Zwarte ode aan Obama – zwarte vrees voor de toekomst

Een vijfjarig jongetje vergewist zich ervan dat iemand met kroeshaar president kan zijn (2009) © Pete Souza /White House
Rudi Rotthier

“Ik voelde dat ik wist wat er aankomt: meer Freddie Grays”. Auteur Ta-Nehisi Coates blikt in The Atlantic terug op Obama, een man die “acht jaar over ijs liep en nooit viel”, en hij blikt ook ontmoedigd vooruit.

Het was ondenkbaar tot kort voor het gebeurde: een zwarte president in de VS. In zijn omslagverhaal voor The Atlantic schrijft Ta-Nehisi Coates dat zo’n zwart presidentschap nu misschien opnieuw ondenkbaar is geworden.

Barack Obama was de uitzondering. Coates, auteur van onder meer het briefboek aan zijn zoon ‘Between the World and Me’ (ook in het Nederlands beschikbaar als ‘Tussen de Wereld en Mij’), citeert komiek Sinbad. Die beweerde in 2010 dat “er geen meer zijn”, “Er zijn geen zwarte mannen meer die opgevoed werden in Kansas en Hawaï”. Obama “is de laatste”.

In ‘Between the World and Me’ fileert Ta-Nehisi Coates de rassenrelaties in zijn land, en het politiegeweld. Hij beschrijft hoe het is op te groeien in een wereld met discriminatie, waar de lat generaties lang bewust ongelijk is gelegd, waar bijvoorbeeld, zoals hij ook in The Atlantic aangeeft, hooggestudeerde zwarten even goed werk vinden als witten, maar dan wel aan het leven beginnen met een grotere studieschuld – omdat hun ouders minder kunnen bijpassen.

Coates was vaak kritisch voor de naar zijn zin en zeker in rassenkwesties te weinig combattieve houding van Obama. Maar in dit uitvoerig artikel is hij vooral lovend, mild en treurig.

Obama had iets wat hem anders maakte dan vrijwel alle andere zwarte politici, noteert hij.

Ten eerste was er de boodschap, de hoop, de droom van het Verenigde Amerika, die hem in de rij plaatste van de presidenten Lincoln en Roosevelt. De boodschap werd al in 2004 duidelijk geformuleerd tijdens Obama’s beroemde toespraak voor de Democratische conventie. De latere president gaf aan dat er meer was wat mensen verbond dan wat hen scheidde – in de meer linkse noordelijke staten gingen mensen ter kerke, en in het conservatieve zuiden had men homovrienden. “Obama appelleerde aan een geloof in onschuld – in het bijzonder witte onschuld – die de historische fouten van het land eerder toeschreef aan een misverstand en het werk van een kleine kliek dan aan welbewuste kwaadwilligheid of verspreid racisme. Amerika was goed. Amerika was prachtig”.

Weerstanden

Coates stond wantrouwig tegen dat quasi kleurenblinde uitgangspunt, maar “over de volgende 12 jaar ging ik Obama beschouwen als een bedreven politicus, een hoog moreel mens en een van de grootste presidenten in de Amerikaanse geschiedenis. Hij was fenomenaal – de handigste uitlegger en bewandelaar van de kleurlijn die ik ooit gezien heb”.

“Hij had het vermogen tot diepe connectie met de harten van zwarte mensen, terwijl hij nooit twijfelde aan de harten van witte mensen”.

‘Wat essentieel was bij Barack Obama was niet dat hij geboren werd uit een zwarte man en een witte vrouw, maar dat zijn witte familie haar goedkeuring gaf aan die relatie, en blij was met het kind dat eruit voortsproot.’

Het toonde de particulariteit en het optimisme van Obama (dat hem blind maakte voor de aantrekkingskracht van Trump, schrijft Coates).

Het omarmen van “witte onschuld” was allicht een voorwaarde om als zwarte president verkozen te kunnen worden. Elke keer als de president huidskleur of racisme ter sprake bracht, was er een scherpe conservatieve weerbots.

De weerbots was er niet alleen inzake racisme, maar ook op andere fronten.

