Westerse jongeren hebben het gehad met de democratie

GEERT WILDERS: Amper 35 procent van de Nederlandse jongeren vindt het belangrijk om in een democratisch land te wonen.
Jelle Dehaen
Jelle Dehaen Medewerker Knack, historicus, filosoof, auteur

Onze democratie wordt structureel zwakker, waarschuwt politicoloog Roberto Foa. Hij stelt in een nieuwe studie vast dat het verlangen naar de sterke leider toeneemt, vooral bij jonge mensen.

Roberto Foa doceert aan The University of Melbourne en is lid van The World Values Survey, een wereldwijd vertakte denktank van politieke wetenschappers. Hij voert al jaren onderzoek naar de staat van de democratie en publiceert daarover in januari enkele opmerkelijke onderzoeksresultaten in Journal of Democracy.

De belangrijkste conclusie is dat almaar meer westerlingen twijfelen aan de democratie. Het lidmaatschap van politieke partijen loopt terug en het vertrouwen in het parlement daalt. Maar dat wantrouwen is niet tegen bepaalde politici of partijen gericht, het is de democratie zelf die ter discussie wordt gesteld. Zo verlangen 45 procent van de Spanjaarden en 40 procent van de Fransen naar een sterke leider. En een op de zes Amerikanen wil dat het leger de macht grijpt, een verdrievoudiging in vergelijking met 1995.

Het zijn vooral jongeren die het gehad hebben met de democratie. In de VS, Nederland en Groot-Brittannië vindt amper 35 procent van de jongeren dat het ‘heel belangrijk is om in een democratisch bestuurd land te wonen’. Bij de zeventigers ligt dat cijfer dubbel zo hoog.

Volgens Robert Foa speelt gewenning een grote rol. ‘De jongeren van vandaag zijn opgegroeid na de Koude Oorlog en weten niet meer hoe gevaarlijk het totalitarisme is. Net omdat de democratie zo succesvol is geweest, lijkt ze vanzelfsprekend.’

Jongeren zijn graag tegendraads. Zullen ze die fase niet ontgroeien?

ROBERTO FOA: Dat zou ik graag geloven, maar dat is niet wat hier speelt, denk ik. In de jaren 1980 waren jongeren net de groep met het grootste democratische en politieke engagement.

Een andere verrassende statistiek is dat rijke mensen vaak antidemocratisch zijn. In Amerika verlangt veertig procent van hen naar een sterke leider.

FOA: Enkel westerlingen verbazen zich daarover, want in de rest van de wereld is die houding de norm. De rijken zijn doorgaans sceptisch over de democratie, omdat de massa beslissingen kan nemen die tegen hun belangen ingaan. Aangezien de ongelijkheid de afgelopen jaren is toegenomen, is het verschil tussen de toplaag en de gewone mensen nog groter geworden en daardoor is ook de afkeer van de rijken voor de democratie gegroeid.

Ondertussen neemt de onvrede met de democratie ook bij gewone mensen toe. Ze hebben het idee dat lobbyisten de besluitvorming bepalen en dat er naar hen niet geluisterd wordt.

FOA: Dat is meer dan een idee, want er zijn verschillende onderzoeken die dat bevestigen. Als de onvrede met de democratie toeneemt, is er een ruimte waarin het totalitarisme kan gedijen. De democratie is immers, in tegenstelling tot wat we vaak denken, geen natuurwet. Het is niet omdat ze al lang bestaat dat ze niet meer kan verdwijnen. Daar zijn talloze historische voorbeelden van. In Venezuela bestonden er al lang democratische instellingen, maar in de jaren tachtig daalde het vertrouwen daarin. Daarvan maakte de extreemlinkse president Hugo Chavez gebruik om de verkiezingen te winnen en een dictatuur te installeren. Eerst worden mensen sceptischer over de democratie en vervolgens komen de autoritaire leiders op. Daarom zijn de cijfers in het Westen zo alarmerend. Ze tonen aan dat de democratie structureel verzwakt.

Jelle Dehaen

‘Rijken willen vaker een sterke leider dan gewone mensen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content