Montasser AlDe'emeh en Natascha van Weezel

‘Spelletjes van politieke leiders drijven bevolkingsgroepen steeds verder uit elkaar’

De Belgische Palestijn Montasser AlDe’emeh en de Nederlands-joodse Natascha van Weezel schreven dit stuk samen naar aanleiding van de beslissing van Donald Trump om Jeruzalem te erkennen als hoofdstad van Israël. ‘Wij komen steeds meer tot de conclusie dat het geen enkele zin heeft om te wachten totdat dit soort mensen het goede voorbeeld geeft.’

Af en toe ontmoet je iemand waarvan je onmiddellijk weet dat je diegene de rest van je leven zult blijven zien. Zo ging dat ook bij ons. We kwamen elkaar tegen in het voorjaar van 2016 tijdens de uitreiking van een literaire prijs in Amsterdam. Ondanks onze verschillende achtergronden, of misschien juist daardoor, voelden we een onmiddellijke connectie. We houden ons namelijk allebei al jaren bezig met het Israël-Palestina-conflict. Als tiener wilde Montasser (Belgisch-Palestijns) vechten tegen Israël.

In de achtertuin van zijn ouderlijk huis in het Vlaamse Baardegem richtte hij zelfs een trainingkamp in om zich lichamelijk en mentaal voor te bereiden op de gewapende strijd. Montasser had niet alleen een hekel aan Israëliërs, die volgens hem allemaal verantwoordelijk waren voor de verdrijving van zijn ouders uit het Palestijnse dorp Sabbarin in 1948, maar ook aan Joden. Hij bemachtigde een kopie van het antisemitische boek De Protocollen van de Wijzen van Zion en keek op Al Manar ( de televisiezender van Hezbollah) naar films waarin werd verteld dat er een afspraak tussen Hitler en de zionisten bestond om een deel van de Joden af te slachten, en Palestina aan de rest de geven. Hij nam het voor waar aan.

‘Spelletjes van politieke leiders drijven bevolkingsgroepen steeds verder uit elkaar’

Natascha (Nederlands-Joods) spendeerde als tiener en twintiger iedere zomer in Tel Aviv en was een fervent zionist. Ze wist dat de Palestijnen het niet gemakkelijk hadden, maar koos ervoor dat niet te zien. Ze hield zich vooral bezig met de vraag waar de leukste strandtenten waren, waar je het best kon eten en in welk boetiekje je de leukste jurkjes kon kopen.

Ze kende geen Palestijnen en van haar Israëlische vrienden en familie hoorde ze dat ‘de’ Palestijnen niets liever wilden dan ‘de’ Joden uit Israël verdrijven. De televisiebeelden van bomaanslagen door Hamas op bussen, caféterrassen en discotheken stonden haar levendig voor de geest. Dus waar haalden de Palestijnen het lef vandaan om te zeuren over een zogenaamde bezetting, terwijl zij zelf de agressors waren?

Zonder elkaar te kennen hadden we tijdens onze jeugd één belangrijk ding gemeen: als Palestijn voelde Montasser zich niet echt thuis in België. Zijn klasgenoten waren bezig met alledaagse dingen, terwijl hij met zijn hoofd voortdurend bij het voortslepende Israëlisch-Palestijns conflict zat. Ook Natascha voelde zich als Joodse niet thuis in Nederland, om exact dezelfde reden. Naarmate we ouder werden begonnen we een stuk genuanceerder te denken. Montasser bracht in 2014 voor het eerst een bezoek aan Israël en merkte dat de mensen die daar woonden – anders dan hij altijd had geleerd – geen monsters waren. Natascha bezocht toevallig een jaar daarvoor de Westoever en ontmoette Palestijnen die haar met open armen ontvingen. Ze zag nu met eigen ogen hoe zwaar zij te lijden hadden onder de Israëlische bezetting en raakte daarvan in de war. Hoe kon haar volk een ander volk zoiets aandoen?

Op het moment dat Trump Jeruzalem erkende als hoofdstad van Israël en bovendien aankondigde de Amerikaanse ambassade daarheen te verplaatsen, wisten we allebei dat de zoveelste periode van protesten, demonstraties, represailles en online scheldpartijen was aangebroken.

