‘Tunesiërs willen geen sharia, die willen zakendoen’

© Image Globe

Tunesië kent sinds de Arabische Lente felle religieuze spanningen. Bedreigen salafisten het verdraagzame en multireligieuze Tunesië?

De voorbije maanden liepen de religieuze spanningen in Tunesië fel op. Islamisten en salafisten manifesteren zich steeds nadrukkelijker, en er wordt met een bang hart uitgekeken naar een grootschalige joodse pelgrimstocht op Djerba. Waar is het verdraagzame en multireligieuze Tunesië gebleven?

Religieus fanatisme, ook Tunesië ontsnapt er niet aan. Salafisten, maar ook de ‘gematigde islamisten’ van de Ennahdapartij, die bij de parlementsverkiezingen net geen 40 procent van de stemmen behaalde, provoceerden zich de voorbije maanden met succes in de kijker. Begin februari inviteerde Ennahda de Egyptische imam Wajdi Ghanim, een notoir verdediger van de vrouwenbesnijdenis. Een cultuurschok in Tunesië, de Arabische koploper op het vlak van vrouwenrechten.

Op 7 maart verving een salafist de Tunesische vlag op de Mannouba-universiteit door de salafistische vlag – zwart met witte Koranverzen. Een van de studentes die zich hevig tegen die provocatie verzetten, kreeg slaag. Niet alleen te weinig vrome moslims werden geviseerd. De Grieks-orthodoxe kerk in Tunis kreeg op 4 april dreigbrieven in de bus. Kruisbeelden werden met vuilniszakken bedekt: dit is ’terre islam’. Exclusief voor moslims.

Door dat opstekende religieuze fanatisme, nieuw voor Tunesiërs, wordt er met ongerustheid uitgekeken naar de pelgrimstocht richting El Ghriba-synagoge op het Tunesische eiland Djerba. Met zijn 2600 jaar is dat de oudste synagoge van Afrika, en het symbool van het historisch interreligieuze Tunesië (dat ook een erg oude christelijke aanwezigheid kent). Elk jaar trekken er joden uit de hele wereld naar El Ghriba. Op 11 april 2001 pleegde een fundamentalist er een aanslag.

God heeft gezegd

Naar de impact van de Arabische Lente op het traditioneel erg verdraagzame Tunesië is het voorlopig gissen. “Er zijn maar twee joodse families vertrokken”, zegt Elie Trabelsi. Trabelsi, een joodse Tunesiër, woont in Parijs maar is in Djerba om zijn vader te helpen met de organisatie van de El Ghriba-pelgrimstocht. Ook Maroun Lahham, tot 19 januari 2012 de katholieke aartsbisschop van Tunis, Roger Bismuth (de enige joodse senator van de Arabische wereld) en Ramon Echeverria, de Spaanse priester van de Sint-Cypriaan van Carthagoparochie in de kuststad La Marsa, blijven optimistisch.

Lahham: “Tunesië is door haar geschiedenis een gematigd land. Extremisme zit niet in de Tunesische mentaliteit: Tunesiërs willen geen sharia, die willen zakendoen.” De revolutie bracht vrijheid en zal dus hoe dan ook een positieve impact hebben op de religieuze situatie, klinkt het. Maar de hamvraag is niet de kwestie van de religieuze minderheden. De analyse van Echeverria is zelfs areligieus: “De uitdaging is de economie er weer bovenop krijgen, voor alle Tunesiërs. Dát is de kern. Als de investeerders terugkomen, dan komt alles goed.”

‘Vergeet de dialoog met de fundamentalisten’

Rachid Ben Othman, voorzitter van de Liga voor de Godsdienstvrijheid, voelt zich wel bedreigd: “Vergeet de dialoog met de fundamentalisten. ‘God heeft gezegd dat…’ – daar kan je niet tegenop. Ook Ennahda, gematigd islamistisch genoemd, is eigenlijk salafistisch. Ze gedragen zich alleen pragmatischer.”

Ennahda, dat de premier en enkele ministers levert, blaast inderdaad warm en koud. Het doet gewaagde voorstellen en trekt die in wanneer er te veel protest komt. Zo stemde de partij in met een religieuze politie, maar die moest zich na felle kritiek omdopen tot een culturele vereniging. “Ennahda was wel tegen het inschrijven van de sharia in de grondwet”, zegt de cineast Férid Boughedir, op zoek naar iets positiefs. Maar dat overtuigt Othman niet.

“De partij speelt een spel”, meent hij. Het eerste artikel van de grondwet bepaalde altijd dat Tunesië een ‘vrije, onafhankelijke en soevereine staat is: zijn religie is de islam, zijn taal het Arabisch en zijn staatsvorm de republiek’. “Dat kreeg een seculiere invulling,” weet Othman, “maar kan anders geïnterpreteerd worden nu Ennahda artikels 5 en 8 wil schrappen: die verbieden de vermenging van religie en politiek. Die scheiding van religie en staat, dát is nu de strijd”, aldus Othman. En die strijd is ongelijk, zegt Othman. “De niet-confessionele stroming is sterk in Tunesië, maar ze is zwak georganiseerd. Onze bankrekening staat op nul, die van de islamisten wordt gespekt door de Golfstaten.”

De hand van Marzouki

Ook van de regering, waarin Ennahda sterk staat, valt weinig steun te verwachten. Othman: “Ze werkt met twee maten en gewichten: salafisten kunnen rel schoppen, maar de manifestatie op 9 april ter herdenking van een opstand tegen de Franse kolonisator werd agressief uiteen geslagen. En president Marzouki zei dat de politie in haar recht was! Hij mag dan een gerenommeerde mensenrechtenactivist zijn, hij is zijn geloofwaardigheid kwijt door zijn pact met de islamisten.”

Tot voor kort deelde Ellie Trabelsi die mening. “Na de revolutie wachtten wij op een uitgestoken hand van de Tunesische maatschappij. Wij werden gezien als de lievelingetjes van Ben Ali, door de strenge veiligheidsmaatregelen die hij voor ons trof. En mensen verwarren Israël, zionisme en jood gemakkelijk. Politici durfden zich dus niet te profileren als vrienden van de joden. Het waren bange dagen: de salafisten schreeuwden ‘Dood aan de joden’ en bekladden synagoges.”

Maar president Marzouki stak zijn hand uit. Trabelsi: “Hij is op 11 april de aanslag van 2001 komen herdenken. Dat heeft Ben Ali nooit gedaan. Zo’n hoopvol signaal was geleden van de eerste president, Habib Bourguiba. Marzouki’s boodschap kreeg veel weerklank bij joden in Europa en in Israël. Ze lieten al weten dat ze opnieuw zullen komen. Daarmee heeft Marzouki ook het toerisme weer op gang getrokken. Als het goed gaat op El Ghriba, dan is dat een belangrijk teken.”

Simon Demeulemeester

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content