Waarom wil Hongarije geen vluchtelingen opvangen?

Hongaars premier Viktor Orban tijdens een debat in het Europees Parlement, Straatsburg, 2 juli 2013. © Reuters
Kamiel Vermeylen

Woensdag besloot het Europees Hof van Justitie dat het spreidingsplan voor vluchtelingen niet in strijd is met de Europese wetgeving. De reacties in Hongarije, dat geen vluchtelingen wil opvangen, waren niet mals.

In de zomer van 2015 bereikte de vluchtelingencrisis een van haar eerste hoogtepunten. In Griekenland en Italië kwamen er via de Middelandse Zee dagelijks duizenden mensen uit voornamelijk Syrië, Irak en Eritrea aan.

In volle economische crisis ontving Griekenland in de eerste negen maanden van 2015 maar liefst 415.000 mensen, en in Italië zetten diezelfde periode 132.000 mensen voet aan de grond. Maar ook in Hongarije dienden een kleine 200.000 mensen een asielaanvraag in. Zij waren voornamelijk via de Westelijke Balkanroute het land binnengekomen.

Van geven naar nemen

Omdat een onhoudbare situatie dreigde, keurde de Europese Raad op 9 september 2015 een permanente rekensleutel goed op basis waarvan de asielzoekers uit Italië, Griekenland en Hongarije over het Europese continent zouden worden verspreid. Diezelfde dag nog deed de Europese Comissie, met steun van het Europees Parlement, een voorstel om de lidstaten te verplichten 120.000 asielzoekers uit Hongarije, Griekenland en Italië op te nemen.

Plots zou Hongarije geen mensen kunnen sturen naar andere landen, maar mensen moeten opvangen – van geven naar nemen.

Nog geen week later bereikte de Europese Raad een akkoord over een concrete, maar vrijwillige herverdeling die al langer op til stond. 40.000 asielzoekers, die duidelijk recht hadden op een vorm van internationale bescherming, zouden vrijwillig over de lidstaten van de Europese Unie worden verdeeld. Per opgevangen asielzoeker kreeg de betreffende lidstaat een vergoeding van zesduizend euro, de Europese Unie maakte er een totaalbudget van 780 miljoen euro voor vrij. Alles mocht, niks moest.

Op 22 september keurde de Europese Raad het voorstel van de Europese Commissie van 9 september met gekwalificeerde meerderheid goed, maar met één cruciale aanpassing. Het oorspronkelijke aantal van 120.000 verplichte relocaties bleef behouden, maar de 54.000 mensen – van die 120.000 – uit Hongarije werden niet meer meegerekend. Reden daarvoor was dat mensen Hongarije voornamelijk gebruikten als transitland naar onder meer Oostenrijk en Duitsland. Het ging dus enkel nog om asielzoekers uit Griekenland en Italië en ook Hongarije werd verwacht mee te doen, Boedapest zou 1294 mensen moeten opvangen. Plots zou Hongarije geen mensen kunnen sturen naar andere landen, maar mensen moeten opvangen – van geven naar nemen.

Kritiek

Op het verplichte herverdelingsakkoord kwam heel wat kritiek, uit verschillende hoeken. Vluchtelingen- en mensenrechtenorganisaties vonden dat het totaal van 160.000 – 40.000 vrijwillige en 120.000 verplichte – mensen te weinig.

Anderzijds hadden enkele lidstaten – Roemenië, Tsjechië, Slowakije en Hongarije – tegen de verplichte herverdeling van de 120.000 vluchtelingen gestemd. Daarom besloten de laatste twee om in december 2015 een klacht in te dienen bij het Europees Hof van Justitie tegen de verplichte quota, waarbij ze de steun van Polen kregen.

De Hongaarse overheid beargumenteerde dat de beslissing van de Raad geen rekening hield met de inspanningen die Hongarije in eigen land al had gedaan. Bovendien zei premier Viktor Orban na de aanslagen in Parijs dat de Europese Unie niet de bevoegdheid had om andere landen tot zulke quota te dwingen en dat de herlocatie het gevaar op terroristische aanslagen verhoogde. Ook meende men dat er enkele procedurele fouten werden gemaakt. Bovendien past het anti-immigratie en het anti-Europese sentiment perfect bij het nationalistische en populistische discours dat de regering Orban sinds enkele jaren, en steeds luider, verspreidt.

