Rudi Rotthier

Waarom het machtigste leger aller tijden nooit wint

In een massaal gedeeld omslagartikel vraagt The Atlantic zich af waarom het machtigste leger ter wereld steevast NIET de winnaar is bij recente conflicten. Het antwoord van onder meer topgeneraals: er wordt te gemakkelijk een oorlog verklaard, en de bevolking bloedt niet langer als het land ten strijde trekt. Ook: er worden hopeloze contracten gesloten zoals dat van het F-35 gevechtsvliegtuig (intussen ook door België begeerd).

Elke zaterdag brengt Rudi Rotthier, onze correspondent in Canada en de VS, u een achtergrondverhaal vanuit de stad of streek waar hij op dat moment resideert.

De ‘slump’ van het Amerikaans leger is voorgoed begonnen met de Vietnamoorlog. Over de Koreaanse oorlog konden de interpretaties verschillen. Die eindigde wellicht in een gelijkspel. Maar in Vietnam werd zonder schaamlapje verloren, met de ontruiming van Saigon als paniekerig sluitstuk. De eerste Irakoorlog was nog een gedeeltelijke zege, maar sindsdien is er alleen nog de actie tegen Bin Laden in Pakistan die als een overwinning kan bestempeld worden, zo argumenteert The Atlantic. En dat voor een land dat jaarlijks een hallucinante 1.000 miljard dollar (825 miljard euro) aan Defensie spendeert, en dat prat gaat op het best getrainde, het best geëquipeerde, kortom het beste leger uit de geschiedenis.

Ten tijde van de Vietnamoorlog kenden de Verenigde Staten nog dienstplicht. De auteur van het artikel in The Atlantic, James Fallows, wist destijds zelf aan zijn dienstplicht te ontkomen door psychische problemen te faken.

James Fallows
James Fallows© /

Enkele jaren later werd hij hoofdspeechschrijver van president Jimmy Carter, in die periode was hij de jongste presidentiële speechschrijver ooit. Hij is intussen 65, heeft een lange carrière als journalist achter de rug, heeft vaak geschreven over buitenlandse militaire missies, onder meer over de Irakoorlogen. Hij heeft recent ook meegewerkt aan een evaluatierapport van het leger.

Laf en roekeloos tegelijk

Hij is al sinds lang verbonden aan The Atlantic, een blad dat in 1857 in Boston werd opgericht als The Atlantic Monthly en dat sindsdien politieke, sociale en culturele berichtgeving combineert. Het blad wil sinds de oprichting bijdragen tot het politiek debat. Dit artikel, verschenen onder de titel The Tragedy of the American Military, is een prominent voorbeeld. Het blad en de archieven zijn voor de liefhebbers gratis beschikbaar op het net.

In het omslagartikel van het januari-februari-nummer speelt de term chickenhawk een belangrijke rol. De chickenhawk is een bestaande vogel, de kiekendief, maar in het Engels combineert dat dier twee symbolische vogels, de kip en de havik. De kip staat voor lafheid, de havik voor radicaliteit en oorlogszucht, roekeloosheid. De chickenhawk is iemand die persoonlijk niets met oorlog te maken wil hebben (en die militaire dienst ontloopt), maar die wel als eerste op de barricades klimt om een oorlog te kunnen starten. De vorige president, G.W. Bush, die met allerlei trucs gedaan kreeg dat hij niet naar Vietnam gestuurd werd, startte oorlogen in Afghanistan en Irak, en is een typevoorbeeld van de chickenhawk.

Loftrompet

Fallows argumenteert dat de VS een natie van chickenhawks geworden zijn. Veel te snel, om wat voor edele, humanitaire, of onedele redenen ook, is het land geneigd het leger onwinbare oorlogen te laten uitvechten.

Dat is voor een groot deel te verklaren uit de breuk die is ontstaan tussen leger en burgers.

Waarom het machtigste leger aller tijden nooit wint
© /

Het leger, betoogt Fallows, is een onooglijke subgroep geworden. Minder dan 1 procent van de bevolking is in het leger actief of als reservist oproepbaar. Ter vergelijking: de meeste Amerikanen hebben nooit rechtstreeks met boeren te maken en toch zijn er nog ongeveer dubbel zoveel boeren in de VS als soldaten.

Dat de groep die vecht en daarbij lijf en leden riskeert zo klein is, leidt tot een perversie.

