Leo Neels

Wie bewaakt de democratie?

Leo Neels Advocaat en Prof. (em.) Mediarecht KULeuven en UAntwerpen

De Knack-redactie kroonde klokkenluider Edward Snowden tot persoonlijkheid van het jaar 2013. Terecht. De redacties van The New York Times en The Guardian verzochten de U.S. om hem naar huis te laten komen en hem gratie te verlenen. Toch maakte de man zich schuldig aan een ernstig delict, hoogverraad.

Democratie is een proces van ‘checks and balances’. Snowden toonde dat de interne controles rond Inlichtingendiensten totaal niet meer functioneerden, en bewees daarmee de Amerikaanse democratie – en, bij uitbreiding, haar Westerse bondgenoten – een grote dienst. L’histoire se répète.

“Er zijn te veel mensen bespioneerd door te veel overheidsdepartementen, en er is veel te veel informatie verzameld.” Deze uitspraak herkennen we onmiddellijk als een uitspraak van Edward Snowden, maar dat is fout. Het is een citaat uit het eindrapport van het “US Senate Select Committee to Study Governmental Operations with Respect to Intelligence Activities” – het zgn. Church Committee Report, gepubliceerd in … 1975, 38 jaar voor Snowden zijn gestolen informatie aan The Guardian en geselecteerde media bezorgde.

Destijds was de atmosfeer getekend door het klimaat van protest tegen de Vietnamoorlog, het Watergateschandaal en de afgang van President Nixon die in 1974 aftrad. Vanaf 1970 werden bekend dat het Amerikaans leger de eigen burgers bespioneerde, dat Amerikaanse inlichtingendiensten moordaanslagen op buitenlandse staatshoofden beraamde, dat de CIA en het FBI briefwisseling tussen burgers opende en nalas, en informatie verzamelde over politieke activiteiten van Amerikaanse burgers.

Wie bewaakt de democratie?

Leo Neels

Het zgn. Church Committee publiceerde 14 rapporten, waarvan grote stukken vandaag via Internet te raadplegen zijn. Het onderzoekscomité was fors tegengewerkt vanuit het Witte Huis en vanuit CIA, NSA en FBI. Die voerden voortdurend aan dat het onderzoek de staatsveiligheid van de US zou ondermijnen, en inlichtingendiensten met correcte oogmerken onmogelijk zou maken. Het doel was evenwel om inlichtingendiensten, waarvan men de noodzaak inzag, correct te her-kaderen in een democratische rechtsstaat, om de nodige discretie te verzoenen met democratische verantwoordingsplicht en vrijwaring van fundamentele rechten.

De rapporten toonden verregaande laksheid en nalatigheid aan in de opvolging en controle op zulke activiteiten. Ze benadrukten het nut van inlichtingendiensten, doch deden ook ernstige voorstellen om dergelijke ‘geheime’ operaties aan strikte en onafhankelijke controle te onderwerpen. Church concludeerde dat de US moeten beschikken over een belangrijke inlichtingencapaciteit. Maar die moet dienen om vijanden van de States te kunnen volgen, niet om normale politieke activiteit van de eigen bevolking te bespioneren. De capaciteit is zo overweldigend, aldus Church, dat een bestuur met verkeerde bedoelingen er makkelijk misbruik van zou kunnen maken om de rechten en vrijheden van de burgers en het democratisch gehalte van de US in het gedrang te brengen. De énige manier om dat te voorkomen is dat al die diensten strikt binnen de wet handelen, onder strakke onafhankelijke controle.

Dat is nu ook exact de stelling van de “Review Group on Intelligence” die aan President Obama rapporteerde op 12 december ll, naar aanleiding van de lekken van Snowden. Het comité, met o.m. Prof. Sunstein van Harvard, is messcherp en formuleert liefst 42 aanbevelingen. De toezichtsorganen hebben hun job niet gedaan, en er zijn verregaande wanpraktijken bij de Inlichtingendiensten. Zelfs het bijzonder rechterlijk toezicht, dat moest waken over de grenzen van de activiteit, faalden. Inlichtingendiensten zijn nodig, maar ze blijven verantwoordingsplichtig. Omwille van de noodzakelijke discretie dienen de toezichthouders scherpzinnig en waakzaam te blijven. Weliswaar zijn autoriteiten vandaag ook geconfronteerd met werkelijke vijanden binnen het eigen grondgebied, doch dat rechtvaardigt geen inbreuken op rechten en vrijheden.

Dat is wat democratie onderscheidt: het doel, hoe nobel ook, heiligt niet de middelen

Leo Neels

Burgers hebben het recht om met rust te worden gelaten, als onderdeel van hun persoonlijkheidsrechten. Dit is het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer – inbegrepen vertrouwelijke communicaties. Ze moeten zich ook veilig voelen tegenover de eigen autoriteiten. Overheden staan voor een delicate taak van adequaat risicomanagement, doch met het oog op àlle risico’s – niet alleen die voor de veiligheid, ook die voor de privacy. En dit moet intelligenter en waakzamer gebeuren dan een simpele afweging. Andere oogmerken, zoals terrorismebestrijding, zijn ook belangrijk, doch ze rechtvaardigen niet dat fundamentele rechten aan de kant worden geschoven. Dat is een lastige taak, maar in een democratie moet men de ambitie hebben om ook die lastige taak correct te vervullen, en niét te kort door de bocht te gaan: dàt is immers juist wat democratie onderscheidt: het doel – hoe nobel ook – heiligt niét de middelen.

