In Turkije komt de diep verdeelde Syrische oppositie bijeen om een nieuwe aanvoerder te kiezen.
Onder druk van bondgenoten Saudi-Arabië en Qatar, kiest de Syrische oppositie in de Turkse hoofdstad Istanbul een nieuwe leider. Dat meldt Reuters. Het is de tweede poging in twee maanden tijd dat de Syrische oppositie probeert een nieuwe leider te vinden. De Syrische Nationale Coalitie (SNC) heeft al maanden geen leider meer nadat de vorige vertrok uit onenigheid over dialoog met de regering van Bashar al-Assad. Enorm verdeeld
De Syrische oppositie is nog steeds enorm verdeeld tussen verschillende seculiere en religieuze groepen, aldus Reuters. De oppositie is het niet eens over de te volgen strategie. Sommige groepen willen onderhandelen met de Syrische president Assad maar anderen willen hem eerst van de troon stoten.
De verdeeldheid van de Syrische oppositie zorgde ervoor dat westerse landen geen wapens wilden leveren. Er wordt immers gevreesd dat wapens in verkeerde handen kunnen vallen. Zo zijn er fundamentalistische rebellen actief in de burgeroorlog waar de rest van de oppositie geen controle over heeft.
Assad aan de winnende hand
Ondertussen verliest de oppositie terrein in de Syrische burgeroorlog. De troepen van president Bashar al-Assad zijn aan de winnende hand. Begin juni veroverden ze nog de strategische grensstad Qusair. Ze kregen hiervoor hulp van duizenden strijders van de sjiitische beweging Hezbollah uit buurland Libanon. De troepen van Assad worden bovendien ook gesteund door andere buitenlandse sjiitische strijders uit Irak en Iran.
Assad is overtuigd dat hij de burgeroorlog gaat winnen. Hij zei in een interview met de staatskrant Al-Thawra dat de oppositie en zijn westerse bondgenoten geen middelen meer hebben voor wat hij “de samenzwering tegen Syrië” noemt. Assads troepen richtten zich sinds kort op de provincie Aleppo, die al een jaar in handen is van de rebellen.
‘100.000 doden’
De burgeroorlog in Syrië woedt al meer dan twee jaar en kostte het leven aan meer dan 90.000 burgers. Midden juni meldde de Verenigde Naties dat er minstens 93.000 mensen om het leven waren gekomen, onder wie minstens 6.500 kinderen. Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten staat de teller al op 100.191 doden. De oorlog dreigt uit te breiden naar de buurlanden Libanon en Irak. (WK)