Inmiddels zijn we weer een aantal jaar verder en is er werkelijk geen enkele vooruitgang geboekt op het vlak van het vredesproces. Iets wat ons uitermate frustreert, want als wij één ding gemeen hebben is het wel dat we dromen van een duurzame vrede tussen de Israëliërs en de Palestijnen. Natascha staat weliswaar kritisch tegenover de regering van Israel, maar houdt wel van het land waar haar ooms, tantes, neefjes en nichtjes wonen. Montasser houdt op zijn manier net zoveel van Palestina. Wij begrijpen dat volkomen van elkaar. Maar sinds een week lijkt dit voor de buitenwereld te onwaarschijnlijk voor woorden.

Op het moment dat Trump Jeruzalem erkende als hoofdstad van Israël en bovendien aankondigde de Amerikaanse ambassade daarheen te verplaatsen, wisten we allebei dat de zoveelste periode van protesten, demonstraties, represailles en online scheldpartijen was aangebroken. Opmerkelijk genoeg voelde het minder eenzaam dan eerder, want we konden er nu met élkaar over praten. Natascha deelde meteen haar zorgen over de nieuwe ‘officiële’ status van Jeruzalem met Montasser. Ze wilde weten of zijn familie veilig was en hoe hij zich eronder voelde. Niet veel later stak Montasser Natascha op zijn beurt een hart onder de riem nadat een Palestijnse vluchteling de ruiten van een koosjer restaurant in haar woonplaats Amsterdam had ingeslagen. Hij veroordeelde de daad in krachtige bewoordingen. We hadden in deze donkere dagen met iedereen kunnen spreken over wat ons bezigheid, maar we trokken automatisch naar elkaar toe.

Het Israël-Palestina conflict is zo gecompliceerd dat zelfs wij het niet altijd volkomen begrijpen.

Het Israël-Palestina conflict is zo gecompliceerd dat zelfs wij het niet altijd volkomen begrijpen. Waarom doet Trump dit? Geen idee. Misschien om de aandacht van zijn binnenlandse politiek af te leiden of om zijn verkiezingsbelofte in te lossen dat hij werkt aan ‘The greatest deal ever’, al snappen wij niet hoe hij op deze manier precies bijdraagt aan die ‘greatest deal’. Ook daarna bleef het weer ouderwets gezellig: President Erdogan maakte Israël uit voor een ’terroristische staat die kinderen vermoordt’ en premier Netanyahu meldde in reactie daarop niet gewend te zijn lessen te krijgen ‘over moraliteit van een leider die Koerdische dorpen bombardeert in zijn eigen Turkije, die journalisten opsluit, Iran helpt internationale sancties te ontlopen en die terroristen helpt, waaronder in Gaza, om onschuldige mensen te doden.’Dit soort taal hoort meer bij jongetjes die een ordinaire schoolpleinruzie uitvechten dan bij wereldleiders waar je meer diplomatie van zou mogen verwachten. Als Vlaamse-Palestijn en Nederlandse-Jood komen wij steeds meer tot de conclusie dat het geen enkele zin heeft om te wachten totdat dit soort mensen het goede voorbeeld geeft.

Een paar maanden geleden dronken we samen een kop koffie in een Brussels lunchcafé. We fantaseerden over vroeger en wisten zeker dat we de ander als de verpersoonlijking van de duivel hadden gezien. Daar moesten we smakelijk om lachen. Inmiddels zien we elkaar namelijk als mens van vlees en bloed mét een gedeelde missie. Het enige wat er voor nodig was om dit te bereiken was oprechte interesse in de ander. Daarom raakt het ons nu des te meer dat spelletjes van politieke leiders verschillende bevolkingsgroepen steeds verder uit elkaar drijven. Niet alleen in het Midden-Oosten, maar ook hier in Europa.

De scheldende twitteraars die momenteel de boventoon voeren in het debat over Jeruzalem (‘Alle joden moeten vertrekken uit Al Quds’, ‘Arabieren zijn stuk voor stuk antisemitische honden’) zouden zich moeten schamen. Door het gebrek aan nuance bedienden zij polariserende machten op hun wenken. Het zal vast opluchten om je eendimensionale gedachten de wereld in de gooien, maar denk niet dat de gemiddelde Israëliër of Palestijn daar ook maar enigszins bij gebaat is. Integendeel.

In tijden als deze hebben conflicterende partijen elkaar harder nodig dan ooit. Kijk naar ons: een voormalige potentiële martelaar en iemand die zich voorheen een fanatiek Israël-supporter noemde. Als wij al vriendschap kunnen sluiten, dan moeten toch meer mensen dat kunnen?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content