De vader van de Palestijnse peuter die omkwam bij een door Joodse extremisten aangestoken brand, is aan zijn verwondingen overleden.
De vader van de Palestijnse peuter die vorige week levend werd verbrand bij een aanval door extremistische joden is in het ziekenhuis bezweken aan zijn verwondingen.
Ruim een week geleden gooiden joodse kolonisten brandbommen naar twee huizen van Palestijnen in het dorpje Douma, tussen Nabloes en Ramallah. Bij de aanslag kwam een kindje van 18 maanden om het leven. Zijn ouders en vierjarig broertje raakten zwaargewond. Op de huizen werd graffiti met “wraak” in het Hebreeuws en een Davidster aangebracht.
Intussen is dus ook de vader aan zijn verwondingen bezweken. De moeder verkeert nog in levensgevaar en het vierjarige broertje van de overleden peuter zou de voorbije dagen positieve signalen hebben getoond. Zo zou hij volgens de lokale media de voorbije dagen zijn ogen geopend hebben en enkele woorden hebben gesproken.
Harder optreden tegen Joodse extremisten
Sinds de brandaanslag willen Israëlische politici harder optreden tegen Joods extremisten. Een rechtse activist werd al gearresteerd die betrokken zou zijn bij ‘criminele, nationalistische activiteiten.’ Ook besliste het Israëlische veiligheidskabinet dat de administratieve arrestatie, waarbij verdachten zonder aanklacht kunnen vastgehouden worden, ook bij joodse terreurverdachten kan toegepast worden.
Onmiddellijk na de aanval sprak de Israëlische premier Benjamin Netanyahu van ‘een daad van terreur’. Hij belde met de Palestijnse president Mahmoud Abbas, om zijn medeleven te betuigen en de daad te verwerpen. Een gesprek tussen beide leiders is erg zeldzaam. (Belga/AVE)