De president zette kleurenblinde hervormingen op, zoals Obamacare, die omdat ze de armsten ten goede kwamen ook en vooral de minderheden moesten helpen. Hij geloofde en gelooft rotsvast in de kracht van onderwijs, dat discriminatie wordt weggewerkt door een goed basisonderwijs te voorzien, en vervolgens een goed middelbaar, om uiteindelijk een goed hoger onderwijs breed beschikbaar te maken. Dat was zijn plan voor de komende decennia. Het is na de verkiezingen nog minder realistisch dan voordien, noteert Coates.

‘Fatsoenlijke witte mensen’

Obama is uniek omdat hij opgroeide bij een witte moeder en witte grootouders, die positief stonden tegen zwarten. Obama had opties, aldus Coates, maar hij besloot ervoor te kiezen zwart te zijn. “Ik voelde altijd dat zwart zijn cool was”, gaf de president zelf aan in gesprek met de schrijver.

Coates gaat hierop in: “Voor de meeste zwarte Amerikanen bestaan witte mensen direct of indirect als een kwalijk element in hun leven … Wat essentieel was bij Barack Obama was niet dat hij geboren werd uit een zwarte man en een witte vrouw, maar dat zijn witte familie haar goedkeuring gaf aan die relatie, en blij was met het kind dat eruit voortsproot. Dat deden ze in 1961 – op een moment dat seks tussen zwarte mannen en witte vrouwen in grote delen van het land niet alleen illegaal was, maar gepaard ging met doodsgevaar. Maar dat gevaar maakt geen deel uit van Obama’s verhaal. De eerste witte mensen die hij kende, degenen die hem grootbrachten, waren fatsoenlijk op een manier die weinig zwarte mensen in deze periode ervaarden”.

Obama’s persoonlijke ervaringen van racisme waren relatief beperkt.

Wat dat betreft, is hij het tegenbeeld van Coates zelf, die uit een familie komt die discriminatie ondervond en aanvocht. De vader van Ta-Nehisi Coates was lid van de zwarte verzetsbeweging Black Panthers, en kreeg het volle gewicht van de FBI van Edgar Hoover tegen zich.

Obama’s omgang met witte medemensen was veel minder confronterend.

Tijdens een van zijn gesprekken met Coates zei hij er het volgende over: “De werkhypothese dat er discriminatie zal zijn, of de aanname dat witte mensen me niet correct zouden behandelen of me een kans zouden ontnemen of me anders zouden beoordelen dan op basis van verdienste – dat soort werkhypothese is minder in mijn psyche aanwezig dan het, laten we zeggen, bij Michelle is”.

Die lens op de wereld maakte het voor Obama denkbaar om president van de VS te worden, schrijft Coates, en de president zelf bevestigt in ieder geval dat het hem een voordeel gaf: “Als ik in een kamer met witte landbouwers kom, vakbondslui, middenleeftijd – dan denk ik niet: ‘man, ik moet ze tonen dat ik een gewoon iemand ben’. Ik kom binnen met het idee dat die mensen net als mijn grootouders zijn. En ik zie de bakvorm die mijn grootmoeder gebruikte, en ze hebben hetzelfde postuurtjes op de schoorsteen staan. En misschien ontwapen ik hen door te veronderstellen dat we oké zijn”.

‘Er was ook weerstand tegen Bill Clinton’

Dat vertrouwen in witte mensen is iets wat bijna geen enkele zwarte heeft, aldus Coates, maar dat elke president moet hebben.

Dat gemak om in twee werelden te bewegen was een troef. Maar zijn positieve visie van de witte medemens, en de relatieve blindheid voor het racisme en de tegenkanting die hij kreeg, maakten volgens Coates dat hij het gevaar Trump lange tijd minimaliseerde. In gesprek met Ta-Nehisi legt Obama die Republikeinse obstructie rationeel uit. Als de Republikeinen niet samenwerken, “dan zou de partij aan de macht de prijs betalen en zouden zij de meerderheid in Huis en Senaat herwinnen”. “Dat was geen foute politieke berekening”, voegt hij toe, en hij verwees naar soortgelijke obstructie zijn die zijn Democratische voorganger Bill Clinton had doorstaan. Het had misschien meer met de Democratische partij dan met ras te maken, opperde hij.

Obama moest een hoog opgeleid rotgetalenteerd iemand zijn om verkozen te geraken, terwijl Trump voldoende had aan ‘geld en wit geraas’.

