Lukas De Vos

Waarom de groeiende afkeer van Peking in Hongkong geen goed nieuws is

Lukas De Vos Europakenner

De onverschilligheid in Taiwan tegenover Peking baart ook de Amerikanen zorgen.

Consternatie alom bij de regerende Kwomintang (KMT), de nationalistische partij van de president van de Republiek China (Taiwan), Ma Ying-jeou. Bij zijn herverkiezing in 2012 was zijn aanhang al gekrompen van 58 naar 51,5 procent. Nu heeft de Kwomintang regionaal zulke klappen gekregen – ze won amper zes van de 22 grootsteden en regio’s – dat alle macht in 2016 wellicht zal verschuiven naar de DPP, de Democratische Partij.

Toch is enige nuancering op zijn plaats. Het is niet zozeer de prestatie van de DPP die de politieke aardverschuiving veroorzaakte, berichtte de nieuwszender Focus Taiwan terecht, maar het wanbeleid van de regering, dat als “arrogant, zelfzuchtig en corrupt” werd aangevoeld. Daar zijn tenminste twee bewijzen voor.

Het is duidelijk dat de sluimerende onvrede met het Chinabeleid de ongerustheid bij grote lagen van de bevolking heeft aangewakkerd. Ma heeft altijd een politiek van toenadering en economische integratie met de Volksrepubliek nagestreefd. Dat heeft de handelsbalans geen windeieren gelegd, maar de angst groeit dat met de economische invasie ook de politieke afhankelijkheid, c.q. opslorping van Taiwan naderbij komt.

Makkelijke traanklieren

In maart kwam het tot een uitbarsting, tijdens de zogenaamde Zonnebloembeweging. In maart keerden studenten zich zo heftig tegen een handelsakkoord met Peking over de diensten, dat ze de Yuan, het parlement, bezetten en 24 dagen bezet hielden. De autoritaire manier waarop Ma zijn aanpak door het parlement ramde, stond haaks op de opmars van de jonge generatie die geen voeling meer heeft met de hereniging van Groot-China. De dagen van Tsjang Kai-Sjek en zijn revanchistische droom om het vasteland opnieuw op de communisten te veroveren is helemaal opgedroogd.

Dat ook de DPP geen pasklaar antwoord heeft, al pleit de partij voor compromisloze onafhankelijkheid, bewijst de groeiende invloed van burgerbewegingen. De Groene Partij, die maar sinds 1996 bestaat, is er voor het eerst in geslaagd zetels te halen in Taoyuan en in het distrikt Hsinchu. Sterker nog was de krachttoer van de onafhankelijke arts Ko Wen-je. Ondanks verdenkingen van ziekenhuiszwendel, speelde de politiek onervaren Ko open kaart, en gaf inzage in alle financiële transacties. Ko, die het hart op de tong en makkelijke traanklieren heeft, greep meteen de burgemeesterssjerp van de hoofdstad Taipei. En niet zomaar: met 57 procent van de stemmen tegen 41 procent wees hij de KMT-kandidaat ver terug. Een blamage zonder voorgaande. Ook al omdat in de zes grootste kieskringen van het land, de KMT maar één keer wist te winnen.

Stedelijk en no-nonsense

Ma nam de verantwoordelijkheid op zich en trad woensdag terug als voorzitter van de KMT. In zijn spoor volgde het gros van de regering, die zich niet langer representatief voelde. Vicepresident Wu Den-yih nam het interimvoorzitterschap van de partij maar onder sterke druk aan. Het gevoel is somber. Ver liggen de dagen af toen de DPP aan de macht was met Chen Shui-Bian en Annette Lu (2000-2008). Lu resideerde in het gouverneurshuis van de vroegere koloniale macht Japan. Toen hingen er aan het hoofdkwartier van de KMT daar recht tegenover uitdagende spandoeken: “We’ll be back”. Vandaag is er een duidelijke ànders-politieke macht tot wasdom gekomen.

S.C. Chang omschrijft ze als stedelijk, no-nonsense, steunend op internet en sociale media, jong en geëngageerd, wars van het latente dienstbetoon en vriendjespolitiek. Dat is een totaal nieuw gegeven op Taiwan: de klassieke partijen, de blauwen (KMT) en de groenen (DPP) zoals in Byzantium, hebben hun beste tijd gehad.

Amerikanen bezorgd

Dat is geen goed nieuws voor ontspanning in den Verren Oost. De onverschilligheid tegenover Peking baart ook de Amerikanen zorgen. China zelf hield een laag profiel aan, en zei dat alle contacten gewoon doorgaan. The Washington Post heeft daar zijn twijfels bij. Met de groeiende afkeer van Peking in Hongkong is dit al de tweede tegenslag voor de Chinese uitbreidingsambities. Het lijdt geen twijfel dat er een verkilling zal optreden langs beide kanten van de Straat van Taiwan, en dat zet ook druk op de ketel voor de VS, die een verregaand bijstandsakkoord met Taiwan hebben mocht het ooit tot een open conflict komen.

Sussend wordt nu nog gezegd dat bij de lokale verkiezingen huisvesting, loonlasten en mobiliteit belangrijker zijn dan internationale betrekkingen. Maar de burgerbeweging bekijkt die duidelijk anders dan de KMT. Veel geblaat en weinig wol, verluidt het. En het beste bewijs, dat leverde een KMT-verkozene zelf. Lee Tai-hua had op zijn Japans gezworen rituele zelfmoord, seppuku, te zullen plegen als zijn partij Taipei zou verliezen. Hij hield woord. Halvelings toch. In plaats van zichzelf de buik open te snijden, fileerde hij bleek weggetrokken een levende vis. Hij was er niet goed van. “De eerste keer dat ik een vis openrijt, nooit meer”, steunde hij. Waarop de DPP laconiek reageerde: wie gelooft die mensen nog ? Lee sloeg terug: “Ik heb nog goed twee weken voor Ko de stad mag overnemen. Wie weet”. Ko is arts en ried de onfortuinlijke KMT-er beroepshalve aan “zorg te dragen voor zijn gezondheid”. Taipei is blijkbaar in zorgzame handen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content