Vluchtelingen verhandeld als koopwaar: ‘Ik heb twee jaar gewerkt als metselaar, op water en brood’

Een vaartuig kapseisde voor de kust van Libië, 140 vluchtelingen belandden in het water. Velen onder hen probeerden de Libische kustwacht te vermijden en probeerden gered te worden door een Duits schip in de buurt. Deze vluchtelingen werden door de kustwacht opgepikt en vrezen wat hen te wachten staat, Tripoli, Libië, 6 november 2017. © Reuters

Correspondent Daan Bauwens sprak in het Italiaanse vluchtelingenkamp Follonica met vluchtelingen die de overtocht vanuit Libië overleefden. Ze getuigen over marteling, afpersing en dwangarbeid in de Libische detentiecentra. Bovendien blijkt dat veel van hen de oversteek niet vrijwillig maakten.

‘We waren nog aan het werk op de werf toen ik apart werd genomen. De bewaker laadde zijn geweer, richtte het op mij en vertelde dat hij me zou neerschieten als ik zou proberen weglopen. Na tien minuten met mijn armen in de lucht arriveerde een laadtruck. We reden naar een strand waar een zodiak op ons lag te wachten. Er was een menigte verzameld op het strand, allen onder schot gehouden door bewakers. We werden verplicht de boot in te gaan en werden de zee ingeduwd. Op de tweede dag op zee werden we gezien door een Europese boot.’

Amidou Kone, een 23-jarige Ivoriaan, is aan het woord. Hij is een van 110.616 vluchtelingen die dit jaar de oversteek overleefde van Libië naar de Italiaanse kust. Hij is nu ondergebracht in het kamp Follonica, in Toscane, dat vroeger dienst deed als camping.

Ze wilden dat ik mijn familie belde voor losgeld.

Amidou

Amidou maakte de oversteek na twee jaar detentie in Libië. Aan die periode hield hij de littekens op zijn hoofd over. ‘Ze wilden dat ik mijn familie belde voor losgeld, maar ik bleef vertellen dat ik de enige overlevende was van de oorlog in Ivoorkust. Ze geloofden het niet en sloegen me op mijn hoofd met kalasjnikovs. Tijdens andere ondervragingen probeerden ze mijn wijsvinger af te snijden.’

Amidou toont ook de bleke plekken rond zijn enkel. ‘Een poging mijn voet af te houwen met een zaklamp. Waarom zoveel wreedheid? Ik heb niet het flauwste idee.’

Rot tot op het bot

De mensenrechtenschendingen in Libische detentiekampen zijn geen geheim meer. In september schreef het hoofd van Artsen Zonder Grenzen Joanne Liu nog een open brief waarin ze het Libische detentiesysteem ‘rot tot op het bot’ noemde.

Ze schreef verder dat het een ‘welig tierende onderneming van kidnapping, marteling en uitpersing’ betrof en beschuldigde Europa van medeplichtigheid. Om migranten koste wat kost buiten te houden door de Libische kustwacht te financieren, koos Europa er namelijk voor ‘om mensen in deze situatie te houden.’

Mannen met kalasjnikovs

We werden opgesloten. Ze sloegen ons met stokken en kabels.

Bai

Bai, een 19-jarige Malinees die begin september toekwam op de kust van Sicilië, heeft het zoals zowat alle andere aankomende vluchtelingen op de Siciliaanse kust aan den lijve ondervonden. ‘We woonden met veertig in een huis in de stad. Twee mannen met kalasjnikovs kwamen op een avond binnen, begonnen te schreeuwen en namen iedereen mee.

‘We werden opgesloten. Ze sloegen ons met stokken en kabels. We moesten naar huis bellen. Wie zijn familie kon overtuigen om geld te sturen naar de kidnappers mocht gaan. Mijn familie was akkoord, maar ik werd de week erna door een andere groep gevangen genomen. Toen was het geld op en hebben ze me aan het werk gezet om de reis naar Europa te betalen.’

