40 procent is extreem

Bert Bultinck

Er waart een spook door Europa: het spook van de opluchting. Toen zondagavond bekend raakte dat Emmanuel Macron (En Marche!) en Marine Le Pen (Front National) doorstoten naar de tweede ronde van de Franse presidentsverkiezingen, kon Europa weer ademhalen. Het nachtmerriescenario, waarin de extreemrechtse Le Pen het zou opnemen tegen de extreemlinkse Jean-Luc Mélenchon (La France Insoumise), ging niet door. In dat scenario kwamen twee felle critici van het Europese project tegen elkaar uit en zou de hele Europese Unie op de helling komen te staan, inclusief haar belangrijkste bestaansreden: de vergrendeling van de vrede op het Europese vasteland. De peilingen, die voor deze eerste ronde best accuraat waren, voorspellen voor de tweede ronde een eclatante overwinning van Macron, ook al blijft het onduidelijk hoeveel Fransen naar de stembus gelokt kunnen worden om tégen Le Pen te stemmen. Het zijn die tegenstemmers, veeleer dan de Macronsupporters, die cruciaal zullen zijn om Le Pen uit het Elysée te houden. Hoe kleiner de opkomst, hoe moeilijker het wordt voor Macron.

Het is de tweede keer in dik een maand dat Europa goed wegkomt. Midden maart zei de Nederlandse liberale voorman Mark Rutte dat Nederland ‘ho’ had gezegd ’tegen het verkeerde soort populisme’. De xenofobe populist Geert Wilders scoorde slechter dan verwacht, ook al won hij vijf zetels en verloor Rutte er acht. Een detail, zo werd gezegd: het extremisme was afgestopt. Ondertussen lopen de coalitiegesprekken met liberalen, christendemocraten, D66 en GroenLinks: het gaat moeilijk, maar het is toch business as usual. Dat was niet wat werd gevreesd sinds het brexitreferendum in juni vorig jaar, of de angstaanjagende verkiezing van Donald Trump in november. Kreten over een ‘populistische’ of ‘patriottische’ lente weerklonken links én rechts, het ondenkbare was plots zeer reëel. Politici, media en commentatoren hadden weer eens van alles gemist, de voeling met het volk was weg. En dat zou ook in Nederland en Frankrijk blijken.

Niet dus. In Frankrijk krijgen we nu naar alle waarschijnlijkheid een centrist als president. Macron zegt niet links of rechts te zijn. Soms zegt hij zelfs dat hij én rechts én links is: slimmere marketing van dezelfde positie. Deze erfgenaam van de afscheidnemende president François Hollande – een catastrofe als leider van de hexagone – is er paradoxaal in geslaagd zich te presenteren als vernieuwer. Macron stapte uit de PS, richtte zijn eigen beweging op, en profileerde zich als hervormer van de vermolmde vijfde republiek. Nochtans is hij zonder meer een establishmentfiguur. In 2014 werd deze ‘énarque’ – de naam voor een lid van de Franse elite die in de Ecole Nationale d’Administration (ENA) wordt klaargestoomd voor het staatsapparaat – binnengehaald door Hollande als minister van Economie. Daarvoor werkte hij als zakenbankier bij Rothschild & Cie. Wie hem ooit heeft horen spreken, ziet een intelligente en welbespraakte politicus, maar dan met een extra dikke laag teflon. Een briljante marketeer van plastic, zij het eentje met een positief en zeer Europavriendelijk verhaal. Een Europees defensiefonds, een eigen budget en parlement voor de eurozone en burgerconventies in alle lidstaten moeten de slagkracht verhogen en het democratisch deficit inperken. Hij wil Europa vernieuwen.

Daarmee komt hij geen moment te vroeg. De brexit, de mislukte spreidingsplannen voor vluchtelingen, het aanhoudende besparingsbeleid in Griekenland, de al te rigide drieprocentnorm voor het begrotingsdeficit, de gespannen situatie aan de oostgrenzen en vooral het gebrek aan een breed Europees politiek debat: iedereen in Brussel kent de problemen, maar het blijft wachten op sterke initiatieven in de schoot van een zelfgenoegzame eurocratie. In dat licht verdienen de scores van Le Pen en Mélenchon toch wat meer aandacht: samen behaalden deze kandidaten van de extreme linker- en rechterzijde meer dan 40 procent van de stemmen. Te vrezen valt dat met Macron in het Elysée het Europese project níét de schokbehandeling zal krijgen die het nodig heeft. En dat we over een paar jaar opnieuw voor de tv zullen bibberen. François Fillon, de verliezer van traditioneel rechts, drukte de Fransen op het hart om tegen Le Pen en dus voor Macron te stemmen. ‘Het extremisme kan alleen maar ongeluk brengen’, zei hij. Dat klopt. Maar laten we vooral niet vergeten dat een kleine helft van de Fransen dit weekend ‘genoeg’ heeft gezegd. Het moet anders, en snel ook.

Bert Bultinck is hoofdredacteur van Knack.

Zal met Macron in het Elysée het Europese project de schokbehandeling krijgen die het nodig heeft?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content