Dieselvervuiling zou een nieuwe verklaring kunnen zijn voor de crash van bijenpopulaties.
Het is al lang geen nieuws meer dat onze bijen het moeilijk hebben. Sommige jaren crashen de populaties van bijenvolkjes massaal en sterven tienduizenden bijennesten af. Dat kan economische gevolgen hebben, want bijen staan onder meer in voor de bevruchting van 80 procent van onze fruitbomen.
Er wordt ijverig gezocht naar verklaringen voor deze nefaste ontwikkelingen, die al toegeschreven zijn aan een genetische verzwakking van de bijen door een overdreven domesticatie, aan parasitaire ziektes en aan de teloorgang van de natuurlijke omgeving, waardoor veel bijen te weinig bloemen in hun nabije omgeving vinden om in het levensonderhoud van de kolonie te kunnen voorzien.
Wetenschappers stellen in de Proceedings of the Royal Society B een nieuwe mogelijkheid voor, en suggereren dat minuuscuulkleine deeltjes uit de luchtvervuiling, afkomstig uit de uitlaatgassen van dieselmotoren, in de hersenen van bijen kunnen interfereren met het oriëntatie-apparaat, waardoor bijenwerksters niet meer in staat zouden zijn hun nest terug te vinden.
Vele kolonies blijken inderdaad letterlijk leeg te lopen tijdens zo’n populatiecrash – de bijen sterven dus niet altijd in het nest. De hypothese is gebaseerd op de vaststelling dat bij andere dieren dieselvervuilers de hersenwerking beïnvloeden. Daarenboven zouden dieselgeuren de zoektocht naar geschikte bloemen hinderen, omdat bijen die van minder ver zouden kunnen ruiken. (DD)
