UNICEF-directeur over Mawda: ‘Geen enkele ouder zou moeten kiezen tussen zijn kind beschermen en in leven blijven’

Henrietta Fore, uitvoerend directeur van UNICEF, in Brussel. © UNICEF/Dejongh
Naomi Skoutariotis
Naomi Skoutariotis Redactrice Knack.be

Henrietta Fore staat bijna zes maanden aan het hoofd van UNICEF. Ze sprak met Knack.be over de nieuwe doelstellingen van de kinderrechtenorganisatie, de schandalen bij onder meer Oxfam en UNICEF, en Mawda.

UNICEF, het Kinderfonds van de Verenigde Naties, zet zich vooral in voor de rechten van jonge kinderen. Henrietta Fore, die sinds januari aan het hoofd van de organisatie staat, wil daar verandering in brengen. Hiervoor zat ze samen met Europees commissaris voor Buitenlandse Zaken Federica Mogherini en minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open VLD).

Waarom wilt u de focus verleggen van jonge kinderen naar adolescenten?

FORE: ‘Kinderen van tien tot achttien jaar vormen een moeilijke leeftijdsgroep. Niemand kan ze echt begrijpen — niet in je eigen familie, noch in de samenleving. Maar wanneer ze achttien zijn, moeten ze op een productieve manier deel uitmaken van onze samenleving. Zíj gaan onze wereld leiden. Ons doel is dat tegen 2030 iedere jongere tussen tien en achttien jaar op school zit, een opleiding volgt of een job heeft die bij zijn leeftijd past.’

Minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo en Henrietta Fore.
Minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo en Henrietta Fore.© UNICEF/Dejongh

Hoe wilt u dat bereiken?

FORE: ‘In de eerste plaats moeten kinderen naar de middelbare school gaan, wat vooral in Afrika een enorme uitdaging is. Veel tieners daar willen geen boer worden, maar in steden wonen. Ze zullen ondernemer moeten worden. We hebben dus ook meer stages en leerstages nodig. Minister De Croo is erg geïnteresseerd in innovatie. Zonder innovatie kunnen we de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen niet halen. Zijn focus op hoe we dat kunnen bereiken in samenwerking met privébedrijven en waar de veranderingen liggen op het gebied van voeding, gezondheid, sanitaire voorzieningen, onderwijs en bescherming zijn erg belangrijk in de toekomst die wij voor ogen hebben.’

U hoopt om meer privébedrijven en donoren aan boord te krijgen. In welke mate hebben de recente schandalen over prostituees en seksueel misbruik bij onder meer Oxfam, Plan International en UNICEF het vertrouwen in ngo’s geschaad?

FORE: ‘Wat toen naar boven is gekomen, is niet alleen belangrijk voor donoren. Als er sprake is geweest van machtsmisbruik, seksuele intimidatie, seksueel misbruik of als iemand -meisjes of jongens – benaderd werd, dan moeten we dat weten als organisatie weten en beter opvolgen. We moeten sollicitanten beter screenen. En wij hebben mensen nodig die voor elkaar opkomen en er niet voor terugdeinzen om iets aan te kaarten. We zijn van plan om dit werk te blijven doen en zullen het opkuisen en ophelderen.’

Het is niet de enige uitdaging waar ngo’s voor staan. Er zijn zoveel humanitaire crises dat er bij momenten haast sprake lijkt van gewenning: de publieke betrokkenheid lijkt bij elke nieuwe conflictsituatie af te nemen.

FORE: ‘Alles draait om zichtbaarheid. We moeten verhalen blijven vertellen. Wanneer je een verhaal hoort, voel je je betrokken bij een mens en besef je dat er íéts moet zijn wat we kunnen doen. Het eerste land dat ik als uitvoerend directeur heb bezocht, was Zuid-Sudan. Dat is een van onze moeilijkste landen.

De meeste kinderen en jongeren zijn al vijf jaar ontheemd – als vluchteling of binnen het land zelf. Velen hebben dagenlang gewandeld in een poging om de vluchtelingenkampen te bereiken en overleefden op gras en waterlelies. Ze werden gescheiden van hun familie, in sommige gevallen heeft het vier jaar geduurd voor we ze konden herenigen. Ik sprak er met een jongeman. Nadat hij was ontvoerd uit zijn dorp moest hij kindsoldaat worden. Hij kon ontsnappen, en we hebben een programma opgestart om hem terug op de schoolbanken te krijgen. Nu gaat hij naar school en wil hij arts worden. Als je zo’n verhaal hoort, wil je graag helpen.’

