50 tinten rood: undercover op de Marxistische Zomeruniversiteit

© /
Jeroen Zuallaert

131 jaar geleden blies hij vredig zijn laatste adem uit, maar vandaag is Karl Marx weer springlevend. Knack dompelde zich gedurende een week onder in de wondere wereld van het marxisme. Een fragment.

Ik heb besloten me een week lang onder te dompelen in de leer van het marxisme. Daarvoor heb ik me ingeschreven aan de Marxistische zomeruniversiteit. Dat is een cursussenreeks van het Instituut voor Marxistische Studies, waarbij geïnteresseerden zich kunnen verdiepen in de marxistische blik op onze wereld. De meeste lesgevers zijn actieve leden van de Partij van de Arbeid (PVDA).

Om een zo neutraal mogelijke inkijk te krijgen, heb ik me onder een valse naam ingeschreven. Ik heb mezelf niet vermomd, enkel een baard laten staan die ik – naar gelang de ideologische wind waait – in de vorm vanLenin of Trotski kan scheren. Net als een groot deel van de cursisten logeer ik op het Internat de Berlaymont in Waterloo, een mastodont van een schoolgebouw op een steenworp van het Zoniënwoud. Acht dagen aan een stuk ben ik uitsluitend omringd door kameraden.

Dag 1

Rond halfzeven ’s avonds worden we welkom geheten in de grote refter van het Internat de Berlaymont. Met 390 inschrijvingen beleeft de Marxistische Zomeruniversiteit een absoluut recordjaar. Het publiek is divers: mannen met baarden en handen als kolenschoppen die tijdens mei ’68 de barricaden bemanden, alternatief geklede jongeren in overmaatse gebreide truien en brede broeken, gepensioneerden op sportschoenen. Een groepje Congolezen staat luid te schateren bij de hapjes. Er zijn enkele ‘vaste waarden’: vooral zestigplussers die elkaar met ‘kameraad’ aanspreken en elkaar bij begroeting in de armen vallen.

Dag 2

‘Het Roemenië van Ceaucescu, daar kunnen we vandaag nog een voorbeeld aan nemen.’ Moniek, ik schat haar ergens tussen de zestig en zeventig, heeft kort grijs haar en vriendelijke ogen. Ze heeft net haar pistolet met zuinige beetjes naar binnen gewerkt, en staart nu dromerig door het raam. ‘Iedereen doet nu alsof het de hel op aarde was. Dat was echt niet zo. Ik ben er in de jaren zeventig geweest, en Roemenië was toen een welvarend land. En iedereen was ontzettend vriendelijk.’ Ze erkent dat Ceacescu het in de jaren tachtig ‘een beetje verloor’, maar vindt dat we vandaag een veel te negatief beeld hebben over het Genie van de Karpaten.

Ik been naar mijn ochtendles. Ik heb me ingeschreven voor de cursus Marx voor beginners. Die wordt gegeven door Sander Vandecapelle, een 27-jarige sociaal assistent die voor de Kamerverkiezingen PVDA-lijsttrekker was in Vlaams-Brabant. Onze les begint met een reeks wraakroepende statistieken. De 85 rijkste mensen op aarde bezitten even veel als de 3,5 miljard armste. In Europa bezit 1 procent van de bevolking 40 procent van de rijkdom. De huidige situatie in de wereld is perfect toepasbaar op het marxisme, vindt Vandecapelle. ‘Marxisten moeten elk soort verzet tegen deze maatschappij stimuleren. We moeten het systeem bestuderen en van de fouten durven leren. Het marxisme is geen kookboek waarin de te volgen stappen worden opgelijst.’

Het volledige dagboek vindt u deze week in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content