‘Trump gebruikte kwart miljoen dollar liefdadigheidsgeld om rechtszaken te regelen’

Donald Trump tijdens een golftornooi in Florida © REUTERS
Rudi Rotthier

Donald Trump heeft ruim een kwart miljoen dollar uit zijn liefdadigheidsstichting geput om voor schikkingen te betalen in rechtszaken die niets met liefdadigheid te maken hadden. Hij heeft daardoor mogelijk de wet overtreden.

Dat schrijft The Washington Post, die eerder al andere louche transacties van de de Trump Foundation aan het licht bracht: de liefdadigheidsinstelling van zakenman en presidentskandidaat Donald Trump.

Ditmaal concentreert de krant zich op de processen die Trump voerde.

In 2007 was er een rechtszaak die veel aandacht kreeg. In Mar-o-Lago, zijn aan de oceaan gelegen club in Palm Beach, Florida, had Trump een gigantische Amerikaanse vlag opgehangen aan een 24 meter hoge mast. Vlaggenmasten mogen volgens het stadsreglement ten hoogste 12,6 meter hoog zijn, en dus waarschuwde de gemeente Trump. Toen die zijn mast liet staan, volgde een boete van 1.250 dollar per dag.

Dat bedrag groeide maar aan tot een totaal van uiteindelijk 120.000 dollar (108.000 euro).

In de rechtszaak argumenteerden Trump en zijn advocaten onder meer, schrijft de Post, dat een kleinere vlag “zou tekortschieten om de grootte van Donald J. Trumps vaderlandsliefde uit de drukken”.

Uiteindelijk stemden de partijen in met een regeling, waarbij de stad de boete liet vallen als Trump een gelijkaardig bedrag zou besteden aan werken ten voordele van oorlogsveteranen.

Dat deed hij, maar, aldus de Post, die kopieën van de checks als bewijsmateriaal aanvoert, hij haalde het geld bij de Trump Foundation, een organisatie die op dat moment al grotendeels gespijsd werd met schenkingen van anderen. Zo’n stichting is belastingvrij, en mag niet gebruikt worden om schenkeers of organisatoren persoonlijk tot nut of profijt te zijn.

In dit geval, oordelen de specialisten die de krant ondervroeg, is er wel degelijk belangenvermenging. Trump gebruikt liefdadigheidsgeld om een boete aan te zuiveren.

Een te korte golfslag

Een andere zaak dateert van 2010.

Martin Greenberg speelde een liefdadigheidstornooi op een golfterrein van Trump in de staat New York. Op de 13de hole sloeg hij een hole-in-one, wat hem volgens de reglementen 1 miljoen dollar zou opleveren.

Dat werd evenwel niet uitbetaald, omdat dezelfde reglementen voorschreven dat zo’n hole-in-one minstens 150 yards ver moest zijn (137 meter). Ineens kwam op tafel dat die dertiende hole minder ver was dan dat – tegen de afspraken in – verkeerde informatie vanwege Trumps golfterrein. Greenberg, die zijn 1 miljoen voor zijn neus zag weggekaapt, stapte naar de rechter, en er werd een regeling uitgedokterd waarbij Trumps golfterrein zich ertoe verbond 158.000 dollar (142.000 euro) aan de liefdadigheidsinstelling van Greenberg over te maken.

Opnieuw, dit geld kwam niet van het golfterrein, of van Trump zelf, maar van de Trump Foundation, de liefdadigheidsinstelling die sinds 2008 geen geld van de miljardair meer had ontvangen.

De Post vermeldt nog twee kleinere, gelijkaardige gevallen.

Eerder bracht de krant al uit dat de Trump Foundation geld stortte voor de campagne van een politicus in Florida, wat hoe dan ook onwettig is (Trump betaalde de belastingdienst een boete van 2.500 dollar), en dat de Trump Foundation sinds 2008 geen geld meer ontving van Trump zelf, maar teerde op giften van anderen.

Daarop opende een procureur in de staat New York een onderzoek naar de stichting.

Partner Content