VS-spionagediensten ‘staan onder politieke druk om strijd tegen IS rooskleuriger voor te stellen’

Generaal Michael Flynn, tot vorig jaar hoofd van de inlichtingendienst van het Amerikaans leger © Reuters
Rudi Rotthier

Amerikaanse analisten en spionnen rapporteren dat de strijd tegen Islamitische Staat niet goed verloopt. Maar wat aan rapporten bij president Obama belandt, wordt “onder politieke druk” een stuk rooskleuriger. Ten minste één analist heeft hierover klacht neergelegd en het Pentagon onderzoekt de zaak.

Dat onderzoek moet uitmaken of de legerleiding “beoordelingen verdraaid heeft”.

The New York Times bracht dinsdag het nieuws over het onderzoek en nieuwssite The Daily Beast beschrijft op basis van drie getuigenissen van analisten of spionnen de frustraties bij het ‘voetvolk’ in de inlichtingendiensten.

Volgens die getuigenissen worden degenen die het materiaal en de analyses verzamelen op onbehoorlijke wijze onder druk gezet door hogergeplaatsten.

Analisten, schrijft The Beast, “werden gedwongen IS als zwakker voor te stellen dan ze geloven dat de groep is” en “een overdreven rooskleurig beeld te schetsen van hoe de Amerikaanse coalitie het doet die de groep wil verslaan”.

“Rapporten over de Amerikaanse campagne die te pessimistisch werden bevonden, of die in vraag stellen of het Iraaks leger in staat is IS op termijn te verslaan, werden teruggestuurd of werden niet gedeeld met de top”.

Politieke druk

De analisten kregen te verstaan dat hun conclusies binnen bepaalde parameters moesten vallen, met zelfcensuur tot gevolg. Ook klagen de geïnterviewden erover dat de leiding van de inlichtingendiensten hun analisten onvoldoende beschermt tegen politieke druk. Die druk is “subtiel”, maar tegelijk “effectief”, en komt van hooggeplaatsten. Zoals The Daily Beast in zijn titel suggereert: van al dan niet militaire toplui rond president Obama.

De analisten nemen aanstoot aan uitspraken zoals die John Allen, de gepensioneerde gerenaal die nu als diplomaat de coalitie tegen IS moet samenhouden, en die in juli verklaarde dat IS “een halt toegeroepen is, strategisch, operationeel, en, grotendeels, strategisch”. De groep is, zei hij nog, “aan het verliezen”.

Minister van Defensie Ashton Carter was minder optimistisch. Hij noemde de strijd “moeilijk”, en “een zaak van lange duur”, maar “we hebben de juiste strategie”.

Amerikaans minister van Defensie Ashton Carter.
Amerikaans minister van Defensie Ashton Carter.© Reuters

De betrokkenen kunnen niet met naam in de pers verschijnen, maar een voormalig hoofd van de militaire inlichtingendienst DIA, Michael Flynn, die vorig jaar met pensioen ging, zegt in The Daily Beast dat het om een “politisering van de inlichtingengemeenschap” gaat, en leidt tot een “gevaarlijke” situatie, waarbij wensdenken de werkelijkheid overschaduwt.

Indekken

Met name over de efficiëntie van de coalitieluchtaanvallen tegen IS wordt er volgens de analisten nogal wat onzin naar buiten gebracht.

Onder druk gezette analisten dekken zich in met formuleringen als “de strijd tegen IS gaat goed maar kan elk moment stuiteren”. Zo kunnen ze in bijna geen enkel scenario met de vinger gewezen worden.

Deze politisering van de inlichtingendiensten doet denken aan wat voormalig vicepresident Dick Cheney werd verweten in de aanloop naar de Irakoorlog onder president George W. Bush. Cheney richtte parallelle circuits op om toch maar rapporten te hebben die massavernietigingswapens met de Iraakse dictator Saddam Hoessein associeerden. De klassieke inlichtingendiensten, die eerst weigerachtig stonden om die conclusies te delen, kwamen onder druk te staan om gelijkaardige informatie te vinden en verspreiden.

Was het bij Cheney de bedoeling om de zaken slechter voor te stellen dan ze waren, dan is er nu blijkbaar druk om ze beter te doen lijken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content