Het mensenrechtenkantoor van de Verenigde Naties (VN) houdt het aantal doden in de Syrische burgeroorlog niet langer bij.
Het kantoor van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties (VN) is niet langer aanwezig in Syrië. ‘Daarom is het voor ons op dit moment erg moeilijk om gegevens te controleren’ , zegt VN-woordvoerder Rupert Colville aan het persbureau AP.
In juli werden het laatste dodental in Syrië vastgelegd op meer dan 100.000 doden. ‘Hiervoor baseerden we ons op zes verschillende bronnen. Ngo’s leverden cijfermateriaal waaruit we een globale balans opmaakte. Maar de laatste maanden slonk het aantal bronnen. Op dit moment zijn er slechts twee of drie voorhanden, waardoor de betrouwbaarheid sterk afneemt’, aldus Colville.
Volgens Colville is het voor de VN daarnaast erg moeilijk om dodencijfers van andere organisaties te bevestigen. Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten, dat gevestigd is in Groot-Brittannië, houdt eveneens een dodental bij. Zij spreken van 130.000 doden sinds het begin van de Syrische opstand in maart 2011.
Conflict breidt zich uit: Libanon, Irak
De oorlog in Syrië wordt ondertussen steeds ingewikkelder. Het conflict breidt zich uit naar andere landen in het Midden-Oosten. Zowel de aanslagen in Irak als de autobommen in Libanon, houden verband met Syrië.
De extremistische groepering Isis, Islamitische Staat van Irak en de Levant, dringt zich meer en meer op als hoofdrolspeler. Deze organisatie propageert de stichting van een nieuw, soennitisch ‘islamitisch kalifaat’ over de grenzen van Syrië en Irak heen. Isis wordt gezien als de Iraakse tak van al-Qaeda. Zij strijden in Syrië tegen de troepen van de (Sjiitische) Bashar- al Assad.
Afzetten van Assad
Maar niet alle Syrische rebellenmilities staan achter Isis. De Syrische rebellen hebben als einddoel: het afzetten van president Bashar-al Assad. Een gemeenschappelijke soennitische staat is voor hen een brug te ver.
Dit leidt tot onderling geweld tussen de rebellen. Bij de laatste gevechten zijn 34 buitenlandse jihadisten, voornamelijk leden van de terreurbeweging Isis, omgekomen in het noorden en westen van Syrië. Dat meldt het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten.
Homs 2011 versus 2014
Niet alleen het dodental blijft oplopen in Syrië. Ook de materiële schade in het land neemt gigantische proporties aan. Op Twitter circuleert een foto die de vernieling van één specifieke straat toont. Amro Ali, Midden-Oosten specialist verbonden aan de Universiteit van Sydney, vergelijkt het Homs van 2011 met dat van 2014.
The ongoing #Syria’n tragedy. The same street in #Homs in 2011 and in 2014. pic.twitter.com/zNrZfLJIWw
— Amro Ali (@_amroali) January 5, 2014
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier