In Tadzjikistan vreest president Rachmon ‘de opmars van de radicale islam.’ Daarom neemt hij enkele bijzondere maatregelen.
In Tadzjikistan heeft de politie in 2015 de baarden van ongeveer 13.000 mannen afgeschoren. De autoriteiten zien zo’n baard namelijk als symbool voor een radicaalislamitische overtuiging, meldt Radio Free Europe. De vrouwen worden door de autoriteiten overtuigd om geen hoofddoek meer te dragen.
500, zoveel Tadzjieken zouden zich al aangesloten hebben bij de terreurgroep IS om te vechten in Syrië en Irak. Als IS in Tadzjikistan voet aan de grond krijgt, zal dat de spanningen die al aanwezig zijn in het land verergeren. Zo liep het conflict tussen president Emomalii Rachmon, die al sinds 1992 aan de macht is, en de islamitische oppositie de laatste maanden hoog op. In juni vluchtte de leider van de enig toegelaten islamitische partij IRPT naar het buitenland omdat hij gezocht wordt door het gerecht.
Geestelijken moeten ‘normale job’ zoeken
Met het aanbanden leggen van de oppositie (IRPT) wordt het vredesakkoord dat een eind maakte aan de burgeroorlog geschonden. Maar Rachmon verdedigt zich door te benadrukken dat hij zich zorgen maakt om invloeden van buitenaf en de ‘opmars’ van de politieke islam. Het verbod op ‘niet-traditioneel-Tadzjiekse kleding’ (lees islamtische hoofddoeken) past in zijn strategie om controle uit te oefenen op de religieuze beleving van zijn bevolking.
Een andere maatregel die Rachmon invoerde, was de verplichting ten opzichte van islamitische geestelijken. Zij moesten ‘een normale job zoeken en leren om voor zichzelf te zorgen.’
De bevolking van het Centraal-Aziatische land, dat grenst aan Afghanistan, is voor het overgrote deel moslim. Maar de staatsstructuur zelf is seculier en autoritair. Moslims mogen hun geloof belijden, maar de overheid oefent grote controle uit over het religieuze leven. (AVE)
