Tunesië maakt geen woorden vuil aan IS: ‘De aanslag is mislukt’

© Amine Boussoffara
Wided Bouchrika
Wided Bouchrika Freelancejournaliste

‘Tunesië zal overwinnen’ klinkt het op de Dag van de Onafhankelijkheid in Tunesië. De kranten verheerlijken de moed van de ordediensten en de vastberadenheid van het volk en laten weinig ruimte over voor Islamitische Staat (IS), dat de aanslag in Tunis opeiste. Reportage uit Tunis.

Door Wided Bouchrika in Tunis

Op 20 maart viert Tunesië de Dag van de Onafhankelijkheid. Het volk viert dan feest, met geheven hoofd. Dit jaar lijkt er op het eerste gezicht maar weinig te vieren: de aanslag aan het Bardo Museum in Tunis kostte aan 23 mensen het leven en was een zware klap voor het land dat net kleine successen boekte na de Arabische Lente. Toch zullen de Tunesiërs ook vandaag met geheven hoofd de straat opkomen, want zoals de kranten bemoedigend koppen: ‘Tunesië zal overwinnen’.

IS-propaganda krijgt geen kans

In de eerste plaats is de geplande manifestatie een aanklacht tegen het terrorisme. Ook in de onmiddellijke nasleep van de aanslag op toeristen in de hoofdstad, mobiliseerde het volk zich. Een beeld van eenheid en hoop. Belangrijk, zo schrijft ook de Tunesische krant La Presse, omdat het net die hoop is die terroristen willen smoren. La Press mag dan erg regeringsgezind zijn, de toon die erin gevoerd wordt, klinkt ook door bij andere media.

De terreurbeweging Islamitische Staat (lokaal veeleer bekend als Da’ash) eiste de aanslag ondertussen op. Maar de kranten maken weinig woorden vuil aan de groepering. Alles lijkt in het teken te staan van de ordediensten: is Tunesië klaar? Ja, de speciale eenheden zijn ‘super goed voorbereid’ en ’toonden enorme moed in hun confrontatie met de dood’, bericht de Franstalige krant. Geen IS-propaganda in dit geval, maar opzwepen van het volk.

De aanslag van IS in Tunis zou dan ook mislukt zijn. De locatie – politie om de hoek, een museum vol toeristen geflankeerd door het ANC (Tunesisch parlement) en een militaire kazerne – was een precies uitgekozen decor voor de zo bekende propaganda van de terreurbeweging.

Tunesië maakt geen woorden vuil aan IS: 'De aanslag is mislukt'
© Amine Boussoffara

Maar de ordediensten – hoewel in lichte paniek, het was dan ook de eerste keer dat ze te maken kregen met een aanslag tegen burgers in het hart van het land – slaagden erin het hele gebeuren af te schermen. Gruwelijke taferelen waaruit de terroristen als heldhaftige strijders zouden kunnen komen, zagen het daglicht niet. In dit geval worden net de Tunesische ordediensten verheerlijkt.

Seculier versus islamistisch

En het volk houdt zich sterk, als één. Dat terwijl IS verdeeldheid tracht te zaaien. Of zo lijkt het op het eerste gezicht. Na de aanslag tegen Charlie Hebdo en een koosjere supermarkt in Parijs begin januari, werd eveneens een boodschap van eenheid uitgedragen. Maar toen moest men zich duidelijk verzetten tegen de gevreesde polarisatie tussen moslims en niet-moslims.

In een overwegend moslimland als Tunesië, lijkt die polarisatie geen probleem te hoeven zijn. Toch worden de dramatische gebeurtenissen van afgelopen woensdag ook hier gepolitiseerd. Foto’s van de vermoorde linkse politicus Chokri Belaïd in het straatbeeld zijn niet vreemd.

De ingang van het Bardomuseum in Tunis
De ingang van het Bardomuseum in Tunis© Belga Image

Maar ook niet onschuldig: het is een subtiele verwijzing naar de vermeende schuld die de islamistische (regerings)partij Ennahda draagt in de moord op oppositiepoliticus Belaïd. Ennahda zou tijdens haar regeerperiode een klimaat gecreëerd hebben voor dit terrorisme, klinkt het bij sommigen. Anderen zijn minder subtiel: bij een vreedzame bijeenkomst voor het Bardo Museum daags na de aanslag, maakt een groepje mannen heftig ruzie … over de politieke kant van het verhaal.

Al Jazeera

Tunesië was seculier onder de dictatuur van Zine el Abidine Ben Ali en wordt nu bestuurd door een coalitie aangevoerd door het democratisch verkozen en seculiere Nidaa Tounes van president Caïd Essebsi. Na de eerste regeerpassages van Ennahda en de veiligheidsproblemen in de nasleep van de Jasmijnrevolutie lijkt een aanzienlijk deel van de Tunesiërs zich vaker af te zetten tegen islamisme. Journalisten van het Qatareese Al Jazeera komen geregeld in aanvaring met de lokale bevolking: Qatar wordt gelinkt aan islamisme en dat wordt niet zo gesmaakt. Bij de aanslag aan het Bardo Museum, werd een journalist geslagen en geduwd nadat duidelijk werd dat hij voor de nieuwszender werkte:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘Strijd voor onafhankelijkheid is economische strijd’

Achter de façade van de strijd tegen terreur, die vandaag in de straten van Tunis gesteund zal worden, schuilt het werkelijke probleem. Een probleem waarmee de meeste Tunesiërs nog elke dag te maken krijgen: een economische malaise die in 2010 mee de Arabische Lente aanwakkerde. Vijf jaar later nog steeds. Als dat niet aangepakt wordt, dan is de hoop van het volk weldra slechts een vage herinnering of schone schijn. En dat in een klimaat rijp voor fanatisme en extremisme.

Habib Bourguiba, de eerste president van het onafhankelijke Tunesië, zei volgens La Presse exact 59 jaar geleden dat de werkelijke strijd voor onafhankelijkheid en waardigheid een economische strijd is. Tunesië strijdt vandaag niet alleen tegen het terrorisme. Het strijdt voor investeringen, voor werkgelegenheid en voor een inclusieve groei. Dat is, in Bourguiba’s woorden, de ‘grote strijd’ voor onafhankelijkheid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content