Ludo Bekkers

‘Sammy Baloji & Filip De Boeck: de gebroken dromen van een koloniaal verleden’

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Zelfs wanneer fotografie een dienende rol speelt, kan ze ook als kunstdiscipline haar waarde hebben, zo blijkt uit een nieuwe tentoonstelling in kunstencentrum WIELS.

Professor antropologie aan de KU Leuven, Filip De Boeck (1961) en de Congolese fotograaf Sammy Baloji (Lubumbashi, 1978) waren in de jaren 2013-15 meermaals in de volksrepubliek Congo om er de toestand van het urbane landschap te evalueren. De vele foto’s die Baloji, die in 2009 nog de Prins Clausprijs ontving en internationaal hoog gewaardeerd wordt in zijn vak, dienden niet uitsluitend als studieobject voor de universiteit maar zijn bovendien uitstekende voorbeelden van landschapsfotografie. Dat zij nu het voorwerp uitmaken van een tentoonstelling, als illustratie van een gemeenschappelijk project dat wetenschap en kunst verenigt, is het bewijs dat, zelfs wanneer fotografie een dienende rol speelt, ze ook als kunstdiscipline haar waarde kan hebben.

Materiële melaatsheid

Sammy Baloji u0026 Filip De Boeck: de gebroken dromen van een koloniaal verleden

Prof. De Boeck bestudeert, specifiek in Congo, het “stedelijk nu”, het moment dat balanceert tussen de gebroken dromen van het koloniaal verleden en de beloftes van neoliberale toekomstvisies. De architectonische en urbanistische restanten van “Belgisch” Congo zijn grotendeels in verval geraakt, de functies ervan werken nog nauwelijks en die wrakkige structuren hebben zware gevolgen voor de sociale levenskwaliteit van de stad. In zoverre dat soms de grenzen van het leefbare bereikt werden. Maar de veerkracht en het, voor ons westerlingen, onbegrijpelijke elastisch vermogen van de Afrikanen zorgen er voor dat de stadsbewoners voortdurend blijk geven van creativiteit in het bedenken van nieuwe sociale ruimtes om mankementen, exclusie, armoede en geweld enigszins te omzeilen of zelfs te overwinnen. Het is dat fenomeen dat prof. De Boeck bestudeert en Baloji in beeld heeft gebracht. Zij stelden daarbij vast dat de falende materiële infrastructuren en een economie van schaarste vooral bepalen wat in een stad nog mogelijk is. Dat is vooral het uitgangspunt van de fotograaf geweest. Zijn beelden zijn zeker informatief maar ook meer dan dat. Het zijn haast exemplarische opnamen van stadsgezichten op plaatsen met symptomen van materiële melaatsheid en de plaasters die de ziekte nauwelijks verbergen. Naast het documentaire aspect heeft het beeldmateriaal ook een esthetische waarde. De manier waarop de natuur of de specifieke stadsgezichten in beeld werden gebracht zijn overdacht en beantwoorden aan de normen die men van de betere landschapsfotografie mag verwachten. Het zijn boeiende en vaak hallucinerende opnamen die, op zichzelf, soms indrukwekkend zijn.

De falende materiële infrastructuren en een economie van schaarste bepalen vooral wat in een stad nog mogelijk is.

Een aantal specifieke case-stories moeten dit duidelijk maken. In de volkrijke gemeente Masina in de buurt van Kinshasa staat nog een vroeger, modernistisch gebouw dat, ook nu nog onderdak geeft aan het “Office Congolais de Poste et Télécommunication”. Een deel ervan werd omgevormd tot een onderkomen voor families (ruim 300 personen) waarvan de meesten nog officiële werknemers van het OCPT zijn. Ze wonen en gratis als een vorm van voorschot op hun onbetaalde salarissen en de ouderen als een vorm van pensioen. Een ander geval gaat over de begraafplaats van Kitambo, een van de oudste en grootste van Kinshasa. De stad drong steeds verder op naar het grondgebied van de begraafplaats en er rond rees de ene sloppenwijk na de andere op. Een bepaalde wijk staat bekend als “de staat” waar levenden en doden deel van uitmaken en in blijkbare harmonie samen leven.

Onafgewerkte droom

Maar er ontstaan ook megalomane projecten die de grens tussen arm en rijk verleggen en ook groter zullen maken. Vanaf het einde van de koloniale periode werd de zogenaamde Malebo Pool, een binnenzee gevormd door de Congostroom, omgevormd tot een landbouwgebied. Het kwam in handen van een Zuid-Koreaans landbouwbedrijf dat er rijstvelden aanlegde. Na het schielijk vertrek van de Koreanen, omwille van de toenmalige opstanden, nam de bevolking ze in beslag en begon ze uit te breiden. Maar wat staat er nu te gebeuren. Een groot gedeelte van de velden zal moeten wijken voor een privéproject dat sinds 2008 aan de bouw van een megalomane satellietstad begon. Dat het werk en de inzet van de bevolking zo teniet wordt gedaan is geen issue.

Van een andere orde is een even megalomaan ander “work in progress” van een man die zich “le docteur” laat noemen. In Limete, een gemeente in Kinshasa, begon hij aan een torengebouw van twaalf verdiepingen. Op een video-opname van Baloji zien we de man die trots voor de camera zijn nog steeds onafgewerkte droom toont. Architecten noch ingenieurs kwamen er aan pas, het werd zijn eigen creatie. In ruw beton, wordt het bouwsel vanaf de grond steeds kleiner en kleiner en de ruimtes navenant. Hij wil zich meten aan een vroegere koloniale toren die een van de hoogste gebouwen was uit 1946 van Centraal Afrika. Het is hallucinant om zien hoe le docteur, fier als een gieter, zijn bezoekers rondleidt in zijn wellicht nooit afgewerkte schepping. Een Afrikaanse Facteur Cheval.

Een ander element in deze reeks is een aantal portretten van stamhoofden. Ze zijn gefotografeerd in hun natuurlijke habitat, vol met symbolen en allerhande parafernalia die hun status weergeven. Zo krijgt een wetenschappelijk project in al zijn facetten een menselijk aspect en een tentoonstelling waard.

Tentoonstelling “Urban now : City Life in Congo – Sammy Baloji en Filip De Boeck“, Brussel, Wiels nog tot 14 augustus. Begeleidend boek met alle foto’s “Suturing the City”, ISBN-13 978-1-899282-19-7

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content