‘Voorstanders hervorming Turkije waren in het voordeel tijdens referendum’

© REUTERS

De internationale waarnemersmissie van de Raad van Europa en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) heeft talrijke tekortkomingen vastgesteld op de dag van het Turks referendum, maar vooral ook in aanloop naar de stembusslag. “Het grondwettelijk referendum van 16 april heeft plaatsgevonden in ongelijke omstandigheden”, luidt het in de voorlopige conclusies die maandag in Ankara zijn voorgesteld.

De stembusgang zelf verliep al bij al ordelijk en efficiënt, toch minstens in het beperkte aantal kiesbureaus dat de internationale waarnemers konden aandoen. Sommigen waarnemers kregen wel slechts beperkte toegang, of stelden vast dat politiemensen de identiteit van kiezers controleerden alvorens hen binnen te laten. Bovendien werden – zoals reeds bekend – de regels over de geldigheid van de stembiljetten nog tijdens het stemmen omgegooid. “Dat ondermijnt een belangrijk vorm van garantie en gaat in tegen de wet”, klinkt het.

Veel kritischer nog zijn de waarnemers over de opbouw naar het referendum. Die verliep erg ongelijk, waarbij het ja-kamp – aangevoerd door president Recep Tayyip Erdogan – wel erg in het voordeel was, onder meer dankzij de aanhoudende noodtoestand. Daar bovenop komt dat kiezers geen onpartijdige informatie kregen over de sleutelelementen van de voorliggende hervormingen, maar ook dat middenveldorganisaties uit de campagne werden geweerd.

Referendum tijdens noodtoestand

u0022Nooddecreten die de wetgeving omtrent het referendum aanpasten, gingen verder dan de vereisten van de noodtoestandu0022

De internationale waarnemers tillen zwaar aan de organisatie van een belangrijk referendum als dit terwijl de noodtoestand van kracht is. Fundamentele rechten en vrijheden werden daardoor beknot, niet in het minst via het verbieden van de vrijheid van vergadering en van meningsuiting door provinciale gezagsdragers.

“Nooddecreten die de wetgeving omtrent het referendum aanpasten, gingen verder dan de vereisten van de noodtoestand en konden niet aangevochten worden”, hekelen de waarnemers. Meer dan 170 door de oppositie voorgestelde voorzitters van lokale kiescomités werden ook geweigerd, terwijl na de mislukte coup van juli 2016 al drie leden van de hoogste verkiezingsraad en 221 lagere voorzitters – stuk voor stuk rechters – vervangen waren.

Meer mediatijd voor Erdogan

Daarnaast hebben de internationale waarnemers nog een hele reeks andere punten van kritiek. Bijvoorbeeld dat ngo’s en professionele organisaties geen campagne mochten voeren, dat de president en andere topfunctionarissen veel meer gratis mediatijd kregen, dat overheidsmiddelen werden misbruikt, dat neen-stemmers door hoge gezagdragers als sympathisanten van terroristen werden bestempeld, dat campagnemomenten van het neen-kamp niet zelden geconfronteerd werden met “politie-acties en gewelddadige onlusten”, enzovoort.

Kritiek is er ook op het feit dat de achttien voorgestelde amendementen niet afzonderlijk aan de kiezers zijn voorgelegd, maar als één pakket. Iets wat volgens de waarnemers “ingaat tegen de internationale goede praktijken voor referenda”.

Tot slot stellen de OVSE en de Raad van Europa het gebrek aan binnenlandse waarnemers aan de kaak. Opnieuw wijzen ze daarbij met beschuldigende vinger naar de forse reactie van het Erdogan-regime op de mislukte coup. Daardoor schroefden middenveldorganisaties “hun steun aan observatiepogingen significant terug uit schrik voor represailles”, klinkt het. Bovendien waren na de mislukte coup al “1.583 ngo’s ontmanteld, inclusief organisaties die voorheen observatiemissies ondersteunden”.

Partner Content