Vrije Tribune

Sociale bescherming en werknemersrechten zijn in Europa ondergeschikt aan het vrij verkeer

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Als we de burgers opnieuw vertrouwen willen laten krijgen in de Europese Unie, zal de Unie de mensen moeten laten voorgaan op de markt.

Overal in ons land werden ze aangetroffen: Bulgaarse, Roemeense of Portugese bouwvakkers die voor 2,5 euro per uur het werk verrichten waar hun Belgische collega’s 13 euro voor betaald krijgen. Sociale dumping in naam van open grenzen en de heilige concurrentie die de markt moet aanzwengelen. Het Europees parlement verstrengt weliswaar de controles op die zogenaamde detachering van werknemers, maar dat is lang niet voldoende. Het schandelijke misbruik moet met wortel en tak uitgeroeid worden en dat kan enkel als werknemers hetzelfde loon krijgen, met name het loon én de arbeidsvoorwaarden die gangbaar zijn in de lidstaat waar ze werken.

Werknemers kunnen overal in Europa aan de slag gaan. Dat vinden wij op zich een goede zaak. Maar als het gevolg daarvan is dat werkgevers werknemers tegen elkaar opzetten, door buitenlandse werknemers aan belachelijk lage lonen te laten werken, zodat ze hun collega’s in het land waar ze werken de markt uitprijzen, is er iets ernstigs mis. Met de detacheringsrichtlijn van 1996 die deze grensoverschrijdende arbeid mogelijk maakt, wordt het omgekeerde bereikt van wat de bedoeling was. De Europese Unie vindt dat concurrentie de markt kan aanzwengelen, onze concurrentiepositie kan verstevigen en zo welvaart en jobs kan creëeren.

Wat in realiteit bereikt wordt, is dat Europeanen tegen elkaar opgezet worden, werknemers in ons land hun job verliezen en buitenlandse werknemers in mensonwaardige omstandigheden en aan hongerlonen moeten werken. In 2009 beloofde commissievoorzitter Barroso, in ruil voor de steun van de fractie van de sociaal-democraten voor zijn tweede ambtstermijn om de detacheringsrichtlijn te herzien, met het oog op een forse aanpak van de sociale dumping. Het zal niet verbazen dat die belofte door deze neoliberale Commissie nooit gehonoreerd werd. Het enige wat de Commissie bereikt heeft, is een nieuwe handhavingsrichtlijn – zeg maar striktere controles op de detachering – die door het Europees parlement gestemd werd. Dat gebeurde niet van harte. Want hoewel een betere en strengere controle een stapje vooruit betekent, lost ze de kern van het probleem niet op. Iedereen is het erover eens dat sociale dumping met dit akkoord niet zal kunnen uitgeroeid worden. Er is geen sociale vooruitgang van de betrokken werknemers en weinig aandacht voor het veiligheidsaspect op de werkvloer. Nochtans prangende problemen die de kern van het probleem van sociale dumping uitmaken. Dit is symptomatisch voor het gevoerde beleid van de Europese Commissie: sociale bescherming en werknemersrechten zijn ondergeschikt aan het vrij verkeer. Eerst de markt dan de mensen.

Intussen namen we in eigen land de handschoen op en putten we onze mogelijkheden uit om sociale dumping aan te kaarten en af te blokken. Onze regelgeving werd aangepast om tegen de schijnzelfstandigen te strijden. Elke aanwezigheid op een werf moet sinds april geregistreerd worden. Er werd een hoofdelijke aansprakelijkheid voor de uitbetaling van het loon in geval van onderaanneming ingevoerd. En als een onderaannemer in gebreke blijft, moet de opdrachtgever de lonen betalen. Controles worden strenger, frequenter en gecoördineerd aangepakt. Maar één lidstaat kan het Europese probleem van sociale dumping niet oplossen: met één gieter blus je geen brand. Samenwerking over de grenzen is broodnodig.

Omdat de controlemogelijkheden beperkt zijn en de samenwerking tussen de landelijke sociale inspectiediensten quasi onbestaand, werd op een Benelux top van februari gepleit voor verregaande coördinatie. De 8 vakbonden uit de Benelux hebben meteen de oprichting gevraagd van een sociale Europol, een gecentraliseerde dienst voor controle op de sociale wetten op Europees niveau. Deze dienst zou nagaan of de gedetacheerde werknemers en hun werkgever in regel zijn met de sociale zekerheid in hun land van herkomst en indien nodig opklimmen in de onderaannemingsketen om, in geval van fraude of een andere tekortkoming door een onderaannemer, de opdrachtgever terug te vinden en die te doen betalen. Dat zou alvast een belangrijke verbetering zijn.

Maar ook dan zal het probleem nog niet opgelost zijn. Als we de burgers opnieuw vertrouwen willen laten krijgen in de Europese Unie, zal de Unie de mensen moeten laten voorgaan op de markt. Laat de realisatie van dat sociaal Europa net onze absolute topprioriteit zijn voor de komende legislatuur. Het verkiezingsmanifest van de Europese sociaal-democraten, dat uiteraard door SP.A onderschreven wordt, stelt dat de detacheringsrichtlijn in de eerste 100 dagen na het aantreden van de nieuwe Europese Commissie op tafel gelegd moet worden.

Essentieel is dat er een dubbele doelstelling gerealiseerd wordt: economische belangen en dus het vrij verkeer vrijwaren en tegelijk de sociale bescherming en correcte arbeidsomstandigheden van de betrokken werknemers garanderen. Met een sociaal-democraat aan het hoofd van die Commissie zal dat makkelijker te realiseren zijn, dan met een andere commissievoorzitter. En gezien de grootste fractie in het Europees parlement de commissievoorzitter mag voordragen, is de inzet van de verkiezingen ineens duidelijk. Een nieuwe detacheringsrichtlijn moet vertrekken van het principe ‘gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plaats’. Iedereen die hier komt werken, moet dit doen aan dezelfde loon -en arbeidsvoorwaarden én tegen hetzelfde niveau van sociale bescherming als bij ons gangbaar is. Zo bescherm je niet alleen de betrokken werknemers, maar vermijd je oneerlijke concurrentie tussen bedrijven die de spelregels correct toepassen en zij die volop gebruik maken van de achterpoortjes.

Een scherpe controle en adequate gerechtelijke opvolging om dit principe te garanderen is eveneens nodig. Lidstaten moeten hiertoe elke controlemaatregel die zij nodig achten om fraude en ontduiking van de regels te bestrijden, kunnen introduceren. Als sluitstuk moet een systeem van hoofdelijke aansprakelijkheid van de opdrachtgever in de hele keten van aannemers en onderaannemers in alle sectoren opgezet worden. Zo kan er vastgesteld worden wie verantwoordelijk is voor het waarborgen van essentiële arbeidsvoorwaarden en waardig werk. De volgende Europese Commissie moet hier werk van maken. Wij, sociaal-democraten, zullen dit dossier op de agenda plaatsen en blijvend hameren op een sluitende oplossing. Want werknemersrechten, sociale bescherming én eerlijke concurrentie zijn cruciaal in het Europa van morgen. Dat kan enkel solidair zijn, of het zal niet zijn.

Kathleen Van Brempt, Europees parlementslid

Monica De Coninck, Minister van Werk

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content