappig genoeg kunnen we nu met eenvoudige FM-radioantennes aan hoge-energie-deeltjesfysica doen”. (Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content