Stedelijk Museum Amsterdam in het oog van de storm na dubieuze deal

Stedelijk Museum Amsterdam © Reuters
Ludo Bekkers
Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Wat is er aan de hand met dit topmuseum voor moderne en hedendaagse kunst dat tot voor enkele jaren model stond als ideale voorbeeld van een actueel museum?

Hoge bomen vangen veel wind en wanneer het stormt vallen er takken. Die beeldspraak was de jongste weken wel erg van toepassing voor het Stedelijk Museum in Amsterdam waar het al lang onweerde maar enkele tijd geleden de bliksem insloeg. Wat was er aan de hand met dit topmuseum voor moderne en hedendaagse kunst dat, tot voor enkele jaren model stond als ideale voorbeeld van een actueel museum. Even terug in de rijd.

Na de tweede wereldoorlog werd Jhr. Willem Sandberg, typograaf van vorming, aangesteld als directeur van het toenmalige Stedelijk Museum met een heel diverse collectie. Hij begon al snel na zijn aanstelling met drastische maatregelen die tegen alle geldende museale regels in beukten. Hij verwees werken van secundair belang naar de reserves, liet alle muren van het gebouw wit schilderen, ontdeed de schilderijen van hun lijsten en de presentatie van de kunstwerken was meer gericht op stijlverwantschappen dan op chronologie. Ook de affiches en de publicaties kregen het signatuur van de directeur en werden al snel collectors items.

Dat waren maar enkele direct waarneembare vernieuwingen maar ook in zijn artistieke keuzes was Sandberg eigenzinnig. Zijn voorliefde voor de COBRA-kunstenaars resulteerde in exposities, aankopen en opdrachten. Karel Appel mocht in het bezoekersrestaurant een overweldigend fresco schilderen. Er was leven gekomen in de artistieke brouwerij dat niet stil viel bij Sandbergs opvolger, Eddy De Wilde die uit het Van Abbemuseum in Eindhoven kwam en die zich daar al had laten opmerken met zijn belangstelling voor en gedegen kennis van de actuele kunst in de Verenigde Staten die daar in volle explosie was. Die kennis plantte hij over naar Amsterdam waardoor de collectie daar een waardevol buitenlands luik kreeg. Later zou blijken dat De Wilde topwerken had weten aan te kopen tegen prijzen die vaak onder de markt lagen en die andere Europese musea jaloers maakten.

Zijn opvolger werd Rudi Fuchs die eveneens uit het Van Abbe kwam en die in zijn artistieke keuzes meer gericht was op de picturale vernieuwingen binnen Europa. Hij introduceerde tot dan onbekende Duitse kunstenaars die later bepalend zouden blijken voor de vernieuwing van de beeldende kunst in Europa. Na nog twee minder in het oog springende directeuren kwam er een allesbepalende wijziging in de structuur van het museum. Die veranderde van een gemeentelijke instelling naar een stichting die geleid werd door een Raad van Toezicht met beslissingsmacht.

De gemeente, geleid door neoliberale ideeën die in de mode kwamen, was van oordeel dat een museum als een bedrijf moest bekeken worden en niet uitsluitend van overheidssubsidies, die trouwens al aanzienlijk waren teruggeschroefd, moest afhangen. Er moest uitgekeken worden naar de inbreng van privégeld van sponsors, verzamelaars, bedrijven en noem maar op. Dat was een van de opdrachten die de volgende directeur Ann Goldstein meekreeg nadat ze werd weggeplukt uit het Los Angeles Museum of Contemporary Art.

Ann Goldstein (l) met de Nederlandse koningin bij de opening van het vernieuwde Stedelijke Museum.
Ann Goldstein (l) met de Nederlandse koningin bij de opening van het vernieuwde Stedelijke Museum.© EPA

Bouwwerf

Niet dat ze het niet wist maar ze keek bij haar aanstelling in 2012 toch even op toen ze midden een bouwwerf terecht kwam. Aan de kant van het Museumplein werd namelijk een nieuwe vleugel gebouwd en ook in het museum zelf werden allerlei werken uitgevoerd. Goldstein kwam in de chaos terecht met discussies tussen bouwdiensten, aannemers en architecten en bovendien moest ze een tijdelijke locatie aan het Centraal Station museumfähig maken. Dat was niet de aanstelling die ze verhoopt had, trok zich na twee jaar terug en liet de voorlopige leiding over aan de toenmalige zakelijke directeur van het museum Karin van Gilst.

Die tussenoplossing mocht niet te lang duren vond de Raad van Toezicht en het kwam er nu op aan iemand te vinden die zowel kennis als faam bezat in de kunstwereld maar ook managerskwaliteiten toonde om het museum financieel leefbaar te houden en liefst het imago nog kon optillen. De witte duif die in 2014 uit de hoed werd getoverd was een doorwinterde museumrat met de kwaliteiten om een grote instelling als ondernemer te leiden.

De vrouw met het gouden adresboekje

De Duitse Beatrix Ruf (Singen, 1960) werd weggehaald uit de Kunsthalle in Zürich. Voorheen was ze verbonden geweest aan enkele kleinere Duitse musea maar had een reputatie opgebouwd als de vrouw met het gouden adresboekje. Geen kunstenaar van enige betekenis, geen gezaghebbende galeriehouder, geen erudiete en kapitaalkrachtige verzamelaar of ze behoorden tot haar netwerk. Los van het museum dat ze leidde onderhield ze een intense communicatie met haar relaties waardoor ze al geruime tijd in het vaktijdschrift “Art Review” op de lijst staat van de meest invloedrijke personen in de wereld van de hedendaagse kunst. En dat goudhaantje had de Raad van Toezicht voor het Stedelijk weten te strikken.

