Waarom staan de Catalaanse separatisten er ondanks de verkiezingsoverwinning zo slecht voor?

De Catalaanse ex-president Carles Puigdemont tijdens een interview in Brussel, 23 december 2017. © REUTERS
Kamiel Vermeylen

Ondanks de verkiezingsoverwinning ziet het er voor de Catalaanse onafhankelijkheidspartijen niet goed uit. Maar ook Spaans premier Rajoy kijkt beter eens achterom.

Een kleine twee weken na de vervroegde verkiezingen is de Catalaanse crisis nog steeds springlevend. Het Spaans Hooggerechtshof besliste vrijdag om de aanhouding van de voormalige viceminister-president en voorzitter van de Catalaanse Republikeinen (ERC) Oriol Junqueras te verlengen. Omdat ook tegen Puigdemont nog steeds een arrestatiebevel loopt, dreigt voor de separatisten een acuut gebrek aan leiderschap.

Rajoy ziet sterren

In Catalonië zijn de partijen nog steeds op zoek naar een stabiele regering na de vervroegde verkiezingen van 21 december. Voor Spaans premier Mariano Rajoy betekende de verkiezingsuitslag alvast een blamage. De voorzitter van de Partido Popular (PP) heeft getracht om met een strenge maatregelen en gedecideerd beleid de onafhankelijkheidsbeweging politiek te verzwakken. Dat plan is hoofdzakelijk mislukt omdat dat de onafhankelijkheidspartijen in de Catalaanse Generalitat een politieke meerderheid (70 van de 135 zetels) wisten te handhaven. Bovendien kreeg de PP zelf rake klappen van de Catalaanse kiezer. Behaalde de partij in 2015 nog elf zitjes, dan moet ze nu tevreden zijn met slechts drie schamele stuks.

Bovendien is de centrumrechtse Ciudadanos erin geslaagd om de grootste partij van Catalonië te worden. De jonge liberale partij is mogelijk nog strenger voor de Catalaanse separatisten dan de Partido Popular. Vooraf werd vaak gesproken over de zogenaamde ‘stille meerderheid’ die weigerde om te gaan stemmen op de dag van het referendum. Het bleek uiteindelijk niet om een meerderheid te gaan, al kozen de unionistische Catalanen wel massaal voor de relatief jonge liberale partij. De Ciudadanos dreigt zo ook op nationaal vlak een gedegen concurrent te worden voor de Partido Popular.

Dat de onafhankelijkheidspartijen geen meerderheid van de stemmen kregen, was een belangrijke symbolische tegenvalelr

Volgens de peilingen sluipt de Ciudadanos van voorzitter Alberto Rivera alsmaar dichterbij de PP. Nieuwe nationale verkiezingen mogen dan wel pas voorzien zijn voor 2020, in Spanje vormt zich een nieuw geloofwaardig centrumrechts alternatief voor de Partido Popular. Vraag is bovendien maar of Rajoys minderheidsregering het tot 2020 uitzingt. De afgelopen vier jaar werden in Spanje maar liefst drie maal verkiezingen georganiseerd omdat de politieke impasses elkaar bleven opvolgen. En ook nu dreigen er opnieuw problemen met de begrotingsopmaak van 2018.

Onafhankelijkheidspartijen vleugellam

Hoe groot het electorale verlies van Rajoy ook mocht zijn, de onafhankelijkheidspartijen konden het verlies van de Partido Popular niet volledig verzilveren. In 2015 waren de drie partijen er nog in geslaagd om 52,6% van de Catalanen te overtuigen. Dat aandeel was ditmaal gezakt tot 47,6% van de stemmen. Een belangrijke symbolische afknapper, al behaalde het uitgesproken unionistische kamp slechts 43,5% van de stemmen. De overige 7,5% ging naar Comù-Podem, een partij die weigert om uitgesproken kant te kiezen in het onafhankelijkheidsverhaal.

De separatisten kon dus niet langer op de meerderheid van de Catalanen rekenen. Maar omdat de stemmen op het Catalaanse platteland door een speciale correctie iets zwaarder doorwegen dan die van in de stedelijke gebieden, sloegen de onafhankelijkheidspartijen er toch nog in om haar parlementaire meerderheid te handhaven. Een enorme politieke overwinning, die weliswaar gepaard ging met een symbolische nederlaag. Slotsom is vooral dat de Catalaanse bevolking nog steeds enorm verdeeld is over de politieke toekomst van de regio.

De onafhankelijkheidspartijen moeten beseffen dat de onderhandelingen niet in de context van een volledige onafhankelijkheid kunnen plaatsvinden.

Meteen na de verkiezingsoverwinning vroeg voormalig Catalaans minister-president Carles Puigdemont vanuit België om op neutraal grondgebied te onderhandelen over de autonomie van Catalonië. Rajoy moest daar echter niet van weten en zei gesprekken te zullen voeren met Ines Arrimadas, de voorzitter van de Catalaanse Ciuadadanos. Arrimadas schoof die hete aardappel echter snel door naar de onafhankelijkheisdpartijen.

Die zijn nu aan zet, al wordt het geen sinecure om een stabiele regering te vormen, gezien de inhoudelijke en praktische bezwaren. Eerst en vooral verblijft Puigdemont nog steeds in ballingschap in ons land. Hoewel het Europees aanhoudingsbevel midden december werd ingetrokken, riskeert Puigdemont op Spaans grondgebied nog steeds vervolging.

