De 10 meest bizarre wetenschappelijke experimenten aller tijden

Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

Wist u dat seksueel opgewonden kalkoenen alles pakken wat ze kunnen krijgen? Deze vreemde wetenschappelijke experimenten geven u meer inzicht in dingen die u misschien zelfs niet wil weten.

1. Koffie in plaats van terdoodveroordeling In de late 18e eeuw zou de Zweedse koning Gustaaf III een vreemd experiment hebben bedacht om de mogelijk nadelige gezondheidseffecten van koffie te achterhalen. Een terdoodveroordeelde identieke tweeling kreeg zijn straf omgezet in levenslang op voorwaarde dat de een voor de rest van zijn leven drie koffiepotten en de andere drie theepotten per dag zou drinken. Het enige probleem was dat de dokters die het experiment uitvoerden, stierven nog voor beide proefkonijnen het leven lieten. De uitkomst van het experiment is dus nooit achterhaald. Ter info: de theedrinker stierf eerst.

2. Voedsel door gat in de maag
De Amerikaanse legerarts William Beaumont werkte met een patiënt die door een jachtongeval een gat in zijn buik had dat direct naar zijn maag leidde. De dokter bracht met een touwtje verschillende voedingsmiddelen door het gat binnen in de maag, waaronder oesters en rosbief, om het verteringsproces te observeren. Dit onderzoek zou later leiden tot de ontdekking van het belang van maagzuur in het verteringsproces en bezorgde Beaumont wereldfaam.

3. Kijken naar pekdruppels In 1927 begon professor Thomas Parnell van de Universiteit van Queensland in Brisbane, Australië ’s werelds langstlopende wetenschappelijk experiment: het pekdruppelexperiment. Hij wilde namelijk aantonen dat sommige vaste stoffen bij nadere beschouwing vloeistoffen blijken te zijn, zoals bijvoorbeeld pek. De pek heeft onder een glazen stolp tot nu toe al acht druppels gevormd. Het onderzoek loopt nog steeds en is live te volgen via het internet. Voor dit experiment kreeg Parnell in 2005 postuum de Ig Nobelprijs voor natuurkunde, een parodie op de Nobelprijs.

4. Kan een onthoofd hondenhoofd in leven blijven? Ongetwijfeld een van de engste experimenten ooit. De Russische arts Sergei Brukhonenko vroeg zich in de jaren twintig af of een afgehakt hoofd in leven kon blijven. Aangezien een mensenhoofd gebruiken voor het experiment geen optie was, opteerde Brukhonenko voor hondenhoofden. Hij slaagde er in om de hoofden in leven te houden met behulp van een machine die fungeerde als het hart en de longen van de hond. Uit het experiment vloeiden later de eerste hart-longmachines die mensenlevens kunnen redden en Brukhonenko ging de geschiedenis in als de ‘Russische Frankenstein’.

5. De eerste hoofdtransplantatie We blijven bij de hoofdexperimenten. Robert White slaagde er op 14 maart 1970 in om, met behulp van subsidies van de Amerikaanse staat, de eerste succesvolle hoofdtransplantatie uit te voeren bij een aap. Toen de aap uit de verdoving ontwaakte en ontdekte dat hij een nieuw lichaam had, zou het dier de dokter hebben willen aanvallen. De onfortuinelijke aap leefde nog anderhalve dag vooraleer te bezwijken aan complicaties. White dacht dat hij als een held zou onthaald worden, maar het Amerikaanse publiek verachtte hem om wat hij gedaan had. Niettemin bleef White steun zoeken voor een menselijke hoofdtransplantatie.

6. Een dode opnieuw tot leven wekken Een hondenhoofd in leven houden, is een ding, maar een menselijk lijk nieuw leven in blazen? Giovanni Aldini experimenteerde op 17 januari 1803 op de geëxecuteerde moordenaar George Forster. Hij bracht op verschillende plaatsen elktroden aan om elektriciteit door het lichaam te jagen. Aldini ontdekte dat bepaalde spieren bewogen en een oog open ging. Zowel Mary Shelley als Edgar Allan Poe gebruikten het experiment als inspiratie voor hun schrijfsels.

7. Opgewonden kalkoenen doen alles In de jaren zestig waren Martin Schein en Edgar Hale vreemd genoeg geïnteresseerd in seksueel opgewonden kalkoen. Hun experiment bestond erin kalkoenen te observeren die paarden met een valse vrouwelijke kalkoen. Aan het begin van het experiment waren de vrouwelijke kalkoenen nog levensecht. Naarmate het onderzoek vorderde, ontdeden de onderzoekers de kalkoen van haar vleugels, staart, voeten, enz… Uiteindelijk bleef er enkel nog een hoofd op een stok over. De mannelijke kalkoenen waren nog steeds geïnteresseerd. Wat hebben we daaruit geleerd? Dat kalkoenen heel veel liefde te geven hebben en niet discrimineren. Of met andere woorden: ze pakken wat ze kunnen krijgen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

8. Van een homo een hetero maken In de jaren 50 voerde dokter Robert Heath experimenten uit op een homoseksuele man. Hij wou zien of hij bepaalde hersengebieden kon stimuleren om de man heteroseksueel te maken. Heath boorde een gat in de man zijn schedel en bracht een elektrode in het gedeelte van de hersenen dat geassocieerd wordt met genot. Zo kon de patiënt deze zone stimuleren door op een knopje te drukken. Zo stimuleerde hij zichzelf tot het hebben van een orgasme bij het bekijken van een heteroseksuele pornofilm en later zelfs bij een seksueel contact met een vrouwelijke prostituee Er is niet veel geweten over de man na het experiment, behalve dat hij actief werd in de homoseksuele prostitutie en dat hij een affaire had met een getrouwde vrouw.

9. Welk gezicht trekt u wanneer u een rat onthoofdt? Een lach betekent dat iemand gelukkig is, een frons wijst op verdriet. Maar bestaat er een universele gezichtsuitdrukking voor walging? Dat vroeg de toen pas afgestudeerde psycholoog Carney Landis zich in 1924 af. Landis bracht verf op de gezichten van zijn proefkonijnen aan om hun gezichtsuitdrukkingen juist te interpreteren en liet ze naar pornofoto’s kijken, hun hand in een emmer kikkers steken en… een levende rat onthoofden. Landis slaagde er nooit in om een gezichtsuitdrukking te linken met een emotie.

10. De ziel weegt 21 gram In 1907 wou de Amerikaanse arts Duncan MacDougall weten of de ziel een gewicht had. Zes patiënten werden daarom op een industriële weegschaal gelegd terwijl ze stierven aan tuberculose. Uit het experiment bleek dat de patiënten gewicht verloren naarmate het slechter met hen ging, waarschijnlijk dooor vochtverlies. Op het moment van hun dood verloren alle patiënten een beduidende hoeveelheid gewicht, gemiddeld 21 gram. Het gewicht van de ziel?

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content