Leve de dienstplicht

Jonathan Holslag

We moeten jongeren de kans geven zich in te zetten voor het algemeen belang, stelt JONATHAN HOLSLAG. Meer nog, burgerschap zou voor iedereen een levenslang engagement moeten zijn.

Laatst mocht ik in de marinierskazerne in Rotterdam de Johan De Witt-lezing verzorgen. De cruciale vraag die bij iedereen op de lippen lag, was: hoe in godsnaam maken we de samenleving opnieuw wat strijdvaardiger? Het antwoord, dacht ik, hoefde men niet ver te zoeken. Het stond in het blazoen van het marinierskorps gegrift: ‘Verbondenheid, toewijding en kracht.’ Mooi toch hoe enkele woorden een missie kunnen samenvatten. Maar moeten we onze kinderen daarvoor echt opnieuw naar het leger sturen?

Enkele collega’s van de Vrijdaggroep leverden onlangs een stevig pleidooi om de dienstplicht opnieuw in te voeren. Dat kreeg bijzonder veel bijval via sociale media. Wat vooral van tel is, zo ging de redenering, is jongeren na hun middelbare school de kans te geven om elkaar te ontmoeten en zich in te zetten voor het algemeen belang. Ik vind dat een goede suggestie. Er zou een waaier aan mogelijkheden geboden moeten worden: echte legerdienst, maar ook vrijwilligerswerk in een ziekenhuis, in natuurbeheer, in een kunstencentrum, en, waarom niet, zoals het Peace Corps, in het buitenland.

Daar mag het evenwel niet bij blijven. Dienstbaarheid, maatschappelijke betrokkenheid, maar ook de kans om jezelf te herbronnen, zouden het best een levenslang engagement worden. Om te beginnen moeten kinderen het juiste voorbeeld krijgen van hun ouders, en waar kun je dat beter zien dan op de lagere school? ‘It takes a whole community to raise a child’, luidt het. Het liefst gebeurt zoiets spontaan, maar het kan ook via een contract waarbij ouders zich tot een aantal engagementen verbinden.

Iedereen is welkom op de school, als ze zich ertoe engageren om haar samen sterker te maken. Dat begint met het leren van de taal. Ik sta ervan versteld hoeveel ouders, vaak lieve mensen, niet tot interactie komen met andere ouders omdat ze de taal niet machtig zijn. Daarnaast schat je gewoon iedereen op zijn waarde: de één kan mee een avonturenkamp organiseren, de ander bijles wiskunde geven. Scholen moeten echte open scholen worden, stevig ingebed in de gemeenschap.

Dat brengt ons naadloos bij de discussie over de eindtermen in het middelbaar onderwijs. De bevoegde minister, Hilde Crevits, heeft beloofd om méér ruimte te scheppen voor burgerzin. Het resultaat valt nogal magertjes uit. Er moet aan burgerschap gewerkt worden binnen bestaande vakken, maar de vakken die daarvoor in aanmerking komen, zoals geschiedenis en Nederlands, zitten nu al stampvol. Zeker ook omdat de voorbije tien jaar meer werd ingezet op vaardigheden.

In het huidige lesrooster ook nog eens ruimte voor debatten in verband met burgerschap voorzien, is onmogelijk zonder verder roofbouw te plegen op de kennisoverdracht. En het blijft echt wel belangrijk om de geschiedenis te kennen, alvorens er iets mee aan te kunnen. Er zal dus gewoon meer tijd vrijgemaakt moeten worden. Ik vraag me overigens af waarom er, nu de behoefte aan vorming zo groot is, niet overwogen kan worden om de zomervakantie een week in te korten. Die tijd kun je dan verspreiden over het schooljaar voor burgerschapsinitiatieven, bezinning enzovoorts.

Burgerschap is een levenslang engagement. Voor te veel mensen stopt het leren begrijpen van onze samenleving na het laatste jaar op school, en de populaire nieuwsmedia brengen nadien weinig soelaas. Ik zie wel wat in de terugkeer van laagdrempelige volksscholen. Veel klaslokalen staan ’s avonds leeg, dus waarom gebruiken we die niet voor debatten die verder gaan dan een duim naar boven of naar beneden op Facebook? Deelnemers zouden er elk jaar een aantal dagen tijdskrediet voor kunnen krijgen.

Tijd, het woord is gevallen. Ik kan heel goed begrijpen dat mensen diep zuchten bij het pleidooi voor burgerschap. Is ons leven nu al niet jachtig genoeg? Maar bij velen is die jachtigheid minstens deels het gevolg van een keuze voor meer materiële welvaart: een tweede auto, een derde keer op vakantie … Ik vind dat we duidelijk mogen zijn en vergeef me het vermanende vingertje: burgerzin is een hogere plicht! Voor de talrijke mensen bij wie het eerder gaat om een tweede baan om rond te komen, is het in ons aller belang om hen extra on-dersteuning te geven. Als we een veilige en waardige samenleving willen, zullen we er met z’n allen voor moeten vechten – op school en daarbuiten.

Jonathan Holslag (°1981) is professor internationale betrekkingen aan de VUB.

We zouden opnieuw een legerdienst moeten invoeren, maar ook vrijwilligerswerk, in ziekenhuizen of kunstencentra bijvoorbeeld.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content