De olievlek in de Golf van Mexico is vijf keer groter dan aanvankelijk gedacht en kan tegen vrijdagavond de Amerikaanse kust bereiken.
De olievlek in de Golf van Mexico is vijf keer groter dan aanvankelijk gedacht nu de Amerikaanse kustwacht nog een nieuw lek heeft gevonden. Pogingen om het goedje te bestrijden, draaiden vooralsnog op niets uit.
Interventieploegen hebben nu een deel van de olievlek in brand gestoken in de hoop een verdere verspreiding tegen te gaan.
De vlammen zouden vermoedelijk pas na meer dan een uur doven. Eerder probeerde BP, de Britse oliegigant die het gezonken olieboorplatform huurde, om met onderzeese minirobots het lek te repareren maar zonder resultaat.
Dagelijks komt er 159.000 liter olie in de oceaan terecht. Momenteel heeft het dunne mengsel van water en olie al een omtrek van 965 kilometer.
Olievervuiling
De olie bevindt zich op minder dan 30 kilometer van de kust van Louisiana en volgens het Amerikaanse agentschap NOAA, National Oceanic and Atmospheric Administration, kan de vlek vanaf vrijdagavond de kust bereiken.
Daarom heeft de gouverneur van de Louisiana de autoriteiten om noodhulp gevraagd om de fragiele kusten van de staat te beschermen tegen de olievervuiling.
Een week nadat het booreiland ontplofte en al brandend zonk, is het gevaar op een milieuramp dus nog steeds niet afgewend. De olievlek dreigt zelfs de olieramp van de Exxon Valdez in 1989 te overtreffen. Toen liep er ongeveer 42 miljoen liter in de zee van Alaska.
