Waarom Marine Le Pen (nog altijd) terrein wint

Marine Le Pen © AFP
Anne Rosencher
Anne Rosencher Journalist bij L'Express

De populariteit van Marine Le Pen is te herleiden naar tientallen jaren aan fouten, zowel van de linker- als van de rechterzijde. Beide kanten van het spectrum lijken daar niets uit te hebben geleerd.

In de geschiedenis van het Front National verzamelde niemand meer kiesintenties dan Marine Le Pen . De dynamiek erachter – sommigen spreken inmiddels van een dreiging – schiet wortel in fouten die links en rechts gedurende tientallen jaren maakten.

Eerst waren er de arbeiders. De ‘gelukkige mondialisering’ was blijkbaar zonder hen gerekend. Toen de fabrieken sloten, stemden velen van hen FN in een Frankrijk waar voor het eerst een ‘sociale breuk’ werd vastgesteld. 27 procent van de arbeiders stemde zo voor Jean-Marie Le Pen in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen van 1995.

Op de linkerflank werden scherpe strategen opgetrommeld om de kwestie te analyseren. Ze besloten middels een nota van de voortaan bekende denktank Terra Nova, dat ze zich niet moeten laten intimideren door die heethoofden van de moderniteit: ‘In tegenstelling tot het historische linkse electoraat, dat verbonden is door de socio-economische uitdagingen (…), is het Frankrijk van morgen bovenal verenigd door culturele en progressieve waarden en is het tolerant, open, solidair, optimistisch en strijdbaar. Vooral de hooggeschoolden, de jongeren en de meerderheden.’

En de volksklassen? De verwaarloosden van de voorsteden? Degenen die, om Albert Camus te citeren, bang zijn dat ‘de wereld loskomt’? Dat was collateral damage, een noodzakelijk verkiezingsoffer op de onweerstaanbare weg naar het ‘Frankrijk van morgen’ … Sic transit gloria mundi…

De nota van Terra Nova, bekend om haar nauwe banden met de Franse socialisten, is inmiddels vijftien jaar oud. Het Frankrijk van morgen, en zelfs dat van overmorgen, zit met een serieuze kater. De arbeiders stemmen nog steeds massaal voor het Front National (44 procent van de stemintenties vandaag) en kregen ook nog eens het gezelschap van de bedienden (35 procent) en de niet-actieven, met uitzondering van de gepensioneerden (29 procent).

Slechte punten voor rechts

Ook al verdient links ontegensprekelijk de muts met ezelsoren – want daar ligt de belangrijkste stemmentransfer van de laatste twintig jaar – er valt ook kritiek op rechts te geven. Want hebben ook de ambachtslui en handelaars niet de rangen van Marine Le Pen vervoegd (29 procent van kiesintenties in die groep voor de eerste ronde van de verkiezingen in april)? De landbouwers (35 procent)? En groepen praktiserende katholieken (25 procent)?

Politicoloog en topman van het peilingsinstituut Ifop Jérôme Fourquet vat het samen: ‘Vandaag start Marine Le Pen haar campagne op de bijna hoogste scores die het FN ooit bereikte. Ze heeft 8 procent meer dan haar resultaat in 2012. Haar succes is heel sterk verankerd, gezien meer dan 80 procent van de kiezers die aangaven op het FN te willen stemmen bij de presidentsverkiezingen ook zeker zijn van die keuze.’

Verkiezing na verkiezing groeit het geschreeuw. De traditionele partijen doen alsof ze het horen… en keren dan terug naar hun partijtje electorale badminton: ‘De links-rechtse tegenstelling is een geest, en toch blijft ze het politieke leven domineren’, vatte filosoof Marcel Gauchet samen. Niet omdat er geen enkel onderscheid meer is en alles evenwaardig is. Maar de breuklijnen evolueerden in de loop van de tijd. Europa, immigratie, economie… Al die vragen verdienen vernieuwde diagnoses, congressen, scheidingen, nieuwe samenstellingen, updates… Kortom, ze verdienen een leesbare verduidelijking van het politieke landschap waar coherente voorstellen uit kunnen voorkomen. En een reële hoop in het gedeclasseerde Frankrijk.