De geschiedenis toont aan dat macht zonder efficiënt toezicht ontspoort. Beleid met één oogmerk, zoals een rechtmatig veiligheidsoogmerk, is riskant, omdat het leidt tot overdrijving. Dat bleek in de jaren ’70, en nu ook weer.

Edward Snowden was contractueel verbonden met de NSA, en had een forse vertrouwelijkheidsverbintenis onderschreven. Het staat vast dat hij die heeft geschonden. Dat ging hem overigens makkelijk af, omdat het systeem makkelijk te kraken bleek: er werd nogal slordig met de veiligheidsvoorschriften omgesprongen.

De schending van zijn vertrouwelijkheidsplicht is een ernstig misdrijf, gekend onder de noemer ‘hoogverraad’. Daar wordt – terecht – niet mee gelachen. De samenleving moét er op kunnen rekenen dat personen die met de staatsveiligheid belast zijn en met inlichtingendiensten, dat doen volgens de meest strikte juridische normen. Snowden heeft dat vertrouwen fors beschaamd. Dat vergt dat hij zich strafrechtelijk verantwoordt.

Hij poogt zich thans aan die verantwoordingsplicht te onttrekken, als gast van een regime dat geen boodschap heeft aan democratie en fundamentele rechten en vrijheden. Die eigenaardigheid is symptomatisch voor een onaanvaardbare toestand. De US, vlaggenschip van democratische rechtsstaten, blijkt met rechten en vrijheden zeer los te zijn omgesprongen, en een verdediger van fundamentele rechten zoekt tijdelijk asiel in een land dat vooral gekend is voor miskenning van de rechten en vrijheden van zijn eigen burgers.

Snowden bracht – zo blijkt uit het rapport van de Controlecommissie – verregaande onwettigheden aan het licht. Hij deed dat met schending van de wettelijke normen waaraan hijzelf onderworpen was. De Amerikaanse autoriteiten moeten bereid zijn een voordeel van Snowden’s illegale actie te zien, nl. dat zij nu in staat zijn hun inlichtingendiensten te herijken, en in de toekomst te doen functioneren met respect voor rechten en vrijheden van zijn burgers.

De VS had ook, zoals het een democratie betaamt, het hoofd diep kunnen buigen voor de onwettigheid in hun optreden

Leo Neels

Strafrechtelijk levert dat Snowden wellicht een rechtvaardigingsgrond op voor zijn actie: hij kan zich dan in rechte verantwoorden voor zijn inbreuk, doch daarbij zal de rechter in rekening moeten brengen dat zijn optreden ook een groot voordeel had voor de Amerikaanse samenleving, nl. dat het beleid terug kan aanknopen bij de democratische rechten van zijn burgers.

Veel ‘staatsgeheimen’ liggen er immers, na de lekken van Snowden, niet op straat, maar vooral toch geklungel, illegaliteit en dubieuze praktijken, die zo typisch zijn voor autoriteiten die unidimensioneel denken en doen, zonder tegengewicht. Men kan denken aan de afluistering van Kanselier Merkel of de Europese Commissie: wélk veiligheidsrisico de US daarmee zou bestreden hebben, is allerminst duidelijk, het gaat gewoon om ontoelaatbare handelingen ten opzichte van bondgenoten.

Hetzelfde geldt voor de meeste informatie die Manning, in militaire dienst, heeft gelekt. De belangrijkste elementen waren onwettige oorlogshandelingen, zoals het neerschieten van burgers die gekwetsten te hulp kwamen. 35 jaar gevangenis – terwijl de VS ook, zoals het in een correcte democratie betaamt, het hoofd diep hadden kunnen buigen voor de onwettigheid die in hun overheidsoptreden was geslopen, en een rechtvaardigingsgrond hadden kunnen aannemen voor Manning.

Is een systeem zoals de US bekwaam om daarop terug te komen, en de fout ten opzichte van Snowden niét te herhalen? Dàt is een kernvraag voor de US als vlaggenschip van Westerse democratiën. Ja, die worden vandaag zowel extern als intern bedreigd. Maar overheidsoptreden dat zélf de basisregel – deze van wettigheid van àlle overheidsoptreden – schendt, hoort niet tot het arsenaal van een Westerse democratie. De 35 jaar van Manning en de ongemakkelijke ballingschap van Snowden in een dictatuur zijn géén ‘collateral damage’ van een democratie, ze zijn een teken van ontsporing ervan. President Obama heeft daarop geen enkel antwoord gegeven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content