“Er zijn geen zuivere overwinningen voor zwarte mensen, of voor welk mensen ook”, concludeert Coates. “We kunnen nu zeggen dat een Afro-Amerikaans individu tot hetzelfde niveau kan stijgen als een wit individu, maar het aantal zwarten dat tot hetzelfde niveau kon opstijgen als witten blijft beperkt”. Hij geeft tennisster Serena Williams als ander voorbeeld. De deur van de tennisclubsnu staat open voor zwarte meisjes, maar die open deur is voor de meesten toch een eind weg.

Obama moest een hoog opgeleid rotgetalenteerd iemand zijn om verkozen te geraken, terwijl Trump voldoende had aan “geld en wit geraas”.

Nog voor Trump over zijn muur met Mexico begon, had hij zich binnen de conservatieve beweging geloofwaardigheid gecreëerd als leider van de ‘birther’-beweging – de beweging die de legitimiteit van Obama in twijfel trok door zijn geboorte in het land in twijfel te trekken. Een beweging die, toen Obama zijn geboortecertificaat toonde, ook zijn diploma’s in twijfel trok.

Obama dacht dat het niet zou werken, en hij maakte de misrekening om zijn erfenis toe te vertrouwen aan Hillary Clinton, schrijft Coates.

“De onderliggende veronderstelling – dat Hillary Clinton en Barack Obama ingeruild konden worden – toonde een probleem. Clinton was een kandidaat die in haar leven één competitieve verkiezing heeft gewonnen, van wie de politieke instincten door haar eigen adviseurs in twijfel werden getrokken, die meer dan een half miljoen dollar voor toespraken aanvaardde van een grootbank omdat ze me “dat aanboden”, die voorstelde om een ex-president, die geplaagd werd door beschuldigingen van verkrachtingen en seksuele intimidatie terug te brengen naar het Witte Huis”. Vergelijk dat met Obama, die “een van de meest schandaalvrije regeringsperioden heeft gehad van de moderne tijd”, die herhaaldelijk verkozen werd, en ook won in Republikeinse of strijdstaten. Veronderstel ook even, gaat hij verder, dat een zwarte de nadelen had gehad van Hillary Clinton – die zou waarschijnlijk niet eens het nationaal politieke toneel bereiken.

Freddie Gray,  gestorven na een 'ruwe rit' in een arrestatiewagen
Freddie Gray, gestorven na een ‘ruwe rit’ in een arrestatiewagen© /

De verkiezing van Trump “bevestigde alles wat ik wist over mijn land en niets wat ik kon aanvaarden. Het idee dat de eerste zwarte president zou opgevolgd worden door Donald Trump was in overeenstemming met de Amerikaanse geschiedenis. Ik was gechoqueerd dat ik gechoqueerd was. Ik had gewild dat Obama gelijk had”.

“Ik wil nog altijd dat Obama gelijk heeft. Ik wil mezelf nog altijd met zijn droom bedekken. Dat zal niet mogelijk zijn”.

Obama zelf houdt, in een gesprek na de verkiezingen met Coates, zijn optimisme over de toekomst van het land staande. De geschiedenis “gaat soms vooruit, en soms zijwaarts. Soms zigzagt ze”, zegt hij.

Moeten zwarte activisten schrik hebben, wilde Coates weten, onder meer verwijzend naar de vervolging van zijn vader door de FBI.

Sinds 11 september is de macht van de president toegenomen.

Obama sust hem. Misbruik is mogelijk, maar er zitten veiligheden op het systeem.

Coates is niet overtuigd. Hij verwijst naar de benoemingen van Trump, mensen die grapjes maken over de KKK, die breed veralgemenende anti-moslimuitspraken doen.

“Ik voelde dat ik wist wat eraan komt: meer Freddie Grays, meer Rekia Boyds, meer informanten en undercoveragenten om moskeeën te infiltreren”. Freddie Gray en Rekia Boyd zijn zwarte slachtoffers van politiegeweld.

“En ik wist ook dat de man die zo’n dingen niet kon ondersteunen in zijn Amerika verantwoordelijk was geweest voor de enige keer in mijn leven dat ik, zoals de First Lady ooit zei, trots was op mijn land”.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content