Een pinguïnsoort die miljoenen jaren geleden op onze planeet ronddoolde, was groter dan de mens. Dat blijkt uit de analyse van een 37 miljoen jaar oud fossiel dat op Antarctica werd ontdekt.
Een groep onderzoekers van het La Plata Museum in Argentinië heeft het fossiel van een 37 miljoen jaar oude pinguïn geanalyseerd. Conclusie? Naast de pinguïnsoort die miljoenen jaren geleden op aarde dwaalde, zijn de grootste pinguïns zoals we ze nu kennen dwergen. De oude soort zou zelfs de meeste mensen overschaduwd hebben.
Palaeeudyptes klekowskii is de wetenschappelijke benaming voor de ‘kolossale pinguïn’. Het is het meest volledige fossiel dat ooit op Antarctica werd ontdekt. Het 37 miljoen jaar oude fossiel omvat het langste gefuseerde enkel-voetbot dat ooit geregistreerd werd en delen van een vleugelbot.
2 meter groot, 115 kilo zwaar
Het is uit die botten dat de onderzoekers konden afleiden dat de soort wel 2 meter groot was van teen tot de top van de snavel. De pinguïn zou naar schatting 115 kilogram gewogen hebben. Als de vogel met de snavel naar beneden stond, zou die ongeveer 1,60 meter groot zijn. Zo staat in het verslag dat gepubliceerd werd in Geobios.
Een kleine vergelijking: de grootste en zwaarste levende soort, de keizerspinguïn (Aptenodytes forsteri) is 1,1 meter groot en weegt net geen 50 kilogram.
De grootte werkt in het voordeel van pinguïns die zo gedurende een langere periode dan kleinere soorten onder water kunnen duiken op zoek naar vis. De Palaeeudyptes klekowskii zou tot 40 minuten onder water kunnen gebleven zijn.
De botten werden gevonden in La Meseta op Seymour Island, een deel van Antarctica waar veel pinguïnrestanten liggen. In prehistorische tijden was de regio warmer en leefden er tien tot veertien verschillende pinguïnsoorten samen.
De ‘kolossale pinguïn’ is niet de enige prehistorische gigant die ooit ontdekt werd. In 2007 werd de Icadyptes salasi gevonden in Peru: een 36 miljoen jaar oude soort die iets kleiner dan 1,5 meter moet zijn geweest.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier