Emil Hakl – Zoon en vader

Hoeveel romans omvatten niet meer dan het verslag van een wandeling en zijn toch buitengewoon? Zoon en vader van de Tsjechische auteur Emil Hakl is in ieder geval een van die romans.

Emil Hakl – Zoon en vader
Uit het Tsjechisch vertaald en van een nawoord voorzien door Edgar de Bruin
Uitgeverij: Voetnoot, Amsterdam
Aantal pagina’s: 144
ISBN: 978-90-780-6844-0

Hoeveel romans omvatten niet meer dan het verslag van een wandeling en zijn toch buitengewoon? Zoon en vader van de Tsjechische auteur Emil Hakl (1958) is in ieder geval een van die romans.

Terwijl hij met zijn ‘onuitstaanbare’ vader een wandeling-in-etappes door Praag maakt (er dient af en toe een café bezocht), gaat er van alles door de zoon heen. Dat hij al zijn hele leven zit te wachten, bijvoorbeeld, te wachten op het moment ‘waarop de grauwe staar van gewoontes scheurt, wanneer er eindelijk iets gebeurt’.

Maar dan kun je lang wachten: ‘Omdat alles wat uiteindelijk gebeurt, onmiddellijk de trekken van het alledaagse aanneemt. En je hersens, die tevreden sukkels? (…) Het leven rijdt onder onze kont weg als een bus met een door een hartinfarct getroffen chauffeur, maar de hersens komen niet verder dan: Olala! Nou ja, zeg! Ik sta versteld!’

En ondertussen loopt zijn vader hem op de zenuwen te werken, hoewel de oude baas eigenlijk niet veel meer doet dan herinneringen ophalen, bijvoorbeeld aan de tijd dat hij nog met zijn ouders in Zagreb woonde, en weetjes om zich heen strooien. Maar doet deze zoon dan niet precies hetzelfde als zijn vader?

Ze gooien elkaar verhalen toe over alles en niets, het leven, de liefde en de dood, favoriete vliegtuigmodellen, aambeien en de beste manier om mensenvlees te bereiden, en kunnen op die typisch onbeholpen mannenmanier natuurlijk niet zonder elkaar. Je zou zeggen: Bohumil Hrabal lijkt in Emil Hakl een waardige opvolger te hebben gekregen.

(Wat een weelde, overigens, om dit boek in tijden van universele internetvertakking te kunnen lezen. Kun je iets niet meteen thuisbrengen, een paar muisklikken en je hebt toch al een idee. Zoals ook van de ‘strontfabriek’ (rioolzuiveringsinstallatie) waarvan sprake, ‘een gebouw dat eruitzag als een Turks badhuis (…) of misschien eerder als een Oostenrijks-Hongaars filiaal van het deftige Tibetaanse Potalapaleis’, en dat de vader aan het schilderij Het dodeneiland van Arnold Böcklin doet denken: zie Panoramio.

Herman Jacobs

Partner Content