Plaats jezelf even in de schoenen van een ouder: de keuzes die je zou moeten maken, moeten verschrikkelijk zijn

In België overleed een tweejarig Iraaks meisje, Mawda, nadat ze getroffen werd door een politiekogel. Ze zat samen met haar ouders en tientallen andere migranten in een bestelwagen. Naast betuigingen van medeleven, legden sommigen de verantwoordelijkheid bij de ouders. Hoe wilt u kinderen die op de vlucht zijn of slachtoffers van mensenhandel beschermen?

FORE: ‘Geen enkele ouder zou moeten kiezen tussen zijn kind beschermen en in leven blijven. Er zijn zo veel families gevlucht. We hopen vooral dat kinderen beschermd worden en dat ze op een veilige plek – in scholen en een thuis, weg van geweld – kunnen verblijven. Maar het is een ontzettend moeilijk vraagstuk. Plaats jezelf even in de schoenen van een ouder: de keuzes die je zou moeten maken, moeten verschrikkelijk zijn.’

Migratie treft niet alleen kleine kinderen binnen een gezin. Veel niet-begeleide minderjarige vluchtelingen verdwijnen van de radar. Hoe wilt u die groep bereiken?

FORE: ‘Zeker wanneer kinderen gescheiden zijn van hun familie en zonder enige hoop alleen op straat leven, is dat moeilijk. We zouden graag alle kinderen bereiken en een kans op onderwijs geven. Met een deel van de donaties van de EU en België slagen we daarin, maar het blijft een uitdaging.’

Het probleem van psychologische begeleiding in vluchtelingenkampen is nog niet genoeg aangepakt. We hebben er de middelen niet voor

Een ander speerpunt uit uw beleid is gendergelijkheid. Wat is daar de grootste uitdaging?

FORE: ‘Meisjes op school houden, zou een groot verschil maken. In sommige families zijn meisjes minder belangrijk dan jongens en krijgen ze huishoudelijke taken, terwijl ze misschien dromen van een ander leven, op een school. Soms worden meisjes uitgehuwelijkt als kindbruid, maar die cijfers zien we veranderen. Steeds meer kinderen worden gered van zulke huwelijken, maar het blijft belangrijk om hun stem te steunen en ze niet te snel te laten trouwen of moeder worden. Een meisje op de middelbare school houden is wellicht het belangrijkste dat we kunnen doen. Genderongelijkheid is soms cultuurgebonden, er zijn rolmodellen nodig. Elke vrouw moet voor zichzelf opkomen en een jonge vrouw onder haar vleugel nemen, haar ervan laten dromen om iemand te worden die bijdraagt aan onze samenleving.’

Uw voorganger, Anthony Lake, zei op de Britse nieuwszender BBC: ‘In plaats van te leren, tekenen Syrische kinderen gruweldaden die geen enkel kind ooit zou mogen zien. We vrezen dat we in Syrië een hele generatie kinderen zullen verliezen die dit geweld over tien tot dertig jaar herhalen.’ U haalt onderwijs en innovatie aan, maar wat met de psychologische begeleiding van kinderen in vluchtelingenkampen?

FORE: ‘Het probleem van die psychologische begeleiding is nog niet genoeg aangepakt, maar iedereen is er zich van bewust. Er is ook nood aan psychologische begeleiding na seksuele intimidatie of misbruik. Je ziet het bij kinderen die de Middellandse Zee hebben overgestoken, sommige statistieken zijn hartverscheurend: drie kinderen op de vier hebben de voorbije week geweld ervaren. De wereld kan beter dan dit. We moeten hulp bieden, maar we hebben er de middelen niet voor.’

Hoe blijft u positief in deze job?

FORE: ‘De wereld zal zijn wat we ervan maken, dus moeten we er een betere wereld van maken. (glimlacht) Dat lijkt misschien erg simpel, maar het betekent dat de problemen overwonnen kunnen worden. Als we genoeg slimme koppen en helpende handen verzamelen, zal het wel lukken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content