Ruf begon in de euforie van een vrijwel nieuw museum met een grote achterbouw en nieuwe zalen. Haar eerste tentoonstellingen waren niet echt overdonderend maar zetten het museum toch weer enigszins op de kaart al was het alleen maar omdat de pers er kritisch over schreef. Na niet al te lange tijd had ze begrepen dat, om verder een hoog niveau te behouden, het museum (de stichting) een sterk financieel beleid diende te gaan voeren en dus zette zij zich voor honderd procent in om van haar gouden adresboek een permanent werkboek te maken. De banden met internationale galeries en collectioneurs bleven nauw aangehaald en ze cumuleerde haar directeurschap met zowat twintig nevenactiviteiten, gaande van jurylidmaatschappen tot bestuurs- en adviesfuncties, ook voor private partijen. In het laatste jaarverslag, bestemd voor de Raad van Advies, is daar geen spoor van terug te vinden.

Dubieuze deal

Dat kan een onbewuste omissie geweest zijn, maar pijnlijker wordt het wanneer, ook buiten weten van de Raad, op 30 april 2016, drie contracten , opgesteld door drie advocatenkantoren, worden ondertekend door enerzijds ene Thomas Borgmann en anderzijds door het Stedelijk vertegenwoordigd door Beatrix Ruf en niet door de zakelijke directeur Karin van Gilst. Voor het volle begrip moet men weten dat op 29 juni, dus twee maanden later, het museum trots liet weten dat het zeshonderd kunstwerken cadeau had gekregen van de Duitse verzamelaar Thomas Borgmann. Het ging om schilderijen, installaties, collages, sculpturen, foto’s en films/video’s. De auteurs waren van achttien kunstenaars die al sinds de jaren negentig internationaal waren doorgebroken met o.m. de Schotse Lucy McKenzie en de Duitse fotograaf Wolfgang Tillmans. Borgmann zou ook tien kunstwerken van de sterkunstenaars Isa Genzken en Martin Kippenberger in langdurend bruikleen geven. Zowel Ruf als de gemeente dankten de gulle schenker meer dan van harte.

En nu komt de aap uit de mouw: in de drie contracten staat duidelijk dat er aan de gift een aantal strenge eisen waren gekoppeld. Het gaat niet zomaar om een conventionele schenking (afstand van een goed zonder bijbehorende gevolgen) maar het bleek dat het museum betaalde voor 6 werken van Michael Krebber, 125.000 euro per stuk en voor een groot werk van Matt Mullican 750.000 euro, bedragen die ver boven recente veilingprijzen gingen. De aankoop was een conditio sine qua non voor de schenking. Zonder die aankoop zou de schenking ter waarde van 1,5 miljoen euro niet doorgaan; Dat bedrag diende, ook contractueel, betaald te worden in drie termijnen tot 2018. Op het niet naleven van deze en nog andere dwingende clausules stonden boetes gestipuleerd. Vanaf 26 november kan iedereen op de gehele eerste etage van de oudbouw aan de Pieter Pottersstraat, de collectie gaan bekijken en beoordelen. Die dus geen normale schenking is maar een dubieuze deal.

Het geld is (bijna) op en cultuur is duur. En of die de wereld kan redden is zeer de vraag, maar ze kan de geesten wel open maken en daar moet aan gewerkt worden.

Van de hele transactie was de Raad van Advies niet op de hoogte want het paste in de opdracht van de conservator om ondernemerschap aan de dag te leggen mits zich te houden aan de Governance Code Cultuur, een richtlijn voor goed bestuur en toezicht in de cultuursector. Dat een niet door de gemeente aangestelde museumdirecteur zich daar weinig of niets moet aan meten is natuurlijk een aanfluiting van de werkelijkheid waarvan de Raad van Toezicht niet op de hoogte zou geweest zijn. Trouwens het is bekend dat twee vermogende leden van die Raad, zelf collectioneurs, bij herhaling en met instemming van Ruf, werken uit hun bezit hebben tentoongesteld in het museum. Wat uiteraard een latere meerwaarde betekent door hun verworven museale status.

Ook leende Ruf ooit werken uit de museumcollectie uit aan haar zakelijke relaties en leden van de Raad van Toezicht. Sinds het museum in 2006 werd verzelfstandigd controleert de gemeente (subsidiënt met 12 miljoen per jaar) het museum niet meer rechtstreeks. De Raad van Toezicht en vooral mevrouw Ruf konden tot nu toe rustig hun dubieuze gang gaan. En het is maar één verhaal alhoewel het meest opvallende. De lijst van curieuze deals van mevrouw Ruf is lang. Ze heeft inmiddels, half oktober, ontslag genomen.

Dit Nederlandse verhaal moet een les zijn voor onze eigen beleidsverantwoordelijken op cultuur. Het geld is (bijna) op en cultuur is duur. En of die de wereld kan redden is zeer de vraag, maar ze kan de geesten wel open maken en daar moet aan gewerkt worden. Of dat nu met privégeld per se gemakkelijker te realiseren zou vallen is niet duidelijk. Officiële bemoeizucht is soms ontmoedigend voor culturele verantwoordelijken maar er zijn vrijwel altijd administratieve wegen te vinden om oekazes te omzeilen. Met de private sector is het hard tegen zacht, voor wat hoort wat. De Nederlandse les mag niet in dovemansoren vallen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content