Schip Franklinexpeditie na 169 jaar teruggevonden

Sonarbeeld van het schip op de bodem van de zee © Reuters

Het was een mythische expeditie, met twee motorschepen die probeerden tussen het pakijs van de noordelijke zee de zogenaamde noordwestpassage te vinden, een doorgang tussen Atlantische en Stille Oceaan, ten noorden van de Canadese Hudsonbaai. De expeditie en haar leider John Franklin verdwenen in het niets. Nu is één van de twee schepen teruggevonden, voor de kust van King William-eiland, op de bodem van de zee, maar relatief intact.

Dat kondigde een glunderende eerste minister van Canada, Stephen Harper, aan. “Een van de grootste mysteries van Canada is opgelost”, zo sprak hij de applaudisserende nationale pers toe. Hij toonde ook sonarbeelden van het wrak. Parks Canada, dat de zoektocht coördineerde, stelde een onderwatervideo ter beschikking.

Men weet volgens de eerste minister niet hetwelk van de twee schepen werd gevonden, maar dat het om een van Franklins schepen gaat, is aan de hand van details vastgesteld.

Noordwest-obsessie

De noordwestpassage was al lang een obsessie in Britse zeevaart- en handelskringen.

Zo’n doorgang kon het oceaantransport naar de westkust van de States, en naar Azië, makkelijker en goedkoper maken (in een tijd dat het Panama- en het Suezkanaal nog gegraven moesten worden). De Hudson Bay Compagny had al mannen te voet uitgestuurd. Men had al met schepen geprobeerd. Maar de doorgang, en men twijfelde er zelden aan dat die bestond, was tot dan nooit gevonden.

John Franklin leek de man om te slagen waar anderen faalden. Hij was 59 en had drie eerdere expedities naar het gebied meegemaakt of geleid. Hij beschikte over twee deugdelijke gemotoriseerde schepen, de Erebus en de Terror, die met in totaal 128 mensen aan boord in 1845 vertrokken.

En toen niets meer. Men verwachtte in die tijd wel dat het nieuws een paar jaar op zich kon laten wachten. Pas in 1850 kwamen de zoekacties goed op gang.

Het zoeken is eigenlijk nooit gestopt.

Raadsels

Men vond af en toe ook wel wat. Maar niet datgene wat het raadsel kon uitklaren: een verklarend dagboek, onthullende brieven.

Op basis van verspreide vondsten kreeg men toch een idee van wat er was gebeurd.

De expeditie bracht de eerste winter door op Beechey-eiland, waar drie opvarenden stierven en begraven liggen.

In september 1846 raakten de schepen vast in het ijs voor de kust van King William-eiland. Ze zouden nooit meer varen, ze kraakten in het ijs en zonken.

Op King William-eiland bracht men de volgende twee winters door. Franklin stierf op 11 juni 1847 – volgens een briefje dat door enkele officiers werd achtergelaten.

In april 1848 – en waarom zo laat, wachtte men op hulp uit het moederland? – begon wat overbleef van de bemanning aan een voettocht over het ijs richting Canadees vasteland.

Op dat moment waren er al 24 expeditieleden dood. De rest zou onderweg om het leven komen. Enkele tientallen bereikten inderdaad het vasteland maar stierven terwijl ze de honderden kilometer naar de dichtste nederzetting probeerden te overbruggen.

Kannibalisme

Wat ging er fout? Waarom mislukte de expeditie? De schepen raakten vast, dat in de eerste plaats. Er waren longziektes, scheurbuik. Er werd voor die tijd experimenteel ingeblikt voedsel gegeten wat, dacht men een tijd, geleid had tot loodvergiftiging. Die stelling is niet langer aannemelijk. Het waren gewoon ziekte en uitputting, honger en de helse temperaturen, die de opvarenden het leven kostten. Al snel deden geruchten de ronde over kannibalisme. Die werden later bevestigd aan de hand van teruggevonden botten.

Dat alles, de mislukking, het (toen nog niet bewezen) kannibalisme, nam niet weg dat Franklin en de zijnen een heldenstatus verwierven, de heroïsch in het ijs stervende mannen spraken tot de verbeelding, en werden met standbeelden, schilderijen, boeken en muziekwerken gememoreerd. Er werden tientallen zoekacties gefinancierd, onder meer onder impuls van de jongere weduwe van Franklin. Die zoekacties hebben ons, volgens een expert, meer geleerd over het gebied en over de noordwestpassage dan de expeditie zelf het had kunnen doen.

Sinds 2008 is Canada intensief op zoek naar de schepen. Dat heeft ook politieke gronden – Canada wil zijn historische claim op de noordelijke wateren kracht bijzetten met deze expeditie van bijna 170 jaar geleden.

De noordwestpassage werd nooit gebruikt door de zeevaart. Ze was onvoorspelbaar, schepen konden soms ook in de zomer vastzitten. Door de opwarming van de planeet zou de passage nu nuttiger kunnen zijn dan ze toen was.

(RR)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content