Af en toe weerklinkt het scenario dat Puigdemont vanuit het buitenland Catalonië zou blijven besturen. Maar dat wordt voor de voormalige burgemeester van Girona bijzonder moeilijke opgave. Rajoy noemde die potentiële latrelatie een absurde denkpiste en kan op dat vlak wel eens gelijk hebben. Vroeg of laat zullen de 7,5 miljoen Catalanen op zijn fysieke aanwezigheid rekenen. Dat weet ook Puigdemont, die Rajoy daarom al meermaals verzocht om het aanhoudingsbevel in te trekken. Daarmee tracht de voormalige Catalaanse minister-president de idee te wekken dat het Rajoy zelf – en niet het Grondwettelijk Hof- zulke beslissingen neemt.

Vice-president blijft in de cel

Omdat het voor Puigdemont erg moeilijk is om het opnieuw tot Catalaans minister-president te schoppen, waren de ogen tot vrijdag op Oriol Junqueras gericht. De voorzitter van de centrumlinkse en separatistische Republikeinse Partij (ERC) vormde samen met Puigdemont het gezicht van de onafhankelijkheidscampagne. Maar na de onafhankelijkheidsverklaring werd Junqueras aangehouden op verdenking van rebellie, opruiing en misbruik van publieke goederen.

De Catalaanse regering kan maar beter werk maken van de economische dip waarin de regio verkeert. u003cemu003eErst kommt das Fressen, und dann kommt die Moral.u003c/emu003e

Vrijdag verscheen Junqueras voor het Spaans Hooggerechtshof, dat over de verlenging van zijn aanhouding moest oordelen. Junqueras hoopte vrij te komen op borg, maar daar beslisten de drie magistraten anders over. Ze waren het er unaniem over eens dat Junqueras opnieuw op een ongrondwettelijke wijze zou beginnen ijveren voor een onafhankelijk Catalonië. Verwacht wordt dat Junqueras nu zal vragen om overgeplaatst te worden naar een Catalaanse cel. Van daaruit hoopt hij alsnog te kunnen deelnemen aan de plenaire vergaderingen in het Catalaans parlement. Die starten opnieuw op 17 januari.

Inhoudelijke strubbelingen

Naast deze praktische bezwaren, is het ook maar de vraag of de drie onafhankelijkheidspartijen het nog even goed met elkaar zullen kunnen vinden. Vlak voor de onafhankelijkheidsverklaring werden de eerste scheuren tussen de drie partijen duidelijk zichtbaar. De radicaal-linkse CUP had namelijk verwacht dat Puigdemont meteen na de verkiezingen de onafhankelijkheid zou uitroepen. Puigdemont bleef daarentegen inzetten op dialoog met Madrid, wat bij de CUP niet in goede aarde viel.

En ook de ERC kon het pragmatisme van Puigdemont na een tijd niet meer op prijs stellen. Wilde Puigdemont uiteindelijk zelf nieuwe verkiezingen uitroepen, dan werd hij er door Junqueras uiteindelijk toe gedwongen om toch te stemmen over de onafhankelijkheid van Catalonië. Veelbetekenend kwamen de ERC en de partij van Puigdemont ditmaal niet meer samen op voor de vervroegde verkiezingen. De CUP en de ERC hebben vorige donderdag aan Puigdemont gevraagd wat zijn specifieke plannen zijn met betrekking tot zijn terugkeer. Binnen de CUP willen enkelingen de gesprekken voorlopig zelfs stopzetten tot Puigdemont met meer informatie op de proppen komt.

Bovendien is het maar de vraag of de partijen na de rollercoaster van de afgelopen maanden nog willen investeren in een gelijkaardige dollemansrit. Bij de radicaal-linkse CUP leeft vooral het idee dat de regering wederom alles op alles moet zetten om de onafhankelijkheid uit te roepen. De partij interpreteert de verkiezingsoverwinning als een duidelijk signaal dat Catalonië opnieuw voor een onafhankelijkheidsverklaring moet gaan. Maar of het draagvlak voor een nieuwe kamikazepoging binnen de partijen en de bevolking even groot is, is twijfelachtig. Zeker omdat is gebleken dat de Mardileense macht de Catalaanse overstijgt.

Bovendien zijn er immers andere problemen aan de orde. Naar aanloop van het onafhankelijkheidsreferendum ongeveer drieduizenden bedrijven administratief of fysiek de Spaanse regio. Daarom kampt Catalonië nu met een ferme economische dip. Was Catalonië tot voor het referendum de economische motor van Spanje, dan dreigt het nu voor het eerst de Spaanse economische groei te belemmeren. Spaans premier Rajoy zei woensdagmiddag op een toespraak in Compostella dat Catalonië ‘de enige onzekerheidsfactor is’ als het op de Spaanse economie aankomt. Ook dat varkentje moet de Catalaanse regering snel zien te wassen. Erst kommt das Fressen, und dann kommt die Moral.

Rajoy mag dus wel de grootste verliezer zijn van de verkiezingen, zijn verrottingsstrategie lijkt er op dit moment wel voor te zorgen dat het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven van het voorplan is verdwenen. Althans voor even. Zo lang de machthebbers in Madrid – of dat nu de Partido Popular, de Ciudadanos of de PSOE zal zijn – niet aan tafel willen gaan zitten om over meer Catalaanse autonomie te spreken, dan zal de Catalaanse ijver niet verdwijnen. Al zal men in Barcelona ook moeten beseffen dat deze onderhandelingen niet in de context van een volledige onafhankelijkheid kunnen plaatsvinden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content