Verliest Erdogan zondag zijn meerderheid in het Turkse parlement?

De positieve impact van de megaprojecten wordt door velen betwist, maar een groot deel van de Turkse samenleving slikt het voor zoete koek. © Dino

Zondag vinden in Turkije parlements- en presidentsverkiezingen plaats. President Erdogan en zijn AKP zijn de grote favoriet, maar door een oppositie die de krachten heeft gebundeld kan zijn partij wel de meerderheid in het parlement verliezen.

Bijna 60 miljoen Turken trekken zondag naar de stembus voor de parlements- en presidentsverkiezingen in het land. Die vervroegde verkiezingen gelden als cruciaal gezien voor de toekomst van Turkije, dat de overgang maakt van een parlementair naar een presidentieel systeem.

Als huidig president Recep Tayyip Erdogan en zijn AKP de verkiezingen winnen, kunnen ze Turkije de komende vijf jaar verder naar hun hand zetten. En hoewel ze als favoriet aan de startlijn staan, zijn ze nog niet zegezeker. Dat komt onder meer omdat de oppositie de krachten heeft gebundeld, waardoor de AKP haar meerderheid in het parlement dreigt te verliezen.

Het gaat wellicht om de belangrijkste verkiezingen in de moderne geschiedenis van Turkije. Dat heeft alles te maken met het grondwettelijk referendum van april 2017, toen een kleine meerderheid (51,4 procent) instemde met de omschakeling naar een presidentieel systeem.

Die wijziging heeft als gevolg dat de komende president een pak meer macht krijgt. Zo verdwijnt de functie van eerste minister, waardoor de president voortaan de ministers benoemt en enkele vicepresidenten aanstelt, zonder inspraak van het parlement. Hij zal ook vier van de dertien leden van de hoogste juridische instanties rechtstreeks kunnen benoemen.

De verkiezingen moesten eigenlijk pas in november 2019 plaatsvinden. Maar in april besliste president Erdogan om die stembusgang met zowat anderhalf jaar naar voren te schuiven, in een poging om de concurrentie een stap voor te zijn.

De inzet voor Erdogan en AKP (Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling, nvdr.) is dan ook erg groot. Als Erdogan herkozen wordt als president en AKP zijn huidige meerderheid in het parlement kan behouden, dan krijgen ze de mogelijkheid om de komende vijf jaar door te zetten met de ingezette transformatie van het land.

Het gaat wellicht om de belangrijkste verkiezingen in de moderne geschiedenis van Turkije.

De kans dat de nog altijd populaire Erdogan de strijd om het presidentschap zal winnen, is volgens de peilingen ook behoorlijk groot. Toch krijgt hij meer tegenstand dan aanvankelijk gedacht. Het is erg realistisch dat Erdogan zondag nog niet over een meerderheid zal beschikken, waardoor de beslissing waarschijnlijk pas zal vallen in de tweede ronde, die op zondag 8 juli zal plaatsvinden. Zo’n tweede ronde zou voor de 64-jarige Erdogan – die al zestien jaar lang de electorale successen aan elkaar rijgt – al gelden als een halve nederlaag.

Dat deze verkiezingen voor de president lastiger verlopen dan anders, heeft onder meer te maken met de sputterende Turkse economie. Daarnaast beleeft Turkije, dat lange tijd gezien werd als dé stabiele factor in het Midden-Oosten, ook erg turbulente tijden. Sinds 2013 heeft het land onder meer af te rekenen gehad met felle antiregeringsprotesten in het Gezi Park in Istanboel, verschillende grote terroristische aanslagen en een heropleving van het Koerdische conflict. En uiteraard was er ook de mislukte staatsgreep van 15 juli 2016, die leidde tot het uitroepen van de nog altijd niet opgeheven noodtoestand en tot tienduizenden arrestaties en (tijdelijke) ontslagen.

Bovendien is er met de 54-jarige Muharrem Ince van de Republikeinse Volkspartij (CHP) ook een geduchte concurrent voor het presidentschap opgestaan. De charismatische Ince – die uit het seculiere kamp komt – weet massa’s mensen naar zijn verkiezingsmeetings te lokken. Voorts is hij, net als Erdogan, een erg begenadigd redenaar. En net als zijn concurrent is Ince ook erg bedreven in het gebruik van populistische retoriek. Zo belooft hij de economische problemen van Turkije op te lossen door een einde te maken aan de ‘eenmansheerschappij’ van Erdogan in Turkije.

Daarnaast zijn er nog vier andere politici die meedingen naar het presidentschap, maar zij maken volgens de peilingen minder kans om een eventuele tweede ronde te halen. Ex-minister Merkal Aksener (62) van de nieuwe centrumrechtse Iyi-partij (Goede Partij) is de enige vrouwelijke kandidate. Zij voert een uitgebalanceerde campagne waarbij ze zowel de religieuze, seculiere als conservatieve kiezer probeert aan te spreken. Daarnaast valt ook Selahattin Demirtas (45) van de pro-Koerdische partij HDP (Democratische Partij van de Volkeren) op, al is dat vooral omdat hij campagne moet voeren vanuit de gevangenis van Edirne. Hij was een van de negen HDP-parlementsleden die na het uitroepen van de noodtoestand opgepakt werd op verdenking van terrorisme.

Het samenwerkingsverband tussen de vier oppositiepartijen is erg opmerkelijk in een land waar religieuze en seculiere partijen traditioneel lijnrecht tegenover elkaar staan.

Voor de oppositie ligt de grootste kans op succes evenwel bij de parlementsverkiezingen. Tegenstanders van Erdogan hebben namelijk beslist om de krachten te bundelen. Het seculiere CHP trekt samen naar de kiezer met het centrumrechtse Iyi, het islamistische Saadet en de conservatieve Democratische Partij (DP). De alliantie heeft ook aangekondigd dat ze bij een overwinning alles in het werk zal stellen om de overgang naar een presidentieel systeem terug te draaien.

Het samenwerkingsverband tussen de vier oppositiepartijen is erg opmerkelijk in een land waar religieuze en seculiere partijen traditioneel lijnrecht tegenover elkaar staan. De verschillen worden evenwel opzij geschoven om een verdere machtsuitbreiding van Erdogan te verhinderen. Verschillende van die partijen vreesden namelijk dat ze op eigen houtje niet over de hoge kiesdrempel (tien procent) zouden raken. Daardoor zouden hun stemmen verloren gaan, wat het voor AKP makkelijker zou worden om de meerderheid van de zetels binnen te halen.

Ironisch genoeg is die alliantie het gevolg van een maatregel die AKP uit eigenbelang had ingevoerd. Die conservatieve partij had de alliantievorming bij de parlementsverkiezingen toegelaten om een eigen blok te vormen. AKP is immers zelf een samenwerking aangegaan met de extreemrechtse Partij van de Nationalistische Beweging (MHP) en de ultranationalistische Grote Eenheidspartij (BBP).

De enige noemenswaardige partij die buiten die blokvorming wordt gehouden is het pro-Koerdische HDP, dat met een eigen lijst opkomt. Als ook die partij de kiesdrempel haalt – wat volgens de peilingen erg nipt dreigt te worden – zou het voor AKP wel eens erg moeilijk kunnen worden om haar meerderheid te behouden.

Een scenario waarbij Erdogan als president wordt herkozen maar geen parlementaire meerderheid meer heeft, is dus zeker niet onwaarschijnlijk. In dat geval dreigt Erdogan niet ten volle gebruik te kunnen maken van de uitgebreide bevoegdheden die hij zichzelf wilde toe-eigenen.

Partner Content