Zal China de Belgische economie uit het slop trekken? Waarom zou het?

Als Peking erin slaagt om haar toekomstvisie voor de Chinese samenleving tot een goed einde te brengen, dan zouden de kansen voor ons land enorm kunnen zijn.

Ons land is een van de meest geglobaliseerde samenlevingen, maar wordt gerund op de meest provincialistische manier. Dat werd opnieuw duidelijk tijdens het bezoek van President Xi Jinping met in de marge daarvan de vraag wat het belang van China is voor ons land. Het viel daarbij steevast op dat er tussen ongeoorloofde euforie en onwetende angst één groot inzichtelijk braakland gaapt. Beleidsmakers en bedrijfsleiders hebben natuurlijk andere dingen aan hun hoofd, maar hoe kunnen we een belangrijk staatsbezoek nu omzetten in een opportuniteit voor ons land als het inzicht ontoereikend is?

Laten we ingaan op twee belangrijke kwesties, te beginnen met de economische relaties tussen België en China. Komt President Xi de Belgische economie uit het slop trekken? Wel, waarom zou hij? De uitdagingen voor China zelf blijven fenomenaal. Armoede, de onevenwichtige groei en de uitzinnige milieuproblematiek zijn er maar enkele. President Xi heeft een buitengewoon ambitieus en inspirerend plan uitgerold om die problemen aan te pakken en ik geloof ook dat het de overheid écht menens is om een samenleving te ontwikkelen die duurzamer, rechtvaardiger én competitiever is.

Tijdens het bezoek aan België wilde Xi die objectieven uiteraard zoveel mogelijk uitleggen. Als Peking erin slaagt om haar toekomstvisie voor de Chinese samenleving tot een goed einde te brengen, dan zouden de kansen voor ons land enorm kunnen zijn. Beeldt u het zich in, een stabiele, welvarende en milieubewuste markt van meer dan één miljard consumenten. Maar dat is dus toekomstmuziek, een perspectief voor binnen tien tot twintig jaar, als het allemaal lukt, natuurlijk.

Het is de transitie naar die meer evenwichtige economie die het de Belgische economie op korte termijn echter moeilijk kan maken. Hoe belangrijk zaken als duurzaamheid, liberalisering en het versterken van de binnenlandse consumptie ook zijn in de plannen van Xi, zijn belangrijkste streven betreft het maken van de sprong van een middeninkomensland naar een hoge-inkomensland. Om de noodzakelijke productiviteitssprong te maken zijn er méér investeringen nodig in geavanceerde industrie en ook méér export van competitieve goederen en diensten.

Ik neem dat China niet kwalijk en zou in de positie van Xi wellicht net hetzelfde hebben nagestreefd: eerst soliede economische fundamenten, dan de rest. Laat ons ook eerlijk zijn, we hebben in onze eigen mercantiele fase een goed voorbeeld gegeven. Maar dat maakt de uitdaging niet minder groot. China zal haar nationale bedrijven nog meer als vandaag ondersteunen om in binnen- en buitenland een groot marktaandeel te veroveren. Het zal nog naarstiger op zoek gaan naar kennis en technologie. Het zal ook nog meer, niet minder, krediet verschaffen aan haar uitvoerders.

De tweede kwestie die steevast wordt opgebracht, is de Chinese militaire opmars. China is inderdaad haar militaire modernisering aan het versnellen. Maar maakt dat China tot een bedreiging? Mijn inschatting is dat niet China de bedreiging is voor Europa, maar het wantrouwen dat de hele Aziatische regio typeert. Opnieuw, ik kan president Xi goed begrijpen als hij af wil van dat gordijn van sensoren en plaatstaal dat de Amerikanen optrekken van Japan tot Australië, net zoals ik de Amerikanen kan begrijpen dat zij het zekere voor het onzekere kiezen. Zoiets heet een veiligheidsdilemma, een geopolitiek nulsomspel. Thucydides schreef er al over in de oudheid en vandaag is het nog steeds een belangrijke oorzaak van spanningen.

Maar dat geeft de Amerikanen niet het recht om de morele suprematie te claimen. Niets maakt de Chinese inspanningen om de krijgsmacht te moderniseren problematischer dan die van andere landen. Transparantie in die modernisering is vaak evenzeer een probleem bij de Verenigde Staten. Het lijkt me al helemaal onwaarschijnlijk dat China in een gewapend conflict ooit bewust de internationale handel zou gaan verstoren, alleen al omdat zij zelf daar het eerste slachtoffer van zou worden.

Kortom, de militaire rivaliteit in Azië draait om macht, niet om rechtvaardigheid. Wederom, echter, zijn de gevolgen voor Europa daarom niet minder aanzienlijk. De wapenwedlopen waaieren uit naar de ruimte en het internet. Het wantrouwen verhindert internationale samenwerking in de gordel van onzekerheid rondom Europa.

China is eigenlijk een heel normaal opkomende macht. Het wil wat andere grootmachten nastreefden in het verleden. Eerder dan enkel de Chinezen met de vinger te wijzen, zouden we de plannen van de Chinezen moeten leren begrijpen en vooral ook moeten inzien dat machtspolitiek de eeuwige drijfveer van de internationale realiteit vormt, of die nu vertegenwoordigd wordt door een charismatische President die met veel brio vrijheid of democratie komt bezingen, of een meer timide President die komt pleiten voor een nieuwe Chinese droom van duurzaamheid en gelijkheid. De verpakking verandert, de essentie blijft.

Ik denk persoonlijk dat Europa en België baat hebben bij een sterk partnerschap met China. In dat partnerschap moet gestreefd worden naar wederkerigheid. Onevenwicht op de handelsbalans, bijvoorbeeld, kunnen voor even, maar niet langdurig.

Kortom, België moet dat soort bescheiden machtspolitiek zelf opnieuw in de vingers krijgen. Het partnerschap moet echter ook rusten op dialoog. België en China delen veel problemen en in de zoektocht naar oplossingen zie ik dat President Xi met zijn Chinese Droom een stukje dichter bij de Europese realiteit wenst te komen. Zeker met een ambitieuzere Europese Droom en een flinke dosis realistisch staatsmanschap zou zo’n partnerschap best haalbaar kunnen zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content