Ludo De Brabander

Waarom is het zo stil rond Libië, de ‘meest succesvolle operatie in de geschiedenis van de NAVO’?

Ludo De Brabander Woordvoerder van Vrede vzw

Er heerst een bijna choquerende desinteresse voor Libië, het land dat in 2011 nog de voorpagina’s van onze kranten domineerde en waar nu parlementsverkiezingen worden gehouden. Nochtans valt er genoeg nieuws te rapen, vindt Ludo De Brabander.

Er heerst een bijna choquerende desinteresse voor Libië, het land dat in 2011 nog de voorpagina’s van onze kranten domineerde en waar nu parlementsverkiezingen worden gehouden. Nochtans valt er genoeg nieuws te rapen. Gevechten tussen milities, zeg maar war lords, maakten de afgelopen weken al tientallen doden. Daarnaast heerst de politieke chaos. Op een gegeven moment waren er zelfs twee premiers die elkaars gezag betwistten.

Wat heet gezag… Regering en parlement hebben geen greep op de politieke situatie in het land. De pogingen van de regering om de honderden rivaliserende milities – een product van de opstand tegen Muammar Khaddafi – te integreren in nationale veiligheidsstructuren, zijn mislukt. De gewapende milities zijn lokale machtsbastions geworden, veelal op basis van tribale affiliatie, die onderlinge coalities smeden voor politiek of economisch gewin. Ze bezetten olie-installaties of havens en ontnemen zo meteen een belangrijke bron van inkomsten voor het land.

Vooral Benghazi is het toneel van voortdurende gevechten, aanslagen en ontvoeringen. Midden mei brak het geweld er weer in alle hevigheid uit toen een afvallige generaal, Khalifa Haftar (ook: Hifter) het parlement in Tripoli bestormde en een militaire campagne startte tegen islamistische milities in Benghazi waarbij minstens 70 doden vielen. Haftar beschuldigde het parlement (het Algemeen Nationaal Congres) er van vrij spel te geven aan ’terroristen’ met wie hij korte metten wilde maken. Hij viseert vooral de twee machtigste en best georganiseerde islamistische milities: de Martelaren Brigade 17 Februari en Ansar al-Sharia. Deze laatste streeft naar de oprichting van een Kalifaat en verwerpt elk democratisch grondwettelijk systeem.

Haftar is niet aan zijn proefstuk toe. Op 14 februari kondigde hij op tv aan dat hij parlement en regering ontbonden had. Het bleek meer wens dan werkelijkheid te zijn. Dat neemt niet weg dat hij aan het hoofd staat van het zogenaamde Libische Nationale Leger, een machtig verbond van rebellerende legereenheden en milities dat de strijd heeft aangebonden met islamistische milities voor de controle over Benghazi en de hele Cyrenaica-regio, het oostelijke deel van Libië. Hij krijgt daarvoor in alle stilte steun van Washington, want de groep die hij viseert staat op de terroristenlijst.

Nochtans konden ook radicale islamistische milities rekenen op de steun van de NAVO-bondgenoten, toen ze nog nuttig waren om Khaddafi van de macht te verdrijven. Tot de aanslag van 11 september 2012 tegen de diplomatieke post in Benghazi – die in werkelijkheid vooral een CIA-operatie herbergde, waarover verder meer – een einde maakte aan de illusies. Er vielen vier doden onder wie Amerikaans ambassadeur Stevens. En zo zijn we er in het Westen erg goed in om problemen bij te creëren.

Haftar schuift zichzelf inmiddels naar voor als redder en vertegenwoordiger van het seculiere Libië, hoewel hij het conflict ook lijkt te gebruiken voor politieke ambities die verder reiken. Er zijn opvallende parallellen met Egypte. Net zoals Abdul Fattah al-Sisi dat aanvankelijk deed, benadrukt Haftar – die zich al lovend heeft uitgelaten over de Egyptische president – dat hij niet uit is op een militaire overname van de politieke instellingen, wel om de ‘waardigheid’ en de democratie in Libië te herstellen tot aan de verkiezingen van 25 juni. Zijn aanpak van de islamisten is even radicaal en brutaal als die van zijn groot Egyptisch voorbeeld, op wiens steun hij overigens kan rekenen. De kans dat Haftar na 25 juni van het politieke toneel verdwijnt, is behoorlijk gering.

Libië is net als Irak of Afghanistan een schoolvoorbeeld van hoe militair machtsvertoon meer problemen creëert dan oplost. De NAVO sprak eind 2011 over haar missie ‘Unified Protector‘ nog in lovende termen. Een van de ‘meest succesvolle operaties in de geschiedenis van de NAVO’ zo verklaarde NAVO-secretaris Anders Fogh Rasmussen toen. Sindsdien is het er stil, erg stil. De NAVO heeft tijdens de opstand luchtsteun, wapens en financiële steun geleverd. Ze heeft de milities gevoed die nu het land terroriseren. Er valt niet zoveel goeds meer te vertellen over deze ‘succesvolle operatie’ en dus kunnen we er maar beter geen woorden aan vuil maken en onze rug keren.

Maar dat is misschien net de reden van ons stilzwijgen. Zo kan er naar de publieke opinie de indruk worden gewekt dat onze militaire instellingen de zaken oplossen. Libië is enkel nog goed voor een zeldzame korte verklaring. Op 23 juni uitte de Raad van de Europese Unie haar ‘diepe bezorgdheid’ over de verslechterende politieke en veiligheidssituatie in het land. Ook veroordeelt ze het ‘wijdverspreide geweld’ om vervolgens op te roepen de politieke meningsverschillen via dialoog aan te pakken. Dat moet bij de Libiërs nogal cynisch overkomen uit de mond van een instelling waarvan een aantal lidstaten duizenden bommen op het land dropten, terwijl ze eerder Khaddafi tussen 2004 en 2011 met wapens overlaadden. Het geheugen kan kort zijn. Een zelfkritische noot zal je in de Europese verklaring vergeefs zoeken.

Ondertussen blijft Europa lustig wapens leveren – in 2012 voor recordbedragen – aan een regio waar de Arabische lente in een bittere winter is omgeslagen. Wapens die we leveren aan landen als Qatar en Saudi-Arabië die daarna met gemak hun weg vinden naar allerlei radicale Jihadi-groeperingen.

By the way: de New York Times en andere Amerikaanse media onthulden dat het CIA-complex in het Amerikaanse consulaat in Benghazi wapentrafieken naar Syrische rebellen organiseerde. Waar zouden die wapens inmiddels zijn terechtgekomen? Ook in Irak? ISIS?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content