Vooral in Hongarije heerst er in regeringskringen een anti-Europees sentiment. Het is daarom erg opvallend dat Hongarije er toch voor koos om ‘volgens de regels’ te spelen en een klacht indiende bij het Europees Hof. Daarmee erkenden ze immers het legitieme bestaan van het instituut as such.

Zero refugee policy

Ondanks het feit dat er een gerechtelijke procedure liep, bleef de beslissing van de Europese Raad van kracht. Orban en zijn Fidesz-partij waren daar allerminst mee opgezet en lieten het daar niet bij. In oktober 2016 werd er een referendum gehouden met de vraag of de Europese Unie de opname van vluchtelingen mag verplichten.

Hoewel 98,3% van de kiezers tegen stemde, had slechts een kleine veertig procent van de stemgerechtigden aan het referendum deelgenomen. Normaal moet meer dan de helft van de bevolking haar stem moet uitbrengen, maar toch interpreteerde Orban de uitslag als een klinkende overwinning.

De regering besliste daarop om geen enkele vluchteling het land nog binnen te laten, de zogenaamde zero refugee policy, die ondertussen ook in het Polen van Jaroslaw Kaczynski geldt. De Hongaarse grens met Kroatië en Servië is met een dubbele wand en prikkeldraad afgesloten en wordt bewaakt door het leger. De vluchtelingen die toch nog in Hongarije aankomen worden in vluchtelingenkampen aan de Servische grens opgesloten, waar ze vaak in mensonterende omstandigheden op hun procedure moeten wachten. Die situatie is overigens de reden waarom de Duitse regering anderhalve week geleden zei dat het geen asielzoekers meer naar Hongarije zou terugsturen.

Manfred Weber, fractieleider van de Europese Volkpartij in het Europees Parlement, stelt het geslotengrenzenbeleid van Hongarije erg op prijs. Hij vindt dat de aanpak van de Hongaarse regering ervoor gezorgd heeft dat er minder vluchtelingen de Europese Unie hebben bereikt. Weber stelde voor dat de Hongaren, net zoals bijvoorbeeld de Italianen, een financiële bijdrage zouden krijgen voor ‘hun inspanningen voor het bewaken van een Europese buitengrens’. Weber kreeg al snel een negatief antwoord op zijn voorstel. Een woordvoerder van de Europese Commissie reageerde dat de Europese Unie wel degelijk een kordaat buitengrenzenbeleid steunt, maar niet op de manier waarop Hongarije het aanpakt.

Spreidingsplan faalt

Sinds de Europese Raad het verplichte spreidingsplan goedkeurde in september 2015, heeft Hongarije, net als Polen, geen enkele vluchteling uit Italië en Griekenland opgevangen. Ook Tsjechië heeft de afgelopen twee jaar slechts twaalf vluchtelingen opgenomen.

Dat komt hen op veel kritiek te staan van zowel de Europese instellingen als van andere Europese lidstaten. De Oostenrijkse Bondskanselier Christian Kern dreigde de Europese structurele bijdragen aan Polen, Hongarije en Tsjechië op te schorten – voor Hongarije jaarlijks ongeveer 4,6 miljard euro – al heeft het land zelf ook nog maar 75 mensen opgevangen binnen het spreidingsplan.

Tsjechië heeft de afgelopen twee jaar slechts twaalf vluchtelingen opgenomen.

Of de veroordeling van het Europees Hof van Justitie überhaupt zoden aan de dijk zal brengen, is nog maar de vraag. Hongarije reageerde in tegenstelling tot Slowakije furieus op de uitspraak. ‘De beslissing is schandelijk en onverantwoord. Europa verkracht haar eigen wetten’, zei de Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken Péter Szijjártó. Hij voegde daar nog aan toe dat Hongarije wel degelijk ‘haar soevereiniteit, identiteit en grondwet zal verdedigen.’

Hoewel de deadline voor de herlocatie van de vluchtelingen die op Griekenland en Italië verblijven binnen tien dagen afloopt, is er van de hervestigingspolitiek niet al te veel in huis gekomen. Van de 160.000 vluchtelingen die zouden worden gespreid, waren er op 1 september 2017 slechts 44.334 effectief hervestigd. Van de verplichte 120.000, werden er slechts een kleine 25.000 geholpen.

België heeft oorspronkelijk aangegeven dat het 1480 vluchtelingen zou overnemen van beide Zuid-Europese landen. Vorige week had ons land er 936 opgevangen. Volgens de wettelijke quota zou België er 3.812 moeten opvangen, en zo blijven er dus nog 2.876 over.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content