Verkiezingen Egypte: Kalifaat, chaos of contrarevolutie?

De eerste Egyptische parlementsverkiezingen zonder de afgezette president Hosni Moebarak moesten een “feest van de democratie” worden. Maar het geweld van de voorbije dagen doet eerder aan een begrafenis denken.

Het leger, dat door de revolutionaire jeugd in de winter nog als redders werd onthaald, is het vijandbeeld van de protestbeweging geworden. “Het volk wil het ontslag van de veldmaarschalk”, roepen de demonstranten. De voorzitter van de militaire raad, veldmaarschalk Mohammed Hoessein Tantawi, is voor hen de nieuwe Moebarak. De enigen die in deze chaos nog het hoofd koel houden, zijn de islamisten.

Want de Moslimbroeders en hun mogelijke coalitiepartners – de radicale islamisten van de Salafistenbeweging en de Gamaat Islamiya – hebben twee concrete doelen voor ogen, waar ze vastberaden op aansturen. Ze willen na de parlementsverkiezing de sterkste fractie zijn, om dan op doorslaggevende wijze invloed uit te oefenen op de nieuwe grondwet. En ze willen verhinderen dat de door het leger gesteunde overgangsregering vooraf richtlijnen voor de grondwet vastlegt, die hun plannen voor een verdere islamisering van de staat kunnen belemmeren. De linkse en liberale groeperingen zijn ook niet tevreden over de door viceregeringsleider Ali al-Selmi geformuleerde richtlijnen voor een grondwet – ook al is dat dan om andere redenen.

Bijna alle politieke partijen in Egypte hebben kritiek op het zogenaamde “Selmi-communiqué”, waarin het leger verregaande autonomie verzekerd wordt. De militairen mogen hun begroting bepalen en beheren zonder rekening te houden met de regering en tot de verkiezing van een president een belangrijke rol in het politieke proces spelen. Bovendien zouden de verkozen volksvertegenwoordigers slechts twintig van de in totaal honderd leden van de grondwettelijke commissie mogen leveren. De overige leden zouden experten zijn, die voor een deel uit de staatsinstellingen komen.

Elke burger gelijke rechten

Wat niet alle partijen afwijzen, is het tweede deel van de grondwettelijke voorschriften. Daarin zal bepaald worden dat elke burger gelijke rechten heeft – vrouwen, christenen en leden van etnische minderheden inbegrepen. Bovendien zullen vrijheid van mening en andere burgerrechten als onveranderlijke grondbeginselen schriftelijk vastgelegd worden.

“Alles, wat in dit ontwerp met het leger te maken heeft, is af te wijzen. Dat wil echter niet zeggen, dat het hele document slecht is”, zei Wael Abed, die als onafhankelijk kandidaat in het centrum van Cairo een zetel in het parlement wil verwerven. Hij stelt voor over het ontwerp van grondwettelijke principes te onderhandelen. “Goed zijn bijvoorbeeld de paragrafen, waarin het gaat over hoe Egypte een democratische rechtsstaat is (en niet door militairen of geestelijken wordt bestuurd)”, voegt de kandidaat eraan toe. Hij sympathiseert met de demonstranten op het Tahrirplein, dat niet ver van zijn kiesdistrict ligt. Zijn kiescampagne heeft hij uit protest tegen het geweld van de ordestrijdkrachten onderbroken.

Democratie leren kennen

“Dat al-Selmi nu dit debat heeft veroorzaakt dat tot verdeeldheid en rellen heeft geleid, was een grote inschattingsfout. Hij had ermee moeten wachten tot na de verkiezingen”, zei de Egyptische politoloog Abdel Moneim Said. Anders dan vele Egyptenaren, die nu voor het eerst willen gaan kiezen, heeft hij geen grote verwachtingen van de komende verkiezingen. “Verkiezingen alleen vormen nog geen democratie”, zei hij, “het Egyptische volk moet tijd nemen om de democratie te leren kennen”. In een commentaar met de titel “Wij hebben geen kalifaat nodig” had hij eind september al verklaard dat het beste wat Egypte in de huidige fase kan bereiken vermoedelijk een staat naar Turks model is. In het ergste geval wordt een staat naar Iraans voorbeeld geboren. (Belga/TE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content