Wat als Kennedy de moordaanslag overleefd had?

VS-president John F. Kennedy in 1963, enkele uren voor zijn dood. © Reuters
Tom Vandyck
Tom Vandyck Tot 2014 correspondent in de VS voor Knack.be

Stel: Lee Harvey Oswald mikt in 1963 een beetje minder goed en John F. Kennedy komt levend weg uit Dallas. Amerika en de wereld zouden er heel anders uitgezien hebben. Of misschien net niet.

Neem aan dat Kennedy Oswalds kogel overleeft. Na een paar weken komt hij uit het ziekenhuis. De beelden van zijn herintrede in het Witte Huis gaan de wereld rond. Was hij voordien al goed op weg naar herverkiezing, dan is hij nu, met de massale sympathie van het volk, helemaal niet meer te stoppen. In 1964 wint hij dan ook een tweede ambtstermijn. Hoe zou die eruit zien?

Burgerrechten

Dat JFK gewonnen was voor gelijkberechtiging van zwarte Amerikanen is bekend. Hij kreeg in het Congres echter het deksel op de neus en kwam geen meter verder.

Dat de burgerrechtenwet er uiteindelijk toch kwam, was cynisch genoeg te danken aan Kennedy’s dood. Zijn opvolger in het Witte Huis, vicepresident Lyndon B. Johnson, verkocht de goedkeuring van de wet als een eerbewijs aan de vermoorde president, iets waar parlementsleden maar heel moeilijk tegenin konden gaan.

Bovendien was Johnson, in tegenstelling tot Kennedy, een meester in het bespelen van het Congres. Als voormalige Congresman en Democratische leider in de Senaat wist hij precies hoe hij zijn voormalige moest vleien, afdreigen of omkopen met politieke hand- en spandiensten.

Of Kennedy dat zelf ook gekund zou hebben, is twijfelachtig. Johnsons steun wilde hij alvast niet hebben. Beide mannen konden elkaar niet uitstaan. Johnson zat werkloos te verkommeren min zijn kantoor.

Ergo: als hij was blijven leven, zou Kennedy’s imago als burgerrechtenvoorvechter niet ongeschonden zijn gebleven. Er zouden net zo goed spanningen, protesten en rassenrellen geweest zijn. Martin Luther King was wellicht nog steeds vermoord. En de kans is groot dat Kennedy daar niet eens een goedgekeurde burgerrechtenwet tegenover had kunnen stellen.

Vietnam

Sommigen geloven dat JFK de Vietnamoorlog niet had laten gebeuren. Nadat de wereld met de Cubacrisis aan de rand van een kernoorlog was gekomen, zou hij de Koude Oorlog hebben afgebouwd en détente hebben gezocht met de Sovjet-Unie.

Geen Vietnamoorlog betekent een heel andere jaren zestig in de VS. De sociale veranderingen die leidden tot Woodstock en flower power waren al langer aan de gang, maar zonder oorlog zou je ook geen protestbeweging gezien hebben en evenmin de conservatieve tegenbeweging die leidde tot Nixon en Reagan.

Kennedy was echter niet de vredesduif waarvoor we hem nu wel eens houden. Tijdens de Cubacrisis ging hij tegen zijn oorlogszuchtige generaals en adviseurs in, maar hij was net zo goed een virulente anticommunist die de Koude oorlog met enthousiasme voerde.

Kennedy geloofde in de dominotheorie. Die wilde dat als één land ten prooi viel aan het communisme, de andere landen in de regio zouden vallen als dominostenen. Hij was het dan ook die de militaire adviseurs naar Vietnam stuurde om dat te voorkomen. Hun aanwezigheid zou door de jaren heen uitgroeien tot een heuse oorlog.

De kans is dan ook groot dat de zaken met Kennedy net zo geëscaleerd zouden zijn als met Lyndon B. Johnson. In dat geval zou hij het doelwit zijn geworden van de anti-oorlogsprotesten en zou zijn imago er vandaag heel anders hebben uitgezien.

Affaires en schandalen:

Kennedy’s imago zou ook heel anders geweest zijn als de Amerikaanse pers in de vroege jaren zestig even doortastend was geweest als tegen het einde van het decennium.

Kennedy is vandaag notoir om zijn buitenechtelijke affaires, met als meest opmerkelijke die met Marilyn Monroe. Daar werd op dat moment niks over geschreven. Luttele jaren later was dat al anders. Zie ook: de beruchte Chappaquiddick-affaire met JFK’s broer Teddy die op dat eiland met zijn wagen het water in reed. Zijn vriendinnetje verdronk. De zaak ging in de doofpot, maar deze keer schreef de pers er wel volop over. De zaak bleef Ted Kennedy nog jaren achtervolgen.

Ook JFK’s medische toestand en zijn overmatige medicijnengebruik zou in de latere jaren voer voor de journalisten geweest zijn. Kennedy leed onder andere aan schildklieraandoeningen en chronische rugpijn. Hij nam daar een indrukwekkende medicijnencocktail voor van onder andere amfetamines, steroïden en antidepressiva – spullen waarvan bekend is dat zede geest niet bepaald helderder maken. Hij deed dat onder ander tijdens de Cubacrisis.

Kortom: Kennedy had geluk dat de pers in zijn tijd niet erg assertief was. Anders had zijn imago van altijd blakende jonge held gegarandeerd flink wat knauwen gekregen.

Pech voor LBJ

Gesteld dat Kennedy inderdaad al die problemen gekregen had, dan was zijn achternaam misschien eerder een vloek dan een zegen geworden voor zijn broer Robert, die in 1968 presidentskandidaat was en op zijn beurt vermoord werd. Was ook RFK blijven leven, dan was de kans zodoende groot dat je ook met een Kennedy op de stembrief Nixon als president kreeg. Dan was de geschiedenis min of meer in de bekende plooi gevallen.

De grote pechvogel van dat hele verhaal was echter Lyndon Johnson, en dat niet alleen omdat zonder Kennedy’s dood nooit president geworden was.

Op het moment dat Kennedy doodgeschoten werd, stond het toen zeer populaire Life Magazine op het punt om een reeks onthullingen te publiceren over hoe Johnson zijn als machtige politicus misbruikt had om een hoop geld te verdienen.

Dat had het einde van Jonhsons politieke carrière kunnen betekenen. In plaats van de man die Afro-Amerikanen gelijke rechten gaf en een aantal belangrijke sociale voorzieningen in het leven riep, was hij dan de geschiedenis in gegaan als een door zijn baas sowieso al geminachte vicepresident die in een waas van corruptie gedumpt was nog voor de herverkiezingscampagne.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content