Spanje herdenkt aanslag met treinbommen in Madrid 10 jaar geleden

Aan de ingang van verschillende Madrileense treinstations hangen bloemen aan de ingang om de doden te herdenken. © AFP

Dag op dag tien jaar geleden stond in Spanje de tijd stil: op 11 maart 2004, iets voor 08.00 uur, ontploften in Madrid in vier treinen vol pendelaars bijna gelijktijdig tien bommen.

Zo’n 191 mensen lieten het leven, en er vielen meer dan tweeduizend gewonden. De bommen waren verstopt in rugzakken en waren in de treinen achtergelaten. Het gaat om de zwaarste aanslagen in de geschiedenis van Spanje. Achttien radicale moslims, vooral uit Marokko, zijn voor hun aandeel in de aanslagen veroordeeld.

Overal in het land werden plechtigheden gehouden, officiële en officieuze. De grootste plechtigheid vond plaats in de Almudena-kathedraal in Madrid, waar een duizendtal mensen, onder wie (familieleden van) slachtoffers, hulpverleners, brandweerlui en agenten, samen met koning Juan Carlos, koningin Sofia en premier Mariano Rajoy de aanslagen herdachten. Juan Carlos, steunend op een wandelstok na een heupoperatie, en Sofia omhelsden bij de ingang van de kathedraal verschillende voorzitters van slachtofferverenigingen.

Ontkenning Aznar

10 jaar na de tragedie heerst er nog steeds een diep ongenoegen over de manier waarop de toenmalige eerste minister Jose Maria Aznar reageerde op de aanvallen. De eerste reactie van veel Spanjaarden was dat de Baskische afscheidingsbeweging ETA achter de aanvallen zat. ETA was gedurende vier decennia van terreur immers verantwoordelijk voor de dood van meer dan 800 mensen.

Maar al snel werd duidelijk – onder meer door het type van gebruikte explosieven – dat Al Qaida-militanten de aanslagen hadden uitgevoerd. Nochtans bleven Aznar en zijn ministers drie dagen lang met de vinger richting ETA wijzen. Op de vooravond van de verkiezingen, die vier dagen later zouden plaatsvinden, weigerde de regering toe te geven dat een en ander te maken had met de deelname van Spanje aan de oorlog in Irak. De partij van Aznar (PP) verloor toen de verkiezingen.

‘Spanje nog steeds potentieel doelwit’

Nu tien jaar later is Spanje nog steeds een potentieel doelwit voor Al Qaida, zegt de minister van Binnenlandse Zaken, Jorge Fernandez Diaz. “Sinds de dag van de aanslagen zijn in Spanje 472 verdachte islamisten opgepakt. Het alarmpeil van de Spaanse antiterreurdiensten ligt op het op één na hoogste niveau, klinkt het. “Dat betekent dat er een zeker risico op een nieuwe aanslag is”. (Belga/TE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content