Als de huidige trends aanhouden, zullen er tegen 2030 zowat 3,5 miljoen nieuwe hiv-infecties bij adolescenten bijkomen. Dat zegt Unicef naar aanleiding van Wereldaidsdag vrijdag. De organisatie waarschuwt voor te veel misplaatst optimisme.
In 2016 stierven 120.000 kinderen jonger dan 14 jaar aan aids-gerelateerde oorzaken. Bovendien werden elk uur achttien kinderen besmet met hiv, zegt Unicef.
Dat er vooruitgang wordt geboekt in de strijd tegen de ziekte ontkent de organisatie niet. Zo zijn sinds 2000 ongeveer twee miljoen nieuwe infecties bij kinderen afgewend. Maar, zegt Unicef, die vooruitgang gaat te traag, zeker wat betreft het voorkomen van besmetting bij adolescenten en het verbeteren van testen voor diezelfde groep. Onrustwekkend is ook dat voor elke vijf jongens in de pubertijd met hiv, er zeven meisjes van dezelfde leeftijd zijn met de ziekte.
Nog een pijnpunt: slechts 43 procent van de aan hiv blootgestelde baby’s wordt getest binnen de aanbevolen eerste twee maanden van hun leven. Hetzelfde percentage kinderen met hiv krijgt een levensreddende antivirale behandeling.
‘Doorgaan aan dit trage tempo betekent spelen met het leven van kinderen en toekomstige generaties veroordelen tot een leven met hiv en aids, terwijl dit kan voorkomen worden’, zegt Dr. Chewe Luo, hoofd van het hiv-programma van de organisatie. ‘We moeten dringend actie ondernemen om verder te bouwen, op de vooruitgang die we het afgelopen decennium boekten.’
Unicef stelt verschillende actiepunten voor. Onder meer het voorrang geven aan interventies bij adolescente meisjes in Afrika beneden de Sahara en investeren in hiv-zelftests en nieuwe pediatrische geneesmiddelen.
