Het Pentagon heeft aangekondigd dat het stopt met de opleiding van rebellen in Syrië. President Obama geeft toe dat het programma gefaald heeft. De voorbije weken raakte bekend dat er miljoenen dollars in geïnvesteerd waren, maar dat er maar een handvol Syriërs zijn opgeleid.
Het programma heeft niet de resultaten kunnen voorleggen die verwacht werden, en wordt daarom opgedoekt. Dat schrijft The New York Times.
In de strijd tegen IS heeft het Amerikaanse ministerie van Defensie 500 miljoen dollar uitgegeven om Syrische rebellen op te leiden. De bedoeling was dat er daarmee op het einde van het jaar zo’n 5.000 door de VS opgeleide soldaten ingezet konden worden tegen IS.
Vorige week moest het Amerikaanse leger al toegeven dat er tot dusver nog maar vijf of zes soldaten zijn opgeleid.
De voornaamste reden: bij de screening bleken veel kandidaten te radicaal te zijn. Ze werden ook liever niet ingezet in de strijd tegen de terreurorganisatie, maar ze wilden vechten tegen de troepen van de Syrische president Bashar al-Assad.
Deze manier van werken moest ervoor zorgen dat er geen Amerikaanse troepen naar de regio gestuurd zouden worden. Het opleiden van plaatselijke strijders was een manier om Amerikaanse operaties zoals in Afghanistan of Irak te vermijden.
Dat het programma geschrapt wordt, komt niet onverwacht. Eerder berichtten verschillende Amerikaanse media al dat het plan ter discussie stond.
De Amerikaanse minister van Defensie, Ashton Carter kon het nieuws van de New York Times nog niet bevestigen. “We hebben verschillende opties afgewogen voor de toekomst”, zei Carter tijdens een persconferentie met zijn Britse collega, Michael Fallon. Obama “gaat binnenkort de voorstellen duidelijk maken die hij heeft goedgekeurd”, aldus Carter.
(JH)
