Vrije Tribune

‘Smokkelt Donald Trump een Trojaans paard in de tax code?’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Doctoraatstudent Jonas Vandenbruaene waarschuwt voor een minder zichtbare aanpassing in de recent vernieuwde Amerikaanse belastingwetgeving. ‘Dit detail kan op termijn echter de koopkracht van sociaal zwakkere bevolkingsgroepen hypothekeren.’

Op 22 december 2017 ondertekende President Donald Trump zijn “Tax Cuts and Jobs Act”. De wet voorziet belastingverminderingen voor burgers en bedrijven. Minder bekend is dat de wet, en cours de route, een nieuwe methode om de inflatie te berekenen binnensmokkelt. De chained CPI (Consumer Price Index). Een techniciteit, zo lijkt het. Dit detail kan op termijn echter de koopkracht van sociaal zwakkere bevolkingsgroepen hypothekeren.

De inflatie weerspiegelt de stijging van het algemene prijspeil. De Verenigde Staten indexeren pensioenen, uitkeringen, belastingschijven en investeringsproducten en koppelen ze dus aan de inflatie. De manier waarop inflatie gedefinieerd en gemeten wordt, is cruciaal voor burgers omdat het hun koopkracht sterk beïnvloedt.

Smokkelt Donald Trump een Trojaans paard in de tax code?

Economen meten de inflatie door een boodschappenmand samen te stellen en daarmee jaar na jaar langs de kassa te passeren. Zo krijgen ze een beeld van stijging van de levensduurte. De hamvraag is echter: ‘Wat leggen economen in het mandje’? Een achttienjarige studente heeft een compleet ander consumptiepatroon dan Trump. De verandering van levensduurte verschilt dus van persoon tot persoon. Economen lossen dit op door te kijken naar welke goederen en diensten de gemiddelde Amerikaan koopt en het winkelmandje daar op af te stemmen. Tot zover geen probleem.

Er is echter een probleem met deze methode. Mensen passen hun consumptiepatroon aan als prijzen veranderen. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat the Donald op een goede dag beslist dat zijn weekendtripjes met de privéjet naar zijn golf resort in Florida te duur geworden zijn door een te hoge kerosineprijs. In plaats van te gaan golfen in Mar-a-Lago volgt hij voortaan een meditatiecursus in Washington D.C. Dit is wat economen het substitutie-effect noemen. Als golfen in Florida te duur wordt, doe het dan voortaan minder en spendeer meer tijd met het uitoefenen van een goedkopere hobby.

Door het substitutie-effect zullen de verhoudingen waarin de verschillende producten in het winkelmandje aanwezig zijn, veranderen. Dit is lastig. Als we elk jaar met exact dezelfde mand langs de kassa zouden passeren, zal de werkelijke stijging van de levensduurte overschat worden. De oude boodschappenmand weet immers nog niet dat Trump niet meer golft, maar mediteert.

Dit probleem met de Consumer Price Index (CPI) is al decennia gekend bij economen. Het is vervelend voor wetenschappelijk onderzoek omdat de index zo een vertekend beeld geeft van de verandering van de levensduurte.

Als politici verontrust zijn over de nauwkeurigheid van een economische parameter kan je er prat op gaan dat dat niet louter omwille van een academische bezorgdheid is.

In 1995 was de Amerikaanse Senaat plots ook zeer bezorgd om dit probleem. Zo erg zelfs dat ze besliste om een commissie in het leven te roepen die moest onderzoeken hoe groot de vertekening juist was: de Boskin Commissie. Als politici verontrust zijn over de nauwkeurigheid van een economische parameter kan je er prat op gaan dat dat niet louter omwille van een academische bezorgdheid is. Het gaat over geld, veel geld. De Boskin Commissie concludeerde dat de stijging van de levensduurte in de periode voor 1996 met zo’n 1.3 percentpunt per jaar overschat werd door de toenmalige CPI. Er werden dan ook maatregelen getroffen om deze vertekening weg te werken. De verhoudingen van de producten in het winkelmandje werden bijvoorbeeld vaker geüpdatet. Op deze manier werd de stijging van de levensduurte lager ingeschat dan voordien.

