Japan zou al jaren gewaarschuwd zijn, door binnen-en buitenlandse experten, dat zijn nucleaire sites gevaar zouden lopen bij zware aardbevingen.
Japan zou al jaren gewaarschuwd zijn, door binnen-en buitenlandse experten, dat zijn nucleaire sites gevaar zouden lopen bij zware aardbevingen.
De eerste waarschuwingen kwamen van Stephen H. Hanauer, veiligheidsambtenaar bij de Commissie voor Atoomenergie. Aan de basis ligt het type reactor waarvoor Japan koos: een kokendwaterreactor. Dit type reactor verschilt van een drukwaterreactor, door onder meer het ontbreken van een tweede koelmiddelcircuit.
Problematisch bij de kokendwaterreactor in Fukushima zou het peervormig omhulsel van metaal en beton zijn. Wanneer het koelsysteem het laat afweten, is dit omhulsel de laatste barrière om uitwasemen van radioactief afval tegen te gaan. Die omhulsels zijn relatief kleiner en fysiek minder sterk dan de grote dikke stalen- en cementloodsen waarmee de drukwaterreactoren worden beschermd.
Meer recent, in december 2008, waarschuwde een ambtenaar van het Internationaal Atoomagentschap Japan over zijn verouderde veiligheidsmaatregelen. Ook stelde de ambtenaar vragen bij de veiligheid van de Japanse nucleaire sites bij zware aardbevingen.
Japanse expertise
Maar ook eigen Japanse experten waren niet blind voor eventuele problemen bij zware aardschokken. Professor en seismoloog Ishibashi Katsuhiko nam in 2006 ontslag van een nucleair veiligheidspanel. De veiligheidsmaatregelen waren volgens hem ontoereikend wanneer een zware aardschok een nucleaire site zou treffen.
Tussen 2005 en 2007 deden zich drie aardschokken in de nabijheid van Japanse nucleaire sites voor. Volgens Katsuhiko werd een ramp in die periode enkel vermeden omdat het epicentrum van de schok toen te ver lag.
Kort na zijn ontslag in 2007 schreef Katsuhiko, ‘enkel wanneer Japan zich nu engageert om zijn nucleaire sites beter te beschermen tegen aardschokken, zal het een nucleaire ramp in de toekomst kunnen vermijden.’
Ingrid Moriau
