De anti-Europese United Kingdom Independence Party (UKIP) heeft een klinkende zege behaald bij de Britse lokale verkiezingen. De traditionele partijen verliezen overal handenvol zetels aan de partij van Nigel Farage.
UKIP kreeg maar liefst 17 procent van de stemmen, meldt de BBC vrijdag op basis van eerste prognoses. Daarmee is de partij in een klap de derde partij geworden in Groot-Brittannië. Dat resultaat in Engeland en Noord-Ierland geeft aan dat de politiek verder versplintert.
De grootste oppositiepartij Labour kreeg vermoedelijk 31 procent van de kiezers en de grootste regeringspartij, de Conservatieve Partij van premier David Cameron, kreeg 29 procent. De Liberaal-Democraten van vicepremier Nick Clegg, ontvingen slechts 13 procent van alle uitgebrachte stemmen.
Vertrouwen
Als de stemming zich volgend jaar bij de verkiezingen voor het Lagerhuis – de Britse Kamer van Volksvertegenwoordigers – herhaalt, wordt de vorming van een regering bijzonder moeilijk. Farage zelf heeft er vertrouwen in. Volgens hem laat de grote verkiezingszege zien dat zijn partij een ‘rol van betekenis’ gaat spelen bij de parlementsverkiezingen in 2015.
Het Britse kiesstelsel probeert onder meer met behulp van het districtenstelsel ervoor te zorgen dat één partij met een meerderheid in het parlement kan regeren. Coalitieregeringen zoals de huidige van Cameron zijn dan ook een ongewoon verschijnsel.
De huidige regeringspartijen kregen bij de laatste landelijke verkiezingen van 2010 in totaal 59 procent van de kiezers achter zich. De Conservatieven kregen 36 procent en de Liberaal-Democraten 23 procent. De sociaaldemocraten moest toen genoegen 29 procent. (Elsevier/Tom Reijner/TV)