Voor een overheid komt dit zeer handig uit. Waarom is dat? Wel, ten eerste zorgt een lagere inschatting van de inflatie ervoor dat geïndexeerde uitgaven zoals pensioenen trager stijgen dan voordien. Dit brengt grote besparingen met zich mee. Ten tweede zorgt het ervoor dat de inkomsten uit belastingen stijgen. Dit komt omdat de grenzen van de verschillende belastingschijven ook geïndexeerd zijn. Deze grenzen zullen trager stijgen dan voordien waardoor er meer mensen in een hogere belastingschijf terechtkomen en dus meer belastingen betalen. Dit proces wordt bracket creep genoemd.

Door lagere kosten en hogere inkomsten is het een win-win voor de overheid om de inflatie lager in te schatten.

Door lagere kosten en hogere inkomsten is het een win-win voor de overheid om de inflatie lager in te schatten. Hoewel de intentie van de Boskin Commissie zeer expliciet het wegwerken van bewezen imperfecties was, kwam het zeer goed uit dat de nieuwe index een stuk trager steeg dan de oude. De Commissie beraamde een besparing van 1 biljoen (1.000.000.000.000) dollar over een periode van 12 jaar.

Bij het nieuwe belastingplan van President Trump is een gelijkaardige aanpassing gebeurd. Er werd namelijk overgeschakeld op een chained CPI voor het indexeren van de belastingschijven en sommige belastingverminderingen. Het gaat over een index die nog meer substitutiemogelijkheden toelaat. Op deze manier is het dus een nog betere (lees lagere) inschatting van de verandering van levensduurte. Wie kan daar nu tegen zijn? Wel, laat ons niet vergeten wat we aan het meten zijn. We zijn de verandering in levensduurte aan het meten van een Amerikaan die koopt wat de gemiddelde Amerikaan koopt en ook nog eens de flexibiliteit bezit om verschillende alternatieven door elkaar te vervangen.

Voor een middenklassengezin uit New York is de chained CPI waarschijnlijk een accurate inschatting van de stijging van levensduurte. Echter, er zijn bevolkingsgroepen waarvoor dit misschien niet het geval is. Neem nu een chronisch zieke werknemer of een gepensioneerd koppel in een rusthuis. Waarvan is hun levensduurte afhankelijk? Wel, vooral van de prijs van medicijnen en gezondheidszorg. Als die prijzen sneller stijgen dan de CPI, kunnen deze mensen hun koopkracht niet behouden. Een chained CPI introduceren die de stijging van de levensduurte nog lager inschat kan zo een aanslag zijn op de koopkracht van deze mensen.

Het argument van de econoom gaat dat, wanneer een product te duur wordt, mensen het gaan substitueren voor goedkopere alternatieven waardoor ze hun welvaartsniveau kunnen behouden. Een terecht argument als het over appelen en peren gaat, maar met wat substitueer je kwaliteitsvolle gezondheidszorg? Een bedevaart naar Lourdes? Merk verder nog op dat de mensen in de hoogste belastingschijf eigenlijk niet geraakt worden door deze verandering. Zij betalen namelijk al aan het hoogste tarief waardoor ze immuun zijn voor bracket creep.

Addertje onder het gras?

De “Tax Cuts and Jobs Act” klinkt voor veel Amerikanen als muziek in de oren. Het invoeren van de chained CPI brengt echter in termen van herverdeling een aantal weinig besproken gevaren met zich mee. Experten vanuit verschillende hoeken maken zich ernstige zorgen dat de nieuwe inflatie-index binnenkort ook aan bijvoorbeeld de pensioenen of sociale zekerheidsuitkeringen gekoppeld zal worden.

Vanuit politiek perspectief is het in elk geval een interessante piste. Het bespaart de overheid heel veel geld, de eerste jaren zijn de effecten nauwelijks voelbaar en de gemiddelde kiezer heeft geen idee wat er net gebeurd is. Onpopulaire maatregelen als het verhogen van belastingen of het verlagen van uitkeringen kunnen gemaskeerd worden door te prutsen met een paar technische details. Kunnen we nog van een klein addertje onder het gras spreken? Het gevaar bestaat dat Trump een Trojaans paard in de wetgeving gemanoeuvreerd heeft dat op termijn de koopkracht van financieel zwakkere bevolkingsgroepen erodeert.

Jonas Vandenbruaene is doctoraatstudent financiële economie aan de Universiteit Antwerpen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content