Volgens Amnesty International zijn er meer dan 50 miljoen mensen op de vlucht, het hoogste cijfer sinds de Tweede Wereldoorlog. De mensenrechtenorganisatie vraagt om een internationale conferentie in een nieuw rapport genaamd ‘The global refugee crisis: a conspiracy of neglect’, oftewel ‘De wereldwijde vluchtelingencrisis: een samenzwering van nalatigheid’.
Amnesty International vraagt in een nieuwe rapport een globaal fonds voor de opvang van vluchtelingen en respect van alle staten voor het VN-Vluchtelingenverdrag. De organisatie wil dat er in het licht van de vluchtelingencrisis een internationale conferentie bijeen geroepen wordt, waar concrete afspraken kunnen worden gemaakt voor een solidaire aanpak, die de nadruk legt op gedeelde verantwoordelijkheid, in de geest van het Vluchtelingenverdrag.
Hervestiging
In dat verdrag staat dat staten moeten zorgen voor bescherming, opvang en een degelijke asielprocedure. Mensensmokkel en mensenhandel moeten worden aangepakt, en er moeten meer mogelijkheden komen voor de hervestiging van vluchtelingen. Volgens de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR wachten er op dit moment een miljoen mensen op hervestiging en zal dat aantal nog toenemen.
‘We zijn getuigen van de ergste vluchtelingencrisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Miljoenen mannen, vrouwen en kinderen vechten om in leven te blijven ten midden van oorlogen, mensensmokkelaars en regeringen die meer interesse hebben in zichzelf dan dat ze een beetje medelijden laten zien’, zegt Salil Shetty, de secretaris-generaal van Amnesty International. Amnesty schat dat er momenteel meer dan 50 miljoen mensen gevlucht zijn. Staten overal ter wereld kiezen ervoor om het probleem zoveel mogelijk te negeren, klinkt het.
Middellandse Zee
Het rapport, dat Amnesty publiceert in aanloop naar de Wereldvluchtelingendag op 20 juni, focust zich vooral op de crisis in Syrië. Alleen al in Syrië verlieten 4 miljoen mensen noodgedwongen hun thuisland. 95 procent van hen vond onderdak in de buurlanden. In Libanon bijvoorbeeld, is 1 op de 5 inwoners een Syrische vluchteling.
Buurlanden die de vluchtelingen helpen, krijgen volgens Amnesty amper internationale hulp. Uit de budgetten van de UNHCR blijkt dat de organisatie maar 23 procent van het gevraagde bedrag krijgt om Syriërs in de gebieden rond Syrië op te vangen. De buurlanden hebben de middelen niet om nog meer mensen onder te brengen, wat verklaart dat Libanon dit jaar 80 procent minder vluchtelingen binnen liet. In Turkije werden er zelfs waterkanonnen ingezet om Koerdische vluchtelingen terug te drijven. Vele families moeten zich maaltijden ontzeggen omdat er geen geld is voor voedselhulp.
In Zwart-Afrika zijn er nog eens 3 miljoen vluchtelingen, die eveneens hun leven moeten riskeren om via de Middellandse Zee europa te bereiken. Daar stierven sinds het begin van dit jaar al 1 865 mensen. In 2014 waren dat er 3 500. De Europese Unie was genoodzaakt om een grootschalige zoek- en reddingsoperatie op touw te zetten. Bovendien roept de Europese Commissie op tot 20 000 extra hervestigingen en een spreiding van 40 000 vluchtelingen over Europa. Toch zal dat niet genoeg zijn. Er moeten niet alleen aanpassingen komen in Europa, maar op wereldwijd niveau, aldus Amnesty. (M.D)