Geen asiel in Libië

Libië verleent geen asiel. Volgens wetten die nog onder Khadafi met Europese steun goedgekeurd werden, is illegale immigratie een misdaad, waardoor vluchtelingen en migranten zonder uitzondering opgesloten worden.

Na de val van Khadafi wordt de wet door de verschillende rivaliserende regeringen en milities gretig toegepast. De door Europa erkende regering runt nu een netwerk van 29 ondergefinancierde en overbevolkte detentiecentra.

Verkrachting, afpersing en marteling

Humanitaire steun van de internationale gemeenschap om de levensomstandigheden in de centra te verbeteren maakt ze tot doelwit van rivaliserende milities. Gewapenderhand proberen ze detentiecentra over te nemen om de hand te leggen op de financiering of om internationale erkenning te verkrijgen.

Daarnaast is er een ongekend aantal geïmproviseerde gevangenissen waar gekidnapte vluchtelingen terechtkomen. Die vluchtelingen, zowel in de erkende als de door milities gerunde kampen, getuigen van verkrachting, afpersing en marteling.

Gedwongen oversteek

Bewakers verhuren ondertussen op grote schaal gevangenen uit aan bouwbedrijven om via dwangarbeid winsten op te strijken. Ook Amidou werd gedwongen te werken. ‘Twee jaar lang als metselaar’, vertelt hij, ‘zonder betaling en op water en brood.’ Wanneer hij uiteindelijk te zwak werd bevonden voor het werk werd hij op de boot gezet.

‘Ze zijn koopwaar’, vertelt Anaspasia Papadopoulou, senior policy advisor bij de European Council for Refugees and Exiles (ECRE) in Brussel. ‘De milities gebruiken hen om winst te maken. Wanneer ze niet meer bruikbaar zijn moeten ze ervan af zien te geraken.’

Al jaren in Libië

Amidou’s verhaal over zijn gedwongen oversteek wordt door andere vluchtelingen bevestigd. Een groot deel van de vluchtelingen blijkt overigens niet naar Libië afgezakt te zijn om de oversteek naar Europa te maken, maar woonde al jaren in het land toen de chaos uitbrak.

Een groot deel van de vluchtelingen blijkt niet naar Libië afgezakt te zijn om de oversteek naar Europa te maken.

Balde Tcherno (37) uit Guinee-Bissau was al vijf jaar schoenenverkoper in Libië en keerde elk jaar terug naar huis om bij zijn gezin te zijn. In 2011 werd hij opgepakt aan de grens door milities en onder schot op een boot gezet richting Italië.

Rockson Adams (27) uit Ghana kwam pas na 2011 toe in Libië en versierde een lucratieve job in de bouw, maar nam na zijn eerste kidnapping, opsluiting, bomaanslagen en moorden op collega’s in 2015 de beslissing om een mensensmokkelaar te betalen om de oversteek te maken.

Gelukzoekers en vluchtelingen

Volgens Aspasia Papadopulou van ECRE is de vluchtelingenstroom uit Libië een mix: ‘Het gaat over mensen die al tien tot vijftien jaar in het land woonden en die erheen gingen omdat het toen nog een rijk land was. Deze groep is nu ook het slachtoffer van uitbuiting.’

‘Dan is er de grote groep ontheemde Libiërs. Ten slotte hebben we de groep Sub-Saharaanse Afrikanen, die samen met de Bengalen en Syriërs naar Libië gekomen zijn met de bedoeling om de oversteek te maken.’

De Londense ngo Overseas Development Institute gaat nog een stap verder. Volgens de ngo doet de situatie in Libië het door politici vaak aangehaalde verschil tussen ‘gelukzoekers’ en ‘vluchtelingen’ vervagen. Veel van de vluchtelingen op Europese kusten waren namelijk aanvankelijk naar Libië afgezakt omwille van werk maar werden pas daarna slachtoffer van vervolging en uitbuiting.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content