Voor aardrijkskundige Christophe Guilluy ‘zijn alle politieke projecten die wat in de marge willen rommelen in afwachting van de terugkeer van de groei tot mislukken gedoemd.’ ‘Eens de groei terug is, zal dat vooral in de grote steden zijn’. Kortom, waar de hogere klasse al van de groei geniet. Volgens hem kan alleen een investeringspolitiek die gericht is op de categorieën in de rand – die kleine salarisklassen die langzaamaan verdwenen zijn uit de economische geschiedenis van het Frankrijk buiten het centrum -op termijn ‘weer een maatschappij vormen’. Op die manier zou ze er ook voor zorgen dat het verhaal van het Front National minder goed werkt.

Dat is allemaal zo, maar niets lijkt nog te werken. Na elke verkiezing zweren politici met de hand op het hart dat ze de ‘band met de volksklassen willen terugvinden’ (François Hollande, congres van Dijon, 2002), of ‘de hand gaan reiken naar het Franse volk dat verleid wordt radicaliteit en kookt van woede, verbittering en angst’ (Nicolas Sarkozy, december 2015). De PS en Les Républicains plaatsen zich elk aan een kant van hun imaginaire grens en rekenen alle twee op de slingerbeweging tussen de twee grote regeringspartijen om ‘van overwinning naar overwinning’ te blijven vliegen, ondanks de almaar dunner geworden electorale basis.

De tegenstanders

Soms lijkt het of de belangrijkste kandidaten voor de tweede ronde de dreiging niet goed vatten…

‘Het glazen plafond is een mooie uitdrukking’ stelt historicus en editorialist Jacques Julliard vast, maar de peilingen voorspellen dat het FN in de eerste ronde hogere scores kan halen dan bijna alle partijen in de geschiedenis van de Vijfde Republiek. Maar – en dat is de belangrijkste buffer tegen de overwinning van Le Pen- er zijn geen partijen die met haar willen samen, en die zal ze niet snel hebben.’ ‘Er is nog een absolute meerderheid Fransen voor wie Marine Le Pen aan de macht geen optie is’, bevestigt Fourquet. ‘Toch is het onzinnig te besluiten dat het FN zal falen na een score van 35% in de tweede ronde (dat is de score die ze verwacht werd te halen, nvdr.). Vergeet niet dat Jean-Marie Le Pen in 2002 op 18% gestopt werd’. De dynamiek is er wel degelijk.

Hoe lang nog zullen de partijen, wippend van het ene op het andere been, kunnen rekenen op het ‘Republikeinse front’ om de instorting tegen te gaan? Soms lijkt het of de belangrijkste kandidaten voor de tweede ronde de dreiging niet goed vatten…

Emmanuel Macron – die de verdienste heeft dat zijn politieke en sociologische positionering coherent is – lijkt recht uit de Terra Nova-nota te komen waarover we hierboven schreven: hij is de kandidaat van het ‘Frankrijk van boven’ en is noch links, noch rechts. François Fillon had inderdaad stemmen kunnen terugnemen van Marine Le Pen met zijn discours over de waarden, zijn boek Vaincre le totalitarisme islamique, zijn beloftes over thatcheriaans liberalisme… Dat alles had de ‘zuidelijke’ vleugel van het FN van het Zuiden’, de vleugel die is blijven hangen in het discours van vader Jean-Marie Le Penn nerveus gemaakt.

Maar nu Fillon in een lastig parket zit en zijn steun afbrokkelt nadat verschillende campagnemedewerkers hun ontslag gaven, is hij niet meer de vervelendste uitdager voor het Front National. De krant Le Figaro ondervroeg Fillon op het eiland Réunion over de twijfels rond zijn campagne: ‘De tijd zal zijn werk doen’, antwoordde hij. Je verandert geen verliezende strategie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content