Van de ene kant is het leger nog nooit zo zonder tegenspraak en dus kritiekloos, over de partijen heen, de hemel ingeprezen. President Obama is heel bedreven in zijn loftuitingen. Fallows begint zijn artikel met een voorbeeld van quasi ongelimiteerde presidentiële lof tijdens een toespraak op een legerbasis in Florida. Obama had het over een “11 september-generatie van helden”, die “het beste in dit land vertegenwoordigen”, “het beste leger in de geschiedenis van de wereld”. Dat zijn frases die hij voortdurend in de mond neemt.

Die lof, die zoals gezegd ongeveer unaniem wordt verkondigd, gaat gepaard met het onbetwist verhogen van militaire uitgaven, maar ook met steeds grotere vervreemding tussen het land en zijn leger. “We houden van de troepen maar we verkiezen niet aan die troepen te denken”, aldus Fallows. Tijdens de recentste presidentiële debatten kreeg het leger, over 3 avonden gespreid, een halve paragraaf toebedeeld.

Admiraal Mike Mullen
Admiraal Mike Mullen© REUTERS

In Vietnam was de dienstplicht een motor van protest en reflectie. Nu worden oorlogen afgekondigd, niet alleen vaker dan vroeger, maar bijna zonder debat (in dit alles, vergelijk met België – op 1 januari is de NAVO-oorlog in Afghanistan officieel beëindigd, een oorlog waaraan België, weliswaar in mineur, deelgenomen heeft, waarom haalt het beëindigen van een oorlog geen voorpagina’s?).

Fallows citeert admiraal Mike Mullen, van 2007 tot 2011, dus zowel onder Bush als onder Obama, stafchef van het Amerikaans leger, de topsoldaat. “Het leger is professioneel en bekwaam”, zegt hij. Maar ik zou een deel van die bedrevenheid en paraatheid opgeven om ervoor te zorgen dat we dicht bij de Amerikanen blijven. Minder en minder mensen kennen iemand bij het leger. Het wordt gewoonweg te gemakkelijk om ten oorlog te trekken”.

Mensen, aldus Fallows, merken er wat van als de misdaad toeneemt, als de scholen slecht functioneren, maar niet als het leger op zijn kop staat.

Seth Moulton, die in 2001 afstudeerde aan Harvard, nam, vooral omwille van 11 september, in 2002 dienst in het leger. Hij zag hoe zijn vrienden carrière maakten op Wall Street en elders. Hij werd naar Irak gestuurd. In de loop van zijn legerloopbaan, op een dieptepunt van de oorlog in Irak, kwam een soldaat naar hem toe. Sir, zei die, “je moet je ooit voor het parlement verkiesbaar stellen zodat deze shit niet opnieuw gebeurt”. Moulton, 36, is in november verkozen voor het Huis van Afgevaardigden.

Zijn stelling: als meer Congressleden en leden van de zakelijke of media-elite kinderen in het leger hadden, dan zouden de VS wellicht geen oorlog in Irak gestart zijn. Het is een stelling die volgens Fallows breed gedeeld wordt in het leger.

Dat is één aspect van het chickenhawk-land. Een chickenhawk als Bush kan naar hartenlust een oorlog verklaren, op naar ten minste achteraf bleek valse gronden, gronden die ook vooraf al dubieus waren. In Irak kwamen duizenden landgenoten om het leven, zonder dat ze een duidelijk politiek of strategisch doel dienden, zonder plan voor Irak na de ‘overwinning’, en uiteindelijk dus ook zonder overwinning, wel integendeel als we de opkomst van Islamitische Staat in beschouwing nemen. Plusminus hetzelfde voor Afghanistan, al waren de gronden voor oorlog daar doorzichtiger. Het (Amerikaans) bloed dat wordt vergoten behoort aan een kleine groep, een kaste bijna. Buiten die kaste wordt het bloed zonder groot verzet geaccepteerd.

Seth Moulton
Seth Moulton© /

Zegt Mike Mullen, de vroegere stafchef, die pleit voor een klein actief leger, zodat er bij oorlog gemobiliseerd moet worden, of mensen massaal uit reserve moeten worden teruggehaald: “De volgende keer dat we een oorlog verklaren, moet het Amerikaanse volk zijn instemming betuigen. Dat zou betekenen dat een half miljoen mensen die daar niet op rekenden er op de een of andere manier bij betrokken moeten worden. Dat zou hen slecht moeten uitkomen. Dan zal er aandacht zijn voor de oorlog. Het Amerikaanse volk was geen betrokken partij bij de vorige oorlogen. En daar betalen we een prijs voor.”

Te weinig kritiek

In tegenstelling tot vorige oorlogen is er volgens Fallows geen echte aandacht van filmindustrie of literatuur voor de oorlogen in Irak en Afghanistan. Ja, series als Homeland geven de complexiteit aan van de geheime dienst. Ja, er is uitvoerig geschreven over martelpraktijken. Maar het leven van de gewone piot in Afghanistan of Irak komt nergens aan bod zoals het soldatenbestaan in Vietnam, Korea of de Tweede Wereldoorlog dat wel deed in films als M*A*S*H of Apocalypse Now, of in de roman The Naked and the Dead.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Met dat gebrek aan literaire aandacht gaat ook een gebrek aan kritische zin gepaard. De militairen worden niet langer bespot, zoals in het verleden (denk M*A*S*H). Er worden ook nog nauwelijks militairen ontslagen of gesanctioneerd omdat ze niet voldoen. Eigenlijk, zegt Fallows, is dat sinds 11 september slechts 1 keer gebeurd. Topgeneraal Eric Shinseki verklaarde voor het Congress, in de aanloop naar de Irakoorlog, dat er voor een bezetting veel meer troepen zouden nodig zijn dan in de plannen waren voorzien. Onderminister van Defensie Paul Wolfowitz probeerde daarna de general te ridiculiseren. De generaal zat er volgens hem “ver naast”, zijn uitspraken waren “bizar”. Kort daarna zette minister van Defensie Rumsfeld Shinseki op een zijspoor. Een duidelijk sanctie, al had de generaal in deze helemaal gelijk, en hadden de politici ongelijk.

Generaal Eric Shinseki: onder Bush werd hij aan de kant geschoven, onder Obama heropgevist
Generaal Eric Shinseki: onder Bush werd hij aan de kant geschoven, onder Obama heropgevist© Belga

Volgens Fallows is het omgekeerde de norm. Hogere officieren die niet goed presteren, blijven toch in functie. Ook hier weer, volgens hem, omdat het geïdealiseerde leger geen sancties behoeft, en omdat de leken geen idee hebben waar het in het leger om draait. Het leger maakt daarvan gebruik om buiten schot te blijven, ook na langdurige verkeerde aanpak.

Almachtig onmachtig

De politici bekijken het leger, zien een goed opgeleid, gedisciplineerd korps dat beschikt over spitstechnologie en ze bedenken dat zo’n korps alles kan oplossen. (eigenlijk gaan geloven ze in de mateloze lof die ze zelf zo gul verkondigen). Men moet dus eigenlijk niet plannen, men moet dus eigenlijk niet te veel denken aan strategie: dat superleger lost het wel op. Terwijl de realiteit is dat het leger, met al zijn spitstechnologie, vooral tijdelijke overwinningen behaalt. Voor een echte overwinning moet er misschien meer traditioneel gevochten worden, oppert Fallows, met soldaten op de grond en niet met drones. En tegelijk: het falen van het leger in oorlog na oorlog wordt bijna niet geregistreerd, en leidt zeker niet tot zelfonderzoek, noch in de politieke sfeer, noch bij het leger zelf, terwijl Vietnam in beide gevallen wel tot reflectie aanleiding gaf.

Een volksvertegenwoordiger, een generaal en een CEO staan voor een F-35 toestel
Een volksvertegenwoordiger, een generaal en een CEO staan voor een F-35 toestel© REUTERS

Sinds het eerder deze week verscheen heeft het artikel vele mailboxen vol ondersteuning ontvangen, mails die veelal uit het leger afkomstig zijn, maar ook bakkenvol kritiek gekregen. De bewering van Fallows dat het Amerikaanse leger sinds 11 september slechts één overwinning heeft geboekt, namelijk de actie tegen Bin Laden in Pakistan, en voor de rest nederlaag op teleurstellend gelijkspel op nederlaag, wordt door een hele serie lezers niet geaccepteerd. Velen wijzen op Fallows eigen verleden als ontwijker van de dienstplicht (niet vermeld in het artikel), terwijl hij nu pleit voor een grotere betrokkenheid van meer burgers – wat impliciet een herinvoering van een soort dienstplicht zou betekenen. Maar dat er iets fout zit in de verhouding tussen land en leger lijkt vrij algemeen te worden geaccepteerd.

Lang leve de F-35!

Het ergste is het gesteld met wat Fallows de Chickenhawk Economy noemt. De financiering van het leger en vooral van het legermateriaal.

“Een man die decennia contracten voor het Pentagon controleerde, vertelde me afgelopen zomer: ‘Het systeem is gebaseerd op leugens en eigenbelang, bedoeld om het geld te blijven rondpompen’.” Het leger behoudt of vergroot zijn budgetten, de industrie krijgt contracten, de volksvertegenwoordigers krijgen werkgelegenheid in hun streek, “en wie geen deel uitmaakt van deze deal doet geen moeite om uit te vissen wat er aan de hand is.”

Er is bijna altijd unanimiteit over de begroting voor defensie, die, bijgesteld voor inflatie, ongeveer 50 procent hoger ligt dan ten tijde van de koude oorlog en de Vietnamoorlog, aldus Fallows. De VS besteden evenveel aan hun leger als de volgende tien staten samen. Drie tot vijf keer zoveel als China, zeven tot negen keer zoveel als Rusland.

En daar komen dan deals uit als die van de door Fallows verafschuwde F-35. Dat vliegtuig wil alles tegelijk zijn, het kan verticaal opstijgen als een helikopter, het kan op de korte baan van een vliegdekschip landen, het maakt zichzelf onzichtbaar. Het is een jachtvliegtuig zoals de F-16. Maar, ondanks alle investeringen en kosten die de pan uitswingen, doet het vliegtuig tot dusver niks goed. Behalve zichzelf verkopen. Het verkoopt zichzelf met lucratieve subcontracten, verspreid over 200 locaties in de VS, en over vele locaties in het buitenland, dat ook meegezogen wordt in contracten tot aankoop van het voorlopige onding (de Belgische regering onderzoek het nog, maar neigt ook naar de aankoop van F-35-toestellen). In de VS delen 46 staten en een grote meerderheid van Congressdistricten (383 op 435) in de tewerkstelling die de ontwikkeling van de F-35 opwekt. Zelfs antimilitaristische volksvertegenwoordigers hengelen naar contracten. (los van de tewerkstelling kunnen er ook andere technieken gebruikt zijn, enkele mensen die bij de F-35 betrokken waren, zijn intussen veroordeeld wegens corruptie).

Stephen Harper, de Canadese premier, legt uit welke compensaties de F-35 naar Canada zal brengen
Stephen Harper, de Canadese premier, legt uit welke compensaties de F-35 naar Canada zal brengen© REUTERS

Het Amerikaanse leger heeft ruim 2.000 van die toestellen besteld in een contract dat 1.500 miljard dollar kan gaan kosten (ongeveer evenveel als de hele Irakoorlog, volgens Fallows). Er is in de aanloop heel veel fout gegaan, men heeft jaren vertraging opgelopen, het vliegtuig doet (nog) niet wat men beloofde, het is op bepaalde punten zonder meer slechter dan zijn voorgangers, en toch wordt zonder debat de weg verdergezet in de richting van de aankoop. Voorstanders van het vliegtuigen blijven beweren dat de tekortkomingen weggewerkt zullen worden en dat het uiteindelijk resultaat zal verbazen, maar Fallows heeft die hoop opgegeven. Hij vergelijkt het toestel in het beste geval met een Lamborghini, en met reizen in luxeklasse. Met een Lamborghini kun je bepaalde dingen heel goed doen, maar heel veel andere niet. En in luxeklasse reis je doorgaans alleen als je er zelf niet voor moet betalen. De F-35 combineert die twee aspecten. Bepaalde facetten zullen allicht verbluffend worden, maar voor simpele missies wordt het vliegtuig slechter dan zijn voorgangers. Het kan niet zo goed laag vliegen, je kunt vanuit de toestellen de grond niet zien. Bovendien: de kost per vlieguur ligt ongeveer 3 keer hoger dan bij de voorgangers. De F-35 komt uit op 32.000 dollar per vlieguur, ongeveer 26.000 euro.

Dat de politici en de bevolking het leger niet serieus nemen blijkt volgens Fallows uit dit en soortgelijke contracten. Het echte debat over de F-35 heeft nooit plaatsgevonden. Als je 383 van de 435 volksvertegenwoordigers tewerkstelling belooft, heb je geen debat nodig. Maar krijg je zo het juiste vliegtuig? Win je zo een oorlog?

Door Rudi Rotthier vanuit Vancouver